Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Exploitatiemaatschappij Brakkeput, beter bekend als het bekende restaurant Boathouse op Brakkeput Ariba, moet op 17 januari de deuren sluiten.
Dat blijkt uit een vonnis van 1 oktober 2018 en wordt ook bevestigd door militair jurist Egbert Stoel. Stoel is de juridische adviseur van de Koninklijke Marine in het Caribisch gebied, eigenaar van het terrein. De sluiting van het restaurant is het gevolg van een jarenlang juridisch dispuut tussen de eigenaren van Boathouse en de marine over de te verlenen commerciële diensten op het terrein waar, naast een restaurant, beneden aan het water ook een watersportcentrum is.
Tot 2004 beheerde de Koninklijke Marine op het terrein een op watersport gerichte personeelsfaciliteit voor de militairen en hun gezinnen. Met de vorige eigenaren van Boathouse had de marine in 2004 uit bezuinigingsoverwegingen afgesproken dat zij het hele terrein inclusief gebouwen en inboedel in bruikleen konden nemen. Als tegenprestatie werd een restaurant geopend waarbij militairen en kustwachtmedewerkers en hun gezinnen tegen gereduceerd tarief konden eten. De restcapaciteit mocht tegen horecaprijzen aan derden ter beschikking worden gesteld, zo legt Stoel uit. ,,Ook zou de watersportfaciliteit worden uitgebaat zodat militairen en kustwachtmedewerkers en hun familie tegen een gereduceerd tarief hier gebruik van konden maken. Ook hiervoor gold dat dat de restcapaciteit tegen commerciële prijzen aan derden ter beschikking kon worden gesteld.”
De toenmalige eigenaar van restaurant Boathouse verkocht zijn aandelen om het restaurant en de watersportfaciliteit te beheren in 2006 aan de nieuwe - huidige - eigenaren, die het uitbaten van het restaurant en de watersportfaciliteit hebben voortgezet. Volgens een uittreksel van de Kamer van Koophandel gaat het hierbij om Aagje Geertruida Preesman en Johannes Wilhelmus Haage.
De bruikleenovereenkomst tussen de Koninklijke Marine en de nieuwe eigenaren is in 2006 aangepast; hierbij is een looptijd van tien jaren - tot juli 2016 - afgesproken. Vanaf 2009 ontstond echter discussie ‘over met name de omvang van de restaurantactiviteiten’, zo stelt Stoel. ,,De Koninklijke Marine heeft de grond in 1996 gekocht van Stichting Johannes Bosco. Toen werd afgesproken dat er geen grootschalige commerciële activiteiten gingen plaatsvinden op het terrein. Deze commerciële activiteiten zijn echter gegroeid, waardoor de stichting op een gegeven moment is teruggekomen en tegen de marine heeft gezegd dat zij zich niet aan de afspraak heeft gehouden. Dit werd een discussie, waarna de stichting zowel de marine als Boathouse heeft gedaagd”, aldus Stoel. Het Gerecht stelde de stichting in het gelijk, waardoor de Koninklijke Marine een dwangsom van 5.000 gulden per dag aan Stichting Johannes Bosco moest betalen zolang het restaurant operationeel was.
,,De marine kwam toen tot de conclusie dat wat daar gebeurde juridisch niet houdbaar was”, zo stelt Stoel. De activiteiten waren veel groter geworden dan we ooit beoogd hadden. Die periode speelden ook bezuinigingen een grote rol en ondertussen hielden we een restaurant voor het symbolisch bedrag van één gulden per maand in stand; in feiten sponsorden we het restaurant dus. Er waren al met al meerdere redenen om dat stop te zetten.” Hoewel eigenaar Johannes ‘Hans’ Haage tegenover het Antilliaans Dagblad inhoudelijk niets kwijt wil over de zaak, verklaarde hij in een gesprek uit 2017 met Follow The Money dat het restaurant sinds de overname niets aan de exploitatie heeft veranderd of uitgebreid.
Uiteindelijk heeft de Koninklijke Marine de eigenaren van Boathouse te kennen gegeven de bruikleenovereenkomst na juli 2016 niet te zullen verlengen. Boathouse kon zich hier niet in vinden en sindsdien zijn er diverse juridische procedures gevoerd tussen Boathouse en de Koninklijke Marine, met als heikel punt het wel of niet rechtmatig opzeggen van de bruikleenovereenkomst tussen partijen.
Na diverse juridische procedures heeft het Gerecht in Eerste Aanleg vervolgens op 1 oktober 2018 in een bodemprocedure beslist dat de marine rechtmatig de overeenkomst heeft opgezegd en dat deze per juli 2016 is geëindigd. Boathouse kreeg na betekening van het vonnis drie maanden de tijd om te ontruimen, hetgeen betekent dat het restaurant te Brakkeput Ariba met ingang van 17 januari niet meer zal bestaan.
Eigenaren Haage en Preesman hebben hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van het Gerecht. Wanneer dit hoger beroep wordt behandeld, is vooralsnog onbekend. Na dinsdag een verklaring te hebben afgegeven tegenover deze krant, trekken de eigenaren dit een dag later weer in en stellen dat ‘het Antilliaans Dagblad geen toestemming heeft om dit te plaatsen’.
Het restaurant is deze week tot en met zondag nog gewoon geopend.