Buiten de wet
De wet geldt voor iedereen. Dat zou je tenminste denken. Toch is het niet waar. De wet geldt niet steeds voor iedereen en op dezelfde manier. Neem bijvoorbeeld de Landsverordening Corporate Governance (LvCG). Deze geldt niet voor de overheidsentiteiten zoals de overheids-nv’s en overheidsstichtingen (onder andere Aqualectra, Curoil, FKP).
Dat klinkt een beetje gek, maar het zit als volgt. De LvCG richt zich tot het land Curaçao in zijn hoedanigheid van stakeholder in een nv of stichting. De LvCG richt zich niet tot de overheidsentiteiten (zoals een nv, bijvoorbeeld Curoil), maar tot de aandeelhouder. Als aandeelhouder moet het land regelmatig beslissingen nemen. Denk daarbij aan beslissingen over de benoeming en het ontslag van bestuurders of commissarissen of aan beslissingen over deelnemingen in andere bedrijven. De LvCG regelt hoe het Land zijn aandeelhoudersrechten in dergelijke gevallen moet uitoefenen.
Verplichtingen LvCG voor Land als aandeelhouder
Daarbij zijn vier belangrijke elementen in de LvCG opgenomen. 1. Er moet door het Land een Code Corporate Governance worden gemaakt. 2. Als aandeelhouder moet het Land ervoor zorgen dat de Code Corporate Governance in de overheids-nv’s wordt geïmplementeerd. 3. Er moet een Adviseur Corporate Governance (Adviseur CG) worden ingesteld. 4. Bij bepaalde aandeelhoudersbeslissingen moet door het Land vooraf toestemming worden gevraagd aan de Adviseur CG. De vennootschap zelf staat hier helemaal buiten. De hiervoor genoemde verplichtingen rusten uitsluitend op het Land in zijn rol van aandeelhouder. Dat is ook de reden dat een advies over de benoeming of het ontslag van een bestuurder niet aan de Adviseur CG wordt voorgelegd door de directie van de (overheids-)nv maar door de aandeelhouder, het Land. De Adviseur CG heeft met de overheids-nv zelf eigenlijk niets te maken.
Consequenties
Het bovenstaande heeft belangrijke consequenties. Daaruit volgt namelijk dat ook de Code Corporate Governance (Code CG) niet zonder meer van toepassing is op alle overheidsentiteiten. De Code CG is in een overheids-nv pas van toepassing wanneer het Land als aandeelhouder de statuten zodanig heeft gewijzigd dat daarin is bepaald dat de Code CG van toepassing is (zie punt 2 hierboven). Voor sommige overheidsentiteiten is dat nog niet gebeurd. De statuten van UTS bijvoorbeeld dateren van 1995. In die statuten staat geen enkele bepaling over de Code CG. Deze is binnen UTS dan ook niet van toepassing. Directie en Raad van Commissarissen van UTS hebben wel besloten om vrijwillig conform de Code CG te handelen. Dit berust echter niet op een statutaire en/of wettelijke grondslag.
Het voorgaande heeft nog meer consequenties. Wanneer het Land minder dan de helft van de aandelen in een nv heeft, kan het land dus niet forceren dat de Code CG in die nv wordt toegepast. Immers, als de andere (meerderheids-)aandeelhouder dat niet wenst, worden de statuten niet gewijzigd. In dat geval blijft overigens de LvCG wel nog steeds op het Land als (minderheids-)aandeelhouder in die nv van toepassing. Moet er bijvoorbeeld een commissaris worden ontslagen, dan dient de AvA daarover een beslissing te nemen. In dit voorbeeld zal de ene aandeelhouder (het Land) alvorens te kunnen stemmen voorafgaand advies aan de Adviseur CG moeten vragen, terwijl de andere aandeelhouder kan stemmen zoals het hem goed dunkt. Wil het Land dan tot ontslag overgaan en de andere (meerderheids-)aandeelhouder wil dat niet, dan gebeurt het niet.
Stichtingen
In een stichting ligt het nog gecompliceerder. Een stichting heeft geen aandeelhouders. De LvCG bepaalt wanneer sprake is van een stichting in de zin van deze landsverordening (artikel 1). Een overheidstichting is een stichting waarbij het Land het recht heeft een of meer bestuursleden te benoemen of de bevoegdheid heeft de statuten te wijzigen. Als het Land slechts een minderheid heeft in het bestuur, dan kunnen de LvCG en de Code CG in die stichting alleen worden geïmplementeerd als de andere bestuursleden daar ook voorstander van zijn. Willen de andere bestuursleden de LvGC en de Code CG niet, dan komt die er niet in de stichting. Zo simpel is dat. Die wet geldt dan dus niet voor die stichting.
Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en hoogleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.