Curaçaose baby in Haagse wieg (3, slot)
Door Peter Verton
Focus op politiek
In het Fòrti-model bleek het aan de macht komen of blijven de eerste zorg van de partijen en hun kader. Iedere overwinning zou immers kunnen betekenen dat een volgend kaderlid voor een benoeming of bevordering in aanmerking kwam. Voor het voorbereiden, treffen en uitvoeren van bestuursmaatregelen bleef weinig tijd over nu de aandacht van de bestuurders en politici vooral was gericht op het (weer) gekozen worden.
Aan de ingang van het complex met nieuwe volkswoningen te Brievengat werd in het midden van de jaren 60 een groot aanplakbord geplaatst waarop stond: ‘Democrat ta cumpli!’ (De Democratische Partij komt zijn beloften na!). De kiezer moest wel begrijpen dat de sleutel van een volkswoning te danken was aan de gekozenen die hij of zij aan de macht had geholpen en dat die politieke leiders als ‘wederdienst’ verwachtten dat ze weer zouden worden gekozen.
De ambtelijke organisatie kon geen tegenwicht bieden tegen de toenemende focus op de politiek ten koste van het bestuur. De ambtelijke organisatie was zelf immers slachtoffer van deze ontwikkelingen. Benoemingen in de ambtelijke dienst vonden veelal plaats als beloning voor de loyaliteit van kiezers aan gekozenen. Bij bevorderingen tot hoge posities leek politieke verwantschap meer gewicht in de schaal te leggen dan geschiktheid en bekwaamheid. Politieke benoemingen en bevorderingen hebben de ambtelijke organisatie ondermijnd.
De Curaçaose politieke baby in de Haagse wieg werd gevoed werd door partijen. Partijen die zich vooral bekommerden om het verkrijgen of behouden van de macht, die de aanstelling en bevordering van ambtenaren deel maakten van de politieke machtsstrijd en die goed bestuur niet in hun vaandel droegen. Om goed bestuur te kunnen produceren, moet een aantal reparaties aan het Fòrti-model worden uitgevoerd.
Reparaties
Naast de focus op de politiek vormt de invloed van patronage op het parlement een belangrijk nadeel van het Fòrti-model. De loyaliteitsplicht van parlementariërs ten opzichte van hun partijgenoten in de regering maakte het parlement ongeschikt voor controle op het doen en laten van de regering. Bestuurders konden daardoor de bestuursmacht en de kas van de overheid misbruiken, zij konden burgers benadelen, zij konden vriendjes bevoordelen.
Vanaf de tweede helft van de jaren 90 wordt paal en perk gesteld aan ondeugdelijk handelen door bestuurders. In 1996 trad de Landsverordening openbaarheid van bestuur (LOB) in werking. Deze verordening maakt inzage in correspondentie en documentatie van de overheid mogelijk. In 2001 werd administratieve rechtspraak ingevoerd (LAR); de burger die zich benadeeld voelt, kan zich tot de rechter wenden. Met klachten over de overheid kan de burger sinds 2003 naar de ombudsman, die ook als meldpunt voor corruptie en fraude fungeert.
Het kabinet Schotte confronteerde Curaçao met politiek en bestuurlijk handelen dat niet door de beugel kon. Het begon met onduidelijkheid over de screening van de ministers. Vragen over de integriteit van ministers bleven rondzoemen door gegevens die uitlekten over MOT-transacties van de premier en belastingschulden en niet-afgedragen sociale premies van de ministers Nasser El Hakim en George Jamaloodin. Hier is nu een reparatie verricht. Voor screening van toekomstige ministers is in 2012 een nieuwe screeningswet ingevoerd. Voorheen ongeschreven regels zijn nu ook vastgelegd in deze wet. Politici met een besmet verleden kan daarmee de toegang tot Fort Amsterdam worden ontzegd.
De manier waarop het kabinet Schotte met overheidsgeld omging, leidde in juli 2012 tot een aanwijzing van de Rijksministerraad. Toetsing van begrotingen en toezicht op financieel beheer behoorde sinds jaar en dag tot het takenpakket van het parlement. Onvoldoende controle en bijsturing resulteerde echter in een schuldenproblematiek. De Commissie financieel toezicht (Cft) heeft met haar instelling in 2008 die taken overgenomen. De huidige regering wil - als reparatie - de aparte uitoefening van de ‘Cft-functie’ inbrengen in ons staatsrecht door de instelling van een ‘Begrotingskamer’ die met de uitoefening zal worden belast.
Om de financiering van politieke partijen transparant te maken, is een herziening van de Landsverordening financiën politieke groeperingen op stapel gezet. Misleiding van kiezersvolk met giften die niet van de partij zijn die ze uitdeelt, maar afkomstig zijn uit de overheidskas, moet onder andere worden voorkomen. Alex Rosaria, de leider van PAIS: ,,In de aanloop naar de verkiezingen van 2012 doneerde de overheidsvennootschap Curoil een aantal spaarlampen aan gezinnen. Deze spaarlampen zijn door de minister-president (Gerrit Schotte) uitgedeeld. (...) In het bovengenoemde geval was er duidelijk sprake van misleiding van het kiezersvolk, omdat de minister-president het deed voorkomen dat hij of zijn politieke partij deze spaarlampen heeft gekocht, terwijl deze spaarlampen indirect met overheidsgelden zijn aangeschaft.”
