Ode aan Saba
Door Ronald van Raak
,,Zet ze in een roeiboot en duw ze in de Caribische Zee.” Bruce Zagers van Saba herinnerde zich begin deze maand nog het advies dat ik hem twee jaar geleden gaf, over hoe om te gaan met al die Nederlandse ambtenaren die zich met het eiland komen bemoeien. Saba is een klein vulkanisch eilandje in de Caribische Zee, met een bijzonder tropisch nevelwoud (Mount Scenery), de mooiste koraalriffen ter wereld (Saba Marine Park) en een unieke bevolking van zo’n 1.800 mensen. Sabanen zijn een trots volkje, dat grotendeels afstamt van Schotse, Ierse en Zeeuwse piraten - de voertaal is Engels. Zij zijn gewend om zelf voor hun eiland te zorgen en zelf problemen op te lossen: de Sabanen hebben op hun steile eiland een weg aangelegd die volgens ingenieurs onmogelijk was en een vliegveldje gemaakt waarop eigenlijk geen vliegtuigen kunnen landen. Ze hebben hun unieke natuur beschermd en van hun eiland een paradijs gemaakt voor ecotoerisme.
In 2010 werd Saba - samen met de eilanden Sint Eustatius en Bonaire - een bijzondere gemeente van Nederland. Sindsdien wordt het eilandje door tien ministeries vanuit Den Haag bestuurd - en overspoeld met Nederlandse rijksambtenaren. De Sabanen hebben gebruikgemaakt van de connecties met Nederland om voorzieningen te verbeteren. Veel is geïnvesteerd in het onderwijs, hoewel veel jongeren moeite hebben met de Nederlandstalige examens. Ook het ziekenhuis is flink uitgebreid, hoewel Nederland voor de overige zorg een veel te dure helikopter huurt, die bovendien te klein is voor de soms nogal stevige Sabaan.
Maar Nederlandse ambtenaren bezorgen de bewoners ook veel last. Sommige belastingen maken het toch al dure leven op het eiland onnodig duurder, belastingen die meer kosten om te innen dan ze opleveren. De Sabanen schudden het hoofd wanneer ze weer een rijksambtenaar zien die komt vragen naar het waterschapsbeleid (is echt niet mogelijk), of postcodes wil invoeren (is echt niet nodig). Saba kan alle verkeersregels invoeren die we in Nederland hebben, maar veel effectiever is dat een jongeman die te hard rijdt een bezoekje krijgt van wethouder (‘commissioner’) Zagers.
Praktische oplossingen voor praktische problemen zijn er gelukkig wel. Samen met een woningcorporatie in Nederland worden sociale huurwoningen gebouwd voor oudere Sabanen, die bij lange na niet kunnen rondkomen van hun kleine pensioen. Ook is in samenwerking met een Nederlandse universiteit een mooi project gestart voor tropische landbouw, waar werkloze jongeren op het eiland aan de slag kunnen. Meer eigen voedsel verbouwen is ook het belangrijkste politieke punt van Ishmael Levenston, ‘voor als de boot niet komt’. Levenston vormt de enige oppositie in de vijf leden tellende Eilandsraad, namens de Saba Labour Party, naast de SP de tweede socialistische partij in ons land.
Sinds Saba, Statia en Bonaire onderdeel zijn van Nederland behandelen we de eilanden ook als een stukje Nederland. Maar dat zijn ze niet. In Den Haag gaan tien ministers over deze kleine eilanden, waar samen zo’n 25.000 mensen wonen. 150 Tweede Kamerleden beslissen over deze eilanden en duizenden ambtenaren bemoeien zich met deze eilanden, waar ze helemaal geen verstand van hebben. Saba is uniek, een kruising tussen Heidi in de bergen en Pirates of de Caribbean. Een aangeharkt eilandje met lieve huisjes en schone stoepen, maar ook een trots volkje dat zich al eeuwenlang zelf redt. Tientallen miljoenen hebben we ondertussen uitgegeven aan overbodige ambtenaren en onnodige regels. Vandaar deze ode aan Saba. Omdat ik ervan overtuigd ben dat we de Sabanen veel meer ruimte moeten geven om zelf te bepalen hoe ze dat geld het beste kunnen investeren en zo de bijzonderheid en eigenheid van hun eiland kunnen behouden.
Ronald van Raak is Tweede Kamerlid voor de SP