Nieuwe mogelijkheden om te sparen voor uw oude dag
Door Zuleika Lasten en Terence Melendez
Uit de rapporten van de ‘Commissie Algemeen Werknemerspensioen’ en de ‘Commissie Oudedagsvoorziening’ van respectievelijk 9 januari 2013 en 22 maart 2012 blijkt dat ruim 50 procent van de werkende bevolking van Curaçao geen tweede pijler pensioen opbouwt. Een tweede pijler pensioen is het aanvullende pensioen dat door de werknemer tijdens zijn/haar werkzame leven wordt opgebouwd, in samenwerking met de werkgever. Een tweede pijler pensioen wordt opgebouwd naast de eerste pijler, namelijk de Algemene Ouderdomsvoorziening (AOV).
In een absoluut aantal komt dat neer op ongeveer 30.000 mensen die werkzaam zijn en die in de toekomst enkel van de AOV afhankelijk zullen zijn voor hun pensioen. In het rapport van 9 januari 2013 van de ‘Commissie Algemeen Werknemerspensioen’ is vermeld dat deze cijfers gebaseerd zijn op een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit 2008 en geëxtrapoleerd zijn naar 2012. Echter, een AOV-uitkering zonder aanvullende oudedagsvoorziening zal naar alle waarschijnlijkheid niet genoeg zijn voor deze groep om in de toekomst als gepensioneerden een maatschappelijk aanvaardbaar niveau van leven te kunnen leiden.
Voor vele ondernemers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) geldt dat zij tot op heden weinig mogelijkheden hadden om fiscaal gestimuleerd voor hun oude dag te sparen, waardoor zij in de toekomst ook vaak enkel van de AOV afhankelijk zijn. Bovendien geldt voor een significant aantal werknemers en andere Curaçaoënaars die wel een tweede pijler pensioen opbouwen, dat zij om verschillende redenen toch met een zogenaamd pensioengat worden geconfronteerd.
Een pensioengat kan door diverse omstandigheden worden veroorzaakt, bijvoorbeeld bij wisseling van dienstbetrekking. Verder kunnen afnemende rendementen op het geïnvesteerd tweede pijler pensioenkapitaal bij pensioenen op basis van ‘defined contribution’ - hetgeen op Curaçao in de private sector de meest gebruikelijke pensioenvoorziening is - ook tot een pensioengat leiden.
De meest voorkomende wijze van pensioenopbouw in de private sector, op basis van het middelloon in plaats van het eindloon, kan bij pensionering ook tot terugval van het inkomen leiden, met name voor wie op latere leeftijd carrière heeft gemaakt. Tot slot kan een pensioengat ook ontstaan indien een pensioengrondslag wordt gehanteerd die lager is dan het feitelijke loon van de werknemer, bijvoorbeeld omdat loon in natura zoals de auto van de zaak buiten beschouwing wordt gelaten bij het opbouwen van het pensioen.
Het is verder ook mogelijk dat werknemers van tevoren kunnen vaststellen dat zij rond hun pensioenleeftijd behoefte zullen hebben aan extra inkomen naast hun pensioenuitkering. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de werknemer op de pensioendatum nog een hypotheekverplichting heeft en daardoor tijdens de eerste pensioenjaren extra inkomen nodig zal hebben om de hypotheekverplichting te kunnen voldoen. In dit geval heeft de werknemer behoefte aan extra inkomen als een soort overbruggingspensioen.
Derde pijler pensioenproducten kunnen in voornoemde situaties oplossingen bieden aan toekomstige gepensioneerden, omdat deze de producten kunnen gebruiken om extra geld opzij te leggen ter dekking van hun pensioengat of ter financiering van het overbruggingspensioen. Tot voor kort werden Curaçaoënaars echter niet fiscaal geprikkeld om een derde pijler pensioen op te bouwen, met alle gevolgen van dien.
