De andere kant van het pokopoko-beginsel?
Door Jurriaan de Haan
Bij de installatie van de nieuwe rechters heeft de deken van de Orde van Advocaten, mr. Van den Heuvel, een buitengewoon relevante rede gehouden. Zijn advies aan de nieuwkomers is, zo begrijp ik hem, om de Nederlandse bril af te zetten en te leren ‘met Antilliaanse ogen’ naar hun zaken te kijken. Hij werkt dit verder uit in een visie op de bijzondere rol van de rechter in Curaçao in de ‘trias politica’ (het systeem voor evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht). Volgens hem moet de rechter in Curaçao minder terughoudend zijn in staatsrechtelijke aangelegenheden dan hij in Nederland zou zijn. Hij noemt dit ‘de andere kant van het pokopoko-beginsel’ (Antilliaans Dagblad 24 oktober 2017).
Op de rede van Van den Heuvel is een kritisch commentaar gekomen van prof. mr. Rogier, hoogleraar Staats- en Bestuursrecht aan de University of Curaçao, UoC (Antilliaans Dagblad 5 november 2017). Rogier vindt dat de burgerlijke rechter zich ‘niet moet bemoeien’ met het staatsrecht en zeker niet met politiek. Als we die staatsrechtelijke en politieke problemen laten oplossen ‘leven niet we niet langer in rechtsstaat, maar in een rechtersstaat’. De rechter zou zich in zulke gevallen dus ‘gewoon onbevoegd moeten verklaren’. Met het pokopoko-beginsel heeft dit alles niets te maken. Aldus - steeds - Rogier.
Om met het pokopoko-beginsel te beginnen, deze discussie heeft daar niets mee te maken als je dit begrip in de oorspronkelijke betekenis gebruikt. Dan ziet het alleen op de vraag of, en zo ja, in hoeverre door de rechter moet worden geaccepteerd dat de overheid langzaam (pokopoko) handelt. Zoals Van den Heuvel in zijn rede aanhaalt, heb ik de betekenis daarvan uitgebreid tot alle beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het vertrouwensbeginsel. Het pokopoko-beginsel brengt mee dat bij de maatstaven die voor de overheid worden aangelegd, rekening moet worden gehouden met de lokale omstandigheden en maatschappelijke opvattingen in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Mede op basis van sociologische studies naar politieke patronage is er bijvoorbeeld het inzicht dat toezeggingen van bestuurders niet zonder meer in rechte te honoreren verwachtingen behoren op te leveren.
Van den Heuvel aanvaardt in zijn rede dat het in het algemeen belang beter is om de overheid tot op zekere hoogte in bescherming te nemen tegen zijn eigen beperkingen in schaal en middelen. Interessant is dat hij het pokopoko-beginsel nog ruimer opvat. Hij brengt dit in verband met het belang van het functioneren van de rechtsstaat en zijn instituties. Hij stelt dat ‘de pijlers van de wetgevende en de uitvoerende macht hier te lande niet altijd hun eigen last kunnen dragen’. Dan lijkt het hem in het algemeen belang wenselijk dat de rechter niet terughoudend is bij de beoordeling of er sprake is van onrechtmatig handelen. Hij geeft als voorbeeld onder andere de beoordeling van het optreden van een Statenvoorzitter die een Statenlid van een vergadering had uitgesloten.
Het komt mij voor dat het door Rogier geschetste beeld van een rechtersstaat niet reëel is. De visie van de advocaat Van den Heuvel komt namelijk overeen met de analyse van de rol van de rechter in de kleinschalige samenlevingen van de (voormalige) Nederlandse Antillen van oud-Antillenrechters mrs. Loth en Wit. Al in 1998 gaf Loth in een klassiek geworden artikel in het juridisch tijdschrift TAR-Justicia een rechtsgeleerde onderbouwing voor een verderreikende taak van de rechter dan controle van het bestuur, te weten bescherming van de samenleving zelf. De rechter als hoeder van het publieke fatsoen, in de woorden van Loth. In zijn zeer lezenswaardige Diesrede 2005-2006 bij de universiteit UNA staat Wit een nog actievere rechter voor ten behoeve van de bescherming van de democratische rechtsstaat. Volgens Wit is van de drie staatsmachten de rechtsprekende zelfs het best toegerust om deze taak uit te voeren.
Mr. dr. J.P. de Haan was tot 2014 lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en daarvoor docent aan de universiteit UNA op Curaçao. Hij is momenteel rechter in Nederland. Deze opinie is geschreven op persoonlijke titel.