Van onze correspondent
The Bottom - Tot voor kort kon Saba altijd rekenen op positieve reacties van het College financieel toezicht (Cft) op het gevoerde financiële beleid en de verantwoording daarvan. Dit keer is het Cft wat kritischer op het ‘braafste jongetje’ van de klas.
Op 30 juli 2024 ontving het Cft de uitvoeringsrapportage (UR) van Saba over het tweede kwartaal van 2024. De tweede UR bevat de tweede ontwerpbegrotingswijziging (OBW) van het begrotingsjaar 2024. Het Cft constateert dat de tweede UR onvoldoende inzicht geeft in de realisatie van de reguliere baten en lasten ten opzichte van de begroting en biedt aan hierover graag met Saba in gesprek te gaan om de informatiewaarde van de derde UR van 2024 te verbeteren.
Saba realiseert tot en met het tweede kwartaal van 2024 nagenoeg een nulresultaat en dat is in lijn met de begroting, inclusief de in de tweede OBW 2024 voorgestelde wijzigingen, waarin wordt uitgegaan van een nulresultaat voor dit jaar. Met de tweede OBW van 2024 verhoogt Saba zowel de baten als de lasten met 7,6 miljoen. Hiervan heeft 0,9 miljoen betrekking op de bijzondere uitkeringen. Daarnaast ziet de tweede OBW 2024 op een verhoging van de reguliere baten en lasten in verband met de verhoging van de vrije uitkering.
De kritiek van het Cft richt zich zowel op de UR als op de OWB. In de UR is geen separaat overzicht van de baten en lasten van de bijzondere uitkeringen opgenomen. ,,Het Cft kan hierdoor niet beoordelen of met de begrotingswijziging voldoende rekening wordt gehouden met de realisatieverschillen ten opzichte van de begroting van het tweede kwartaal”, aldus het Cft. Uit de OBW kan het Cft niet opmaken welk deel van de aangeven verhoging een structureel karakter heeft. ,,Hierdoor is onduidelijk of met de structurele verhoging van de baten met 5,3 miljoen de structurele additionele lasten volledig worden gedekt.”
