Door Peter Kavelaars

De datum van de brexit nadert met rasse schreden: 29 maart 2019 is het dan zo ver. Het Verenigd Koninkrijk (VK) verlaat de EU. Vraag is vooral: wordt het een zachte of een harde exit? Afgelopen week zou dat duidelijk moeten zijn geworden maar dat is voorlopig niet gelukt. En zolang geen overeenstemming bestaat over een overeenkomst, eindigen per 29 maart 2019 alle banden tussen de EU en het VK: het VK wordt dan een echt derde land. Wat betekent de brexit nu fiscaal? Als een overeenkomst wordt bereikt dan valt het voorlopig erg mee. Tot eind 2020 is namelijk een overgangsperiode afgesproken. In deze overgangsperiode blijven in feite alle EU-regels van toepassing. De btw blijft bestaan, invoerrechten tussen de lidstaten worden niet geheven, de fiscale Europese richtlijnen zoals de moeder-dochterrichtlijn en de fusierichtlijn blijven van toepassing en - heel belangrijk - het Hof van Justitie blijft bevoegd ten aanzien van geschilpunten over de toepassing van het EU-recht in het VK.
Wat er na de overgangsperiode gebeurt, is nog niet erg helder. In principe is het dan zo dat het EU-recht geheel geen rol meer speelt. Het is echter waarschijnlijk dat toch weer een overeenkomst wordt gesloten waarin op een aantal terreinen geregeld wordt dat geen sprake is van grensbelemmeringen. Het belangrijkste punt daarbij is ongetwijfeld de kwestie van de douane-unie: het is bepaald onwenselijk als allerlei douaneheffingen gaan ontstaan tussen de lidstaten van de EU en het VK. Niet alleen voor de landen zelf, maar vooral ook voor het bedrijfsleven dat in- en exporteert naar en vanuit het VK. Het ligt dan ook in de verwachting dat er op een of andere manier een dergelijke overeenkomst wordt gesloten. Dit probleem gaat zich overigens direct voordoen indien het op 29 maart 2019 tot een harde brexit komt. Vanaf 30 maart moeten dan importheffingen plaatsvinden. Dat zou een rampzalige ontwikkeling zijn.
Een ander belangrijk terrein is het vrije verkeer van personen tussen de EU en het VK. Er zijn uiteraard zeer veel Britten die in de EU werken en omgekeerd veel burgers van de EU die in het VK wonen en werken. Ook zij krijgen zonder nadere maatregelen te maken met allerlei belemmeringen. Gedurende de overgangsperiode is dat echter nog geen probleem, maar bij een harde brexit ontstaan die belemmeringen dus direct na 29 maart 2019. Een voorbeeld waar problemen kunnen ontstaan, is de sociale zekerheid, zowel wat betreft de rechten op uitkeringen, als wat betreft de heffing van premies. Momenteel is dat op EU-niveau gecoördineerd. Na de brexit geldt die coördinatie niet meer en kan het gemakkelijk zijn dat men helemaal niet verzekerd is en geen premies betaalt maar omgekeerd kan het ook zo zijn dat er verzekerings- en daarmee premieplicht in twee landen ontstaat. Beide zijn onwenselijk. Wat betreft de verhouding tussen Nederland en het VK zal dan bijvoorbeeld een oud socialezekerheidsverdrag uit de mottenballen moeten worden gehaald.
Wat betreft diverse fiscale richtlijnen geldt dat die gaan vervallen. Te denken valt aan de moeder-dochterrichtlijn op grond waarvan dividenden worden vrijgesteld, de interest- en royaltyrichtlijn die bronheffingen op dergelijke inkomsten verbiedt en de fusierichtlijn die heffingen verbiedt bij grensoverschrijdende fusies. De gevolgen daarvan zullen overigens naar verwachting wel meevallen: deze richtlijnen zijn namelijk in de nationale wetgeving van het Verenigd Koninkrijk geïmplementeerd. Zolang die wetgeving niet wordt aangepast, blijven deze faciliteiten van toepassing. Interessant is wel dat diverse fiscale antimisbruikregels die vanaf 2019 in de wetgeving van de EU-lidstaten moeten worden opgenomen door de Engelsen wel min of meer terzijde kunnen worden geschoven. Het gaat dan bijvoorbeeld om aanpassingen ten aanzien van hybride financieringen, maar ook de ‘mandatory disclosure’-richtlijn die verplicht tot het openbaar maken van agressieve belastingadviezen. En waar het VK in de toekomst ook geen last meer van heeft, is de rechtspraak van het Hof van Justitie; zelfs de rechtspraak die in het verleden is gewezen, is na de brexit niet meer ter zake, lijkt me. Interessant is tot slot wel dat het VK onlangs heeft aangekondigd een heffing op digitale diensten in te voeren. De EU wil dat ook maar kan daarover (nog) geen overeenstemming bereiken. Dat is voor het VK natuurlijk wel een winstpunt van de brexit: wetgeving kan veel gemakkelijker tot stand komen of worden aangepast nu men niet afhankelijk is van de andere 27 lidstaten. Kortom: fiscale flexibiliteit.

Peter Kavelaars is hoogleraar aan de University of Curaçao en aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, alsmede partner bij Deloitte.

ADletters logo

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.