Onder meer om voornoemde redenen heeft het ministerie van Financiën een wetsvoorstel ingediend om de mogelijkheid om (extra) pensioen op te bouwen, in de vorm van een derde pijler pensioen, te verruimen. Om zo in de leemte te voorzien voor wie nog geen gepaste alternatieven tot opbouw van een pensioen kennen en voor wie met een pensioengat wordt geconfronteerd om de gevolgen van het pensioengat te mitigeren.
Hiertoe werd op dinsdag 21 juni 2016 in het parlement goedgekeurd dat het aftrekrecht van premies voor derde pijler pensioenen wordt verruimd. Meer specifiek is hierbij het huidige recht op aftrek van premies voor de opbouw van derde pijler pensioenproducten van 1.000 gulden verhoogd naar maximaal 10 procent van het inkomen, maar niet meer dan 1.500 gulden in 2016, 3.000 gulden in 2017 en 2018 en 5.000 gulden vanaf 2019. Vanaf 2016 kunt u derhalve 1.500 gulden extra voor uw oude dag sparen en dit bedrag in mindering brengen op uw belastbare inkomen in de inkomstenbelasting. Getrouwde stellen kunnen in 2016 maximaal 3.000 gulden in aftrek brengen, 6.000 gulden in 2017 en 10.000 gulden vanaf 2019. Hiermee wil de regering mensen stimuleren om (extra) voor hun oude dag te sparen.
Daarnaast wordt vanaf 2016 de aftrek van voornoemde premies niet alleen toegestaan wanneer deze betaald worden aan een professionele pensioenverzekeraar voor de aanschaf van lijfrente, maar ook voor stortingen bij een lokale bank op een geblokkeerde bankspaarrekening of beleggingsrekening conform het bankspaarproduct. Hiermee is de fiscaal gefacilieerde vorm van banksparen in Curaçao realiteit geworden. Het opgebouwde spaartegoed kan in beginsel pas bij het bereiken van het pensioenleeftijd worden opgenomen/uitgekeerd. Gelet op het feit dat de spaartegoeden fiscaal gefacilieerd werden opgebouwd, worden de uitkeringen bij het bereiken van de pensioenleeftijd belast in de inkomstenbelasting.
Een belangrijk aspect van het bankspaarproduct is het feit dat het geen verzekeringscomponent heeft. Daardoor zal nooit meer uitgekeerd worden dan het gespaarde bedrag en het aangegroeide rendement, maar daar staat tegenover dat men ook niet geconfronteerd wordt met de, met name voor ouderen, hoge kosten bij het afsluiten van een lijfrente of tweede pijler pensioen. Het gespaarde geld en rendement wordt altijd voor 100 procent uitgekeerd. Dit maakt het banksparen overzichtelijker en in principe goedkoper dan de traditionele lijfrentes die bij pensioenverzekeraars kunnen worden afgesloten.
Verder is het ook wettelijk geregeld dat mocht de spaarder door tegenslag failliet gaan, dat het geld op de bankspaarrekening, evenals de bedragen die voor een pensioen of lijfrente aan premies zijn betaald, buiten schot van eventuele schuldeisers zal blijven. Het gespaarde geld is dus, evenals pensioen of lijfrente, veiliggesteld voor de oude dag.
Banksparen is een goed alternatief voor werknemers met een pensioentekort in hun tweede pijler pensioen en biedt daarnaast voor ondernemers en zelfstandigen zonder personeel die op basis van huidige wetgeving niet in staat zijn om een tweede pijler pensioen op te bouwen de mogelijkheid om toch fiscaal gestimuleerd te sparen voor de oude dag. Door het verruimen van de aftrekrechten voor premies aan derde pijler pensioenproducten wil de overheid de bevolking stimuleren om te sparen voor later. Deze wijzigingen staan de regering uiteraard niet in de weg om een verplichte (tweede pijler) basispensioenregeling, zoals Aruba die reeds kent, te overwegen en te introduceren. In ieder geval blijkt uit deze wijzigingen dat aan de toekomst van de bevolking wordt gedacht.
Zuleika Lasten is partner tax en Terrence Melendez is manager tax bij PwC Dutch Caribbean op Curaçao. Voor meer informatie zie ook de website: www.pwc.com/dutch-caribbean