Dieper in de put
Door Gijs van den Heuvel
Op Sint Maarten staan twee partijen tegenover elkaar zonder een millimeter te willen toegeven. Tussen hen in staat een gouverneur die geen partij mag kiezen. Een aantal staatsrechtgeleerden hebben hem beticht van weigering om zijn plicht te doen en het overschrijden van zijn bevoegdheden. Maar misschien is hij wel de enige wijze man van Sint Maarten. Drie rechters komen in een advies ‘op persoonlijke titel’ tot een opmerkelijk eenvoudige conclusie, maar het lijkt niet te helpen. Sint Maarten zakt steeds dieper in de put.
In het kort de achtergrond: het kabinet van premier Marcel Gumbs kreeg op 30 september een motie van wantrouwen aan de broek. Dan moet je opstappen, zegt de Staatsregeling. Daarover is iedereen het eens en een nieuw kabinet stond al in de steigers. Maar Gumbs en zijn ministers bedachten een list en besloten de Staten te ontbinden. Dat mag en de gouverneur moet dat besluit tekenen, zodat het kabinet kan blijven zitten tot de verkiezingen zijn geweest. Dacht Gumbs. Gouverneur Eugene Holiday was daar nog niet zo zeker van en tekende (nog) niet. De constitutionele crisis was geboren.
Verschillende staatsrechtgeleerden gaven, gevraagd en ongevraagd, hun mening. De meesten vonden dat Holiday gewoon moest tekenen voor ontbinding van de Staten. Zover bekend vond alleen Ernst Hirsch Ballin dat het kabinet Gumbs zijn ontslag moet aanbieden en plaats moet maken voor een nieuw kabinet, omdat het parlement nu eenmaal het hoogste orgaan is in de democratie.
Gouverneur Holiday stuurde het ontbindingsbesluit terug naar Gumbs voor een nadere toelichting. Hij kreeg het pas vorige week terug. Of er aanpassingen zijn aangebracht is niet bekend. De gouverneur besloot in een poging om de patstelling te doorbreken de mening te vragen van drie rechters over de juridische interpretatie van de cruciale artikelen 33, 40 en 59 van de Staatsregeling. En niet de minste rechters: twee leden van zijn eigen Constitutionele Hof (onder wie de president) en de president van het Gemeenschappelijk Hof.
De conclusie van de rechters, in een uitvoerig advies, is eigenlijk van een ontwapenende eenvoud. Iedereen had het kunnen bedenken: handel in de volgorde van de gebeurtenissen. In essentie hebben beide partijen gelijk: na een motie van wantrouwen moet je als minister je ontslag aanbieden en een kabinet kan de Staten altijd ontbinden. De gouverneur kan er niet onderuit het ontbindingsbesluit te tekenen, tenzij het in strijd is met de Staatsregeling. Daarna volgt een laatste opmerking van het panel van rechters: ,,Daarbij geldt echter wel als voorwaarde dat het kabinet in overeenstemming handelt met de Staatsregeling en na aanvaarding van een motie van wantrouwen zonder uitstel zijn ontslag indient.”
De zaak is dus eigenlijk simpel. Het kabinet Gumbs moet zijn ontslag indienen en kan vervolgens als demissionair kabinet alsnog de Staten ontbinden en verkiezingen uitschrijven. Beide partijen doen een stap terug, schrijven de rechters in hun advies. Dat is ook waarop gouverneur Holiday nu heeft aangedrongen. Tevergeefs. Het is een raadsel waarom Gumbs zo halsstarrig vasthoudt aan de omgekeerde volgorde. Dat hij boos is op het parlement is begrijpelijk, want een kabinet naar huis sturen terwijl de premier in het buitenland is, is niet chique. Maar het is nu eenmaal mogelijk. Het leven van zijn kabinet kan hij hooguit drie maanden rekken en de Staten kunnen hem na het ontbindingsbesluit bovendien alsnog direct naar huis sturen.
De enige wijze man in dit hele spel lijkt toch gouverneur Holiday te zijn, die tenminste heeft geprobeerd de crisis te bezweren. Maar of hij deze knoop nu nog kan ontwarren is de vraag. Draagt hij het ontbindingsbesluit nu alsnog voor vernietiging voor? Het lijkt de enige manier om nog uitvoering te kunnen geven aan het advies van het panel van rechters. Als de patstelling voortduurt, kan hij op de vingers worden getikt, omdat hij een voorliggend Landsbesluit niet tekent.
De politici van Sint Maarten gooien wat er nog resteert van de reputatie van hun land definitief te grabbel. De Staten sturen een kabinet naar huis terwijl er geen enkele minister aanwezig is om te reageren op de motie van wantrouwen. Bovendien blijkt er al lang in de achterkamertjes een nieuw kabinet op poten te zijn gezet, inclusief portefeuilleverdeling. Het zittende kabinet Gumbs zit op het pluche geplakt en maakt de situatie alleen maar erger.
Ondertussen lijkt het erop dat de criminaliteit het eiland steeds meer in zijn grip krijgt. In Den Haag zal er weinig begrip over blijven voor Sint Maarten, al helemaal niet als uiteindelijk de Koninkrijksregering deze crisis zal moeten oplossen door in te grijpen. Want als er ooit sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur, dan is dat wel in deze crisis.