Column: Omertà
Door Frank Kunneman
Elk jaar wordt bij meer dan veertigduizend Nederlandse vrouwen de baarmoeder verwijderd - terwijl vaak een minder vergaande en goedkopere ingreep mogelijk is. Deze schrijnende toestand beschrijft Jim Reekers, interventieradioloog en emeritus hoogleraar aan het AMC in Amsterdam, in zijn onlangs gepubliceerde boek ‘De medische omerta’. Je kunt erin lezen dat medisch specialisten vaak uit eigenbelang handelen en tegelijkertijd een gesloten groep vormen die zich door niemand echt laat controleren. Daardoor verliezen volgens Reekers jaarlijks in ieder geval zesduizend vrouwen hun baarmoeder terwijl dat niet nodig is.
Dit alles komt volgens hem omdat voor minder ingrijpende behandelingen moet worden doorverwezen naar een interventieradioloog. En gynaecologen verwijzen niet graag, want lopen dan omzet mis. En nieuwe artsen in opleiding moeten leren hoe je een baarmoeder verwijdert - waarvoor een constante stroom baarmoeders nodig is.
Deze fatale combinatie van verkeerde financiële prikkels (‘omzet draaien’) en een gebrek aan aanspreekcultuur is niet uniek voor medici. We zien dit soort praktijken ook in het bedrijfsleven. Zie de almaar terugkerende governance-drama’s en schandalen, ook in de Dutch Caribbean.
Waarom komt Reekers nu pas, na zijn pensionering, met zijn boek? Hij geeft eerlijk toe dat hij bang was voor een klokkenluiderseffect: ,,Klokkenluiders komen terecht in een caravan”, schrijft hij. Ook dit kennen we uit het bedrijfsleven. De enkeling die een misstand in zijn organisatie aan de kaak stelt, plaatst zich buiten de groep en wordt prompt door de collega’s verstoten. Daardoor vervliegen hun kansen op promotie en raken ze geïsoleerd. Dat is voor niemand van ons een goede zaak, want klokkenluiders hebben veel bekende corruptie- en fraudeschandalen aan het licht gebracht.
Er wordt zelfs aangenomen dat ze meer gevallen van corruptie en fraude hebben ontdekt dan enig andere functionaris. Toch is dat nog maar het topje van de ijsberg, want werknemers willen misstanden meestal niet melden. Slechts één op de tien werknemers die een misstand vermoeden, meldt dat aan een leidinggevende, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (2020). De belangrijkste redenen voor deze zwijgzaamheid zijn angst voor represailles (40 procent) en het gevoel dat de melding geen resultaat zou hebben (30 procent).
Die laatste intuïtie klopt wereldwijd. Uit onderzoek onder meer dan 10.000 klokkenluiders in 60 landen bleek dat slechts 13 procent van de onderzochte meldingen tot een onderzoek leidt, en slechts 1 procent tot een vervolging (Transparency International, 2022). Ook hier bleken klokkenluiders vaak te maken te krijgen met represailles, zoals ontslag, intimidatie of isolement. Als je de onderzoeken combineert, is de conclusie dat slechts 1 op de 1.000 misstanden die werknemers denken waar te nemen, leidt tot een of andere vorm van vervolging.
Om medewerkers te helpen bij het doen van veilige meldingen, heeft Transparency International Nederland een leidraad ontwikkeld: ‘How to SPEAK UP at the workplace in the Netherlands’ (www.transparency.nl/wp-content/uploads/2020/12/TI-Employee-def.pdf). Daarmee kunnen werknemers de (Nederlandse) klokkenluidersregelgeving beter begrijpen en leren welke stappen ze moeten doorlopen voor wettelijke bescherming. Overigens is dat nog maar een begin.
Als uw organisatie een klokkenluidersregeling heeft, en de werknemers zijn zich daarvan bewust en weten hoe ze ermee om kunnen gaan, dan hebt u het daarmee nog lang niet echt goed geregeld. Omertà bestrijden vergt een cultuurverandering die begint bij uzelf.
Frank Kunneman (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) is advocaat in Curaçao en expert op het gebied van corporate governance.