Erfpachtrecht Klesch bij Bullenbaai de facto eigendomsrecht
Door Marguérite Nahar
Eenieder die van de overheid ooit een stuk terrein in erfpacht heeft ontvangen en daarop een huis heeft gebouwd, weet precies hoe het werkt bij erfpacht. De erfpachter is de eigenaar van dat huis en hij kan dat (indien hij dat wil) verkopen of in hypotheek geven om een lening te verkrijgen. En de overheid kan dat niet verhinderen, de overheid heeft totaal niets te vertellen over het huis.
Als we dit in gedachte houden en de ontwikkelingen in verband met de Klesch Group volgen, rijst de vraag: Wáárom een erfpachtrecht aan een buitenlandse entiteit toekennen op zo’n waardevolle natuurlijke hulpbron als de diepzeehaven op Bullenbaai?
Klesch wordt de facto eigenaar en verwerft dus van rechtswege alle beheers- en beschikkingsbevoegdheden over het in erfpacht gegeven terrein. En zelfs PdVSA heeft in het verleden géén erfpachtrecht over de oil terminal en de diepzeehaven verkregen. Wáárom Klesch dan wel?
Beseft de regering niet dat dusdoende een zeer belangrijke economische pijler voor Curaçao uit handen wordt gegeven? En nota bene aan een entiteit die wereldwijd in opspraak is, want de Klesch Group heeft een buitengewoon slechte reputatie voor zichzelf opgebouwd. Op het internet is informatie te vinden die alarmerend en afschrikwekkend is.
Wat kan toch in hemelsnaam de beweegreden van deze regering zijn om koste wat kost, come hell or high water, het eigendomsrecht over onze Bullenbaai, dat wil zeggen de oil terminal inclusief het aangrenzende water in eigendom toe te spelen aan de Klesch Group, in plaats van zelf de grootschalige ontwikkeling van Bullenbaai ter hand te nemen?
Dit is des te bevreemdender nu er op zaterdag 7 mei 2016 op het kantoor van het ministerie van Financiën op Pietermaai een vergadering heeft plaatsgevonden met een PowerPoint-presentatie aan de voltallige aanwezige ministerraad, toentertijd onder premier Ben Whiteman. Aanwezig waren toen eveneens Eugene Rhuggenaath en Suzy Camelia-Römer, die ook in de huidige regeringscoalitie zitting hebben.
De Power Point-presentatie behelsde een compleet en tot in details uitgewerkt project voor de grootschalige ontwikkeling op Bullenbaai met een diversiteit van investeerders, die toen reeds in de startblokken stonden met haalbare investeringsinitiatieven die veel en veel lucratiever waren voor Curaçao dan dit huidige ‘project’(?) van de Klesch Group.
Bovendien was er geen sprake van erfpacht te verlenen aan die exploitanten van de oil terminal. Er zouden uitsluitend andersoortige rechtsbetrekkingen worden toegestaan in dat ontwikkelingsproject. Ook zou er risicospreiding worden gerealiseerd in de ontstane werkgelegenheid door een veelheid aan investeerders, waardoor Curaçao niet langer afhankelijk zou zijn van één enkele buitenlandse ‘investeerder’(?) Klesch.
De toenmalige ministerraad was wild enthousiast en het plan werd zonder voorbehoud aanvaard. Camelia-Römer zou binnen één week een werkgroep samenstellen met deelnemers vanuit elk ministerie, maar die werkgroep heeft nooit het levenslicht mogen aanschouwen.
Ook de daaropvolgende werkgroep, ingesteld door minister Steven Martina die het ontwikkelingsplan vlot zou trekken in 2017 ná het fiasco met Guangdong Zhenrong Energy (GZE), is geruisloos van het toneel verdwenen.
En nu? Nu zien wij een identieke herhaling van het debacle met Guangdong Zhenrong, waarbij alweer - nog vóórdat Klesch met één dubbeltje heeft bijgedragen aan de economie van Curaçao - het eigendomsrecht van onze meest waardevolle natuurlijke hulpbron aan de Klesch Group toegespeeld wordt. Incredible, absolutely incredible: zelfs een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen.
Naar verluidt heeft Klesch een prestatieplicht die pas over enkele maanden ingaat. Wat gaat de regering doen als per 30 juni 2020 de Klesch Group nog geen aanvang maakt met de toezeggingen?
Wat gaat de regering doen als de Klesch Group een miljardenlening sluit met de diepzeehaven als hypothecair onderpand; de regering kan dat niet verbieden, vanwege juridische en wettelijke aspecten, maar zelfs als er wel een rechtens afdwingbare voorwaarde wordt ingebouwd om dit te verbieden, dan nog is de risicofactor niet opgeheven, want het valt nog te bezien of de Klesch Group zich daar iets van zal aantrekken.
En als Klesch in gebreke blijft om tijdig aan zijn aflossingsverplichtingen te voldoen, wat dan? Wat er dan gebeurt, is dat onze diepzeehaven op een executieveiling in handen van een andere buitenlandse entiteit valt, die misschien in geopolitiek opzicht voor Curaçao ongewenst is.
Er doen zelfs geruchten de ronde, gevoed door mededelingen tijdens een persconferentie van de regering, dat er een verbod van verkoop geldt, met voorbehoud (een optierecht voor Curaçao) dat Klesch dan de diepzeehaven eerst aan Curaçao moet aanbieden, alvorens die aan een ander te mogen overdragen.
Te gek voor woorden! Dan mag Curaçao dus het eigendom van haar eigen voormalige diepzeehaven terugkopen die Klesch voor een appel en een ei had weten te bemachtigen in 2020.
De regering, noch RdK, noch PMO, noch welke juridische adviseurs dan ook die dit plan bedacht hebben en ten uitvoer willen brengen, zijn geen van allen bevoegd om onze diepzeehaven te verkwanselen aan welke buitenlandse entiteit dan ook. Die haven is eigendom van Curaçao, dat wil zeggen van de bevolking van Curaçao en van de toekomstige generaties van Curaçao en is geen eigendom van PMO of van de huidige regering.
Onder géén enkele voorwaarde mag er een erfpachtrecht aan Klesch worden verleend. De mogelijkheden voor de grootschalige ontwikkeling van Bullenbaai op een andere lucratievere manier staan nog open voor Curaçao. Als de regering, dan wel RdK, weigert om het verleende erfpachtrecht ook bij notariële akte te laten vestigen en dit aan Klesch meldt, zal Klesch zich vanzelf terugtrekken, want Klesch is absoluut niet geïnteresseerd in modernisering van de raffinaderij.
Die toezegging is alleen maar het schellinkje dat dient om de grote kabeljauw te vangen en dat is onze diepzeehaven Bullenbaai.
Marguérite Nahar volgt de ontwikkelingen met betrekking tot de toekomst van Isla-raffinaderij alsmede de oil terminal al tijden op de voet en schreef al eerder opiniebijdragen over dit onderwerp.