Instituties
Door prof. dr. F.B.M. Kunneman
Mensen verschillen niet heel veel van dieren. In feite zijn we een soort dieren. Het is al lang bekend dat muizen en varkens genetisch vrijwel identiek zijn aan de mens. Je hoeft geen geniale bioloog te zijn om dat te kunnen zien. Aan de oppervlakte zien we er wel een beetje anders uit dan een muis of een varken. Functioneel gezien zijn er echter vrijwel geen verschillen. We hebben net als muizen en varkens een hoofd, vier ledematen, nagels, tanden, soortgelijke ingewanden, hersens noem maar op. We planten ons op dezelfde manier voort. Nogal wat mensen lijken niet veel intelligenter dan muizen en varkens. Ook de moraal verschilt niet heel erg. Wat is dan wel het verschil?
De Israëlische hoogleraar Yuval Harari omschrijft het in zijn boek ‘Sapiens, a brief history of humankind’ als volgt: mensen zijn in staat grotere groepen andere mensen aan zich te binden door het vermogen om gezamenlijk in een abstract, bedacht idee zoals een institutie te geloven. Een institutie is bijvoorbeeld een koning, of het gerecht, of een land. Ook de directie van een bedrijf is een institutie. Het bijzondere aan een institutie is dat dit (abstracte) concept het voor heel grote groepen mensen mogelijk maakt daarin te geloven en ervoor te werken en grootse dingen tot stand te brengen. Mensen willen voor instituties zelfs, indien nodig, vechten. Je vecht dan niet voor je dagelijks brood, maar voor iets abstracts, iets waar je ‘heilig’ in gelooft en zelfs voor zou willen sterven. Dat maakt mensen fundamenteel anders dan muizen en varkens. Muizen en varkens sterven niet vrijwillig voor een institutie. Nooit.
Het vermogen om in instituties te geloven maakt het mogelijk om tot veel grotere ordeningen te komen dan muizen en varkens en met veel grotere resultaten. Een vliegtuig in de lucht is het product van de denkkracht en het gezamenlijk werk van vele duizenden mensen over de hele wereld. Die mensen variëren van de ingenieurs die het ontwerp van het vliegtuig maken tot de delvers van aluminium in Zuid-Amerika, tot het veertienjarig meisje dat in een sweatshop in Shanghai een onderdeel van een vliegtuigstoel maakt. Samen leidt dat tot een product dat kan vliegen als een vogel. Een directeur die een onderneming bestuurt, kan dat uitsluitend doordat de werknemers hem of haar als directeur willen zien en daarnaar handelen. Hetzelfde geldt voor een Raad van Commissarissen. Die functioneert door gezag en niet door macht. Als we er niet meer in geloven, is het einde verhaal. Daarom zijn revoluties per definitie zeer ingrijpend: bij een revolutie laten we ons geloof in de koning, in het gerecht, in de directie van de vliegtuigfabriek los. Vervolgens ontstaat ofwel chaos ofwel komt na een herordening zoals bij een caleidoscoop die wordt geschud, een nieuw samenspel van instituties tot stand. Op hun beurt kunnen ook die alleen bestaan als we er opnieuw in gaan geloven.
De moraal van dit verhaal is dat we met zijn allen voorzichtig moeten zijn met onze instituties. Daarbij gaat het niet alleen om besturen en raden van commissarissen, maar ook om het gerecht, de Staten, de gouverneur en het Koninkrijk. Voorzichtigheid betekent niet dat je kritiekloos moet zijn. Het is wél riskant om de caleidoscoop te schudden zonder een gefundeerd, reëel zicht op betere instituties. Meestal leidt het louter schudden aan die instituties alleen maar tot afbraak. Dat gaat gemakkelijk door kwaadsprekerij, door verdachtmaking, door ridiculisering noem maar op. Zonder zicht op iets fundamenteel beters resulteert dit onvermijdelijk in zelfdestructie. Muizen en varkens doen niet aan zelfdestructie. Nooit.
Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en hoorleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.