Checks & balances sluitend?
Door Islelly Pikeri
Op dinsdag 25 juni presenteerde Transparancy International de bevindingen van haar onderzoek naar integriteit en goed bestuur op Curaçao. De vraag is of Curaçao een voldoende systeem van checks & balances kent dat voldoende garantie geeft voor deugdelijkheid van bestuur.
De afgelopen decennia zijn er in de private sector een aantal codes goedgekeurd voor deugdelijk bestuur in bedrijven. Ook in de publieke sector is deugdelijk bestuur van groot belang. Wanneer we over de deugdelijkheid van bestuur spreken, hebben we het over een samenhangend stelsel voor de wijze waarop de overheid stuurt, besluiten neemt en toezicht houdt. En de wijze waarop de overheid hierover communiceert en verantwoording aflegt. Is dit stelsel van checks & balances zoals ingesteld op Curaçao wel sluitend en voldoende om deugdelijkheid van bestuur te garanderen?
Het systeem van checks & balances van Curaçao is als volgt opgezet. De Staatsregeling van Curaçao bevat de regels voor onze staatsinrichting en de grondrechten van de burgers. De Staatsregeling is ondergeschikt aan het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Dit statuut regelt de staatkundige relatie tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Vervolgens heeft Curaçao een aantal landsverordeningen, die zijn gemaakt om goed bestuur en de integriteit van haar bestuurders te borgen.
Ook kent Curaçao de Hoge colleges van Staat zoals de Staten, de Raad van Advies, de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman die een onafhankelijke en controlerende functie vervullen ten aanzien van de overheid. Ten slotte kent Curaçao een actief maatschappelijk middenveld en speelt ook de media een belangrijke rol in het openbaar maken of aan de kaak stellen van overheidshandelen.
Het systeem van checks & balances op Curaçao omvat dus een breed palet aan mechanismen die, wanneer de wettelijke taakstellingen consequent worden opgevolgd, tot goed bestuur zouden moeten leiden.
De vraag is vervolgens of dat dichtgetimmerde systeem van checks & balances dan ook een garantie is voor deugdelijk bestuur, dan wel good governance?
Het systeem op Curaçao vertoont sterke overeenkomsten met het Nederlandse model. Dat wil zeggen dat de scheiding der machten en de aan hen opgedragen taken en bevoegdheden grotendeels het Nederlandse stramien volgen. Net als in Nederland hebben burgers op Curaçao dankzij het administratieve recht de mogelijkheid om overheidsbeslissingen rechtstreeks ter herziening aan de rechterlijke macht voor te dragen. Als er geen beroep tegen een besluit open staat, kan vaak een appel worden gedaan op de Ombudsman. De openbaarheid van bestuur is wettelijk geregeld en burgers kunnen in dat kader onder meer overheidsstukken opvragen zodat transparantie (althans op papier) geregeld is. Anders dan in Nederland telt het parlement op Curaçao maar één kamer. Bovendien kent Curaçao in tegenstelling tot Nederland een gouverneur en een Koninkrijksregering die beide bevoegd zijn wetgeving die op Curaçao tot stand wordt gebracht, te vernietigen. De Koninkrijksregering is bovendien gerechtigd bindende wetgeving af te kondigen op Curaçao. Hoewel de wijze waarop de deugdelijkheid van bestuur gewaarborgd wordt op Curaçao nauwelijks verschilt van Nederland is er het gevoel dat de kwaliteit van het bestuur op Curaçao duidelijk onder doet voor haar Europese rijksgenoot. Sterker nog: de overheidspraktijken op Curaçao worden vaak als ineffectief beschouwd en in sommige gevallen nepotistisch, vooral als ze vergeleken worden met de Nederlandse overheidspraktijken.
Er bestaan verschillende ideeën over de oorzaak voor het verschil in de kwaliteit van het bestuur. Sommigen, zoals de staatsrechtdeskundige Oscar Castillo, zijn van mening dat dit verschil wordt veroorzaakt doordat in de jaren 50 - toen de voormalige koloniën van Nederland zelfbestuur kregen - vele instituties van Nederland zijn gekopieerd, zonder dat men zich afvroeg of deze instituties wel doeltreffend zouden zijn om goed bestuur te borgen in de oud-koloniën, aangezien de inwoners van deze nieuwe autonome landen een andere cultuur en historische ontwikkeling kennen dan Nederland.
Andere oorzaken die genoemd worden zijn de kleinschaligheid van Curaçao, haar insulaire karakter, de geografische ligging, een gebrek aan ervaring en door het niet volledig implementeren van verschillende wet- en regelgeving die goed bestuur moet borgen.
Een veel gehoorde verklaring van politici is dat zij tegemoet komen aan wat de stemmer van hen verwacht. Zo heeft de oud-premier Glenbert Croes van Aruba ooit gezegd: ,,Het is duidelijk dat in zo’n maatschappelijke en politieke context, een onpersoonlijk beleid gepaard gaande met impopulaire maatregelen, gefocust enkel op een abstract ‘algemeen belang’ niet wenselijk is voor vele stemmers en dus ook niet wenselijk voor vele leden van het bestuur van een land. Good government is in zo’n situatie niet alleen ‘slechte politiek’, het is zelfs fataal voor de politicus.”
Je zou hieruit kunnen concluderen, en dat hebben de onderzoekers Mamadouh en Nauta in 2002 al eerder geconcludeerd, dat het zuiver overbrengen (transplanteren) van constitutionele instituties niet voldoende is om een full-blown westerse democratie te kunnen verkrijgen. Politieke cultuur, dat zijn de normen, waarden en gewoonten, speelt een sleutelrol in het geheel.