Het gaat niet voorspoedig met CDM/Damen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Een van de belangrijke pilaren in de economie moet beschermd worden, en dat is de reden dat Statenleden van de coalitiepartijen een bezoek hebben gebracht aan CDM holding/Damen Shiprepair.
,,Reden voor het bezoek is het feit dat de regering van Curaçao het contract tussen CDM en Damen aan het evalueren is”, zo wordt uitgelegd.
Damen is vanaf 2017 de operator van het Dok, en betaalt daar huur voor. ,,Er zijn aanwijzingen dat er deficiënties zijn voor wat betreft onderhoud en veiligheid van de werknemers. Statenlid Maria Nita (MFK) is van mening dat er duidelijkheid moet komen over het Dok, om zo de continuïteit te garanderen van de maritieme activiteiten en het werk van meer dan 300 werknemers”, aldus de Statenleden.
Na het bezoek is gebleken dat er inderdaad investeringen nodig zijn, zo blijkt uit het verslag van de coalitieleden. ,,Geconcludeerd kan worden dat de laatste twee jaar geen investeringen hebben plaatsgevonden waardoor veel materieel buiten gebruik is. Schepen komen om gerepareerd te worden, maar de pompen van het dok zijn kapot, kranen en generatoren in slechte staat. In plaats van de machines te repareren kiest het bedrijf ervoor te huren, wat hoge kosten met zich meebrengt. De haven wordt niet onderhouden wat een negatief effect heeft op de klanten”, aldus het Statenverslag.
De Statenleden stellen vast dat de haven een goede ligging heeft in het Caribisch gebied en van grote waarde is voor de economie van Curaçao die het zich niet kan permitteren een andere economische pilaar kwijt te raken.
,,CDM Holding, de overheids-nv, moet garanderen dat er ontwikkeling blijft en geïnvesteerd wordt. Daarom is ook gesproken met CDM-directeur Getmar Caldera
over Dok, maar ook over de vier andere bedrijven die onder de paraplu van CDM Holding vallen.”
Hoewel er plannen op tafel liggen en er wel wat ontwikkelingen zijn op het terrein van de holding, moet de regering zo snel mogelijk aandacht hebben voor de situatie en de toekomst van de Curaçaose maritieme industrie, zo eindigt het verslag.