Onder het kabinet Schotte leidde openlijke vriendjespolitiek tot ontslag van directieleden en commissarissen van overheids-nv’s en benoeming van gunstelingen uit de eigen achterban. In 2009 heeft het Eilandgebied Curaçao de Eilandsverordening corporate governance aangenomen. Door uitvoering te geven aan deze verordening is de Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten (SBTNO) in het leven geroepen. SBTNO speelt sindsdien als onafhankelijk adviseur een belangrijke rol bij het voorkomen van vriendjespolitiek. Stelselmatig worden benoemingen bij overheids-nv’s en -stichtingen tegen het licht gehouden, het oordeel komt in de media.
LOB, LAR, ombudsman, Cft, (geplande) Begrotingskamer, Screeningswet, transparante partijfinanciering, good corporate governance en SBTNO zullen in toenemende mate paal en perk stellen aan het Fòrti-model. Anno 2013 is de sociale ongelijkheid nog aanzienlijk, circa een kwart van de bevolking leeft beneden de armoedegrens. Om vermindering van de sociale ongelijkheid op weg te helpen, is bestuur nodig dat wordt gesteund door deugdelijke burgers, door een op solidariteit gericht bedrijfsleven en door burgergroepen die zich mobiliseren als de overheid dreigt te ontsporen.
Deugdelijkheid en sociale cohesie
Om ondeugdelijk bestuur minder kans te geven moet burgerschapvorming plaatsvinden. Twintig jaar geleden zei Maria Liberia-Peters dat goed bestuur deugdelijke burgers veronderstelt. Het gaat er daarbij om dat burgers hun rechten en plichten leren kennen en dat zij daardoor bestuurlijk handelen dat niet door de beugel kan niet zelf uitlokken en ook niet over hun kant laten gaan. Misbruik van het vrije mandaat moet worden herkend en afgewezen. Om eenieder in staat te stellen zich te vormen tot burger die zich deugdelijk gedraagt is vorming noodzakelijk. Daarnaast zouden anno 2013 voorlichtingscampagnes, zo mogelijk nog aangevuld met kieswijzers op het internet, aan iedere verkiezing vooraf moeten gaan. De voor patronage gevoelige kiezers zouden dan kunnen worden bereikt met objectieve informatie.
Burgerschapsvorming moet de overheid aanzwengelen. Ook de private sector kan bijdragen. De Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC) kwam in actie toen duidelijk werd dat Curaçao na 10-10-‘10 dreigde af te glijden. Onlangs sprak de VBC zich uit voor solidariteit van de ambtenaren inzake de basisverzekering voor ziektekosten.
Het wanbestuur van het kabinet Schotte leidde tot mobilisatie van burgers. Medio 2011 werd de burgerbeweging Pro Pueblo opgericht door Edgar Leito, Clift Christiaan en Ruben Suriel. Zij houden een manifestatie op het Wilhelminaplein. Akshon Dushi Kòrsou, opgericht door onder meer Dereck Durgaram en André van Hoop, houdt een handtekeningenactie. Alle groepen bundelen zich in de Fundashon Frente Sivil met als juridische afdeling de Fundashon Akshon Sivil (FAS). Burgers kunnen bijten, zij kunnen hun tanden zetten in ondeugdelijkheid.
FAS diende in oktober 2012 aangiften in bij het Openbaar Ministerie tegen ex-premier Gerrit Schotte betreffende onder meer witwassen en omkoping. Een jaar later, oktober 2013 - het OM heeft kennelijk nog geen actie ondernomen - verzoekt FAS het Hof van Justitie Gerrit Schotte alsnog te vervolgen. Het hof zal zich op 10 december 2013 over dit verzoek buigen.
Voor goed bestuur is - ten slotte - het versterken van de sociale cohesie noodzakelijk. De nationale symbolen zoals de vlag en het volkslied, de gezamenlijke herdenking van de strijd van Tula en de afschaffing van slavernij; en voorbeeldfiguren als Andruw Jones, Churandy Martina en Wladimir (Coco) Balentien dragen bij aan sociale cohesie. Saamhorigheid en solidariteit moeten sociale cohesie versterken, juist ook met de achterhoede die almaar niet emancipeert.
Balans
Zes decennia democratie volgens het Fòrti-model hebben een overheid opgeleverd, die uitpuilt van de ambtenaren en bedolven raakte onder een schuldenberg. Het heeft de tegenstelling tussen rijk en arm bestendigd en feitelijk verscherpt. Het heeft in de weg gestaan aan bestuur dat de achterhoede kon emanciperen.
Met de reparaties zijn we wél op de goede weg. Ook de mobilisatie van burgers en bedrijfsleven is positief. Als saamhorigheid en solidariteit kunnen uitgroeien tot sociale cohesie kan de emancipatie van de achterhoede echt worden aangepakt. Het vrij mandaat moet blijven, op partijdictatuur zit immers niemand te wachten?
Peter Verton doceerde tien jaar aan de universiteit UNA (tegenwoordig UoC). Daarna werd hij bestuursadviseur, advocaat en onderzoeker. Nu werkt hij aan een publicatie over natievorming, goed bestuur en sociale ongelijkheid.