Door Wessel Geursen
De Caribische delen van het Koninkrijk kennen eigen belastingstelsels. Ook belastingen die worden geheven bij de verkoop van producten en diensten zijn daar onderdeel van. Op Aruba is dat geregeld in de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten en op Curaçao in de Landsverordening omzetbelasting die (wellicht) per 2021 wordt vervangen door een algemene bestedingsbelasting (abb). In het Europese deel van het Koninkrijk worden die belastingen beheerst door het EU-recht. De reden daarachter is dat het Europese deel van het Koninkrijk onderdeel is van de interne markt, waar vrij verkeer van goederen en diensten is. Om dat vrij verkeer te garanderen, zijn de belastingen op die goederen en diensten geharmoniseerd middels de btw-richtlijn. Weliswaar is het gehele Koninkrijk lidstaat van de Europese Unie. Maar onder de EU-verdragen is niet al het EU-recht gelijkelijk van toepassing op de Europese en Caribische delen van het Koninkrijk. Het Europese deel is onderdeel van de interne markt, waarop de interne-marktregels van toepassing zijn (dat is het grootste gedeelte van het EU-recht). De Caribische delen zijn onder het EU-recht aangemerkt als zogenoemde Landen en Gebieden Overzee (LGO), waarop het LGO-associatieregime van toepassing is. Daarnaast zijn algemene beginselen en bepalingen en het EU-buitenlands beleid gelijkelijk van toepassing op alle delen van het Koninkrijk. Aangezien de btw-richtlijn interne-marktwetgeving is en geen onderdeel van het LGO-associatieregime, verplicht het EU-recht niet tot toepassing van die richtlijn in de LGO. Dat laat onverlet, dat de staten van de Caribische landen of de BES-wetgever er zélf voor kunnen kiezen om interne-marktregels vrijwillig over te nemen. In de trant van: waarom het wiel opnieuw uitvinden.

Zo hebben de Staten van Curaçao en Aruba beide landsverordeningen aangenomen waarin het EU-mededingingsrecht voor een groot deel is opinie2overgenomen; waar de lokale economie dat vereist, is daarvan afgeweken. De EU-mededingingsregels zijn ook interne-marktregels die niet zijn opgenomen in het nu geldende LGO-associatieregime. Dus ook daarvoor geldt dat het EU-recht de Caribische delen niet verplicht diezelfde regels over te nemen en toe te passen. De Curaçaose Staten hebben evenwel voor aansluiting bij de Europese mededingingsregels gekozen, omdat daarmee optimale wetgeving ontstaat. Enerzijds worden daarmee Europese begrippen en normen gebruikt. Anderzijds ontstaat zo de mogelijkheid tot internationale kennisuitwisseling tussen bijvoorbeeld mededingingsautoriteiten. Zo wordt het wiel inderdaad niet opnieuw uitgevonden. De Arubaanse Staten hebben onlangs een vergelijkbare Landsverordening mededinging aangenomen die ook aansluit bij het EU-recht. Vrijwillige overname is evenwel niet onverplicht. Wanneer EU-recht vrijwillig is overgenomen, zal het volgens de regelen der kunst moeten worden toegepast en uitgelegd. Dat betekent ook dat Caribische rechters zich moeten ijveren tot eenvormige interpretatie van die EU-begrippen en indien nodig om uitleg kunnen vragen aan het Europese Hof van Justitie in Luxemburg; ook een vorm van internationale kennisuitwisseling. Overigens is EU-recht voor de rechters niet nieuw, omdat Caribische rechters het EU-recht nu ook al als interpretatiemiddel gebruiken wanneer zij rechtspreken. Dat het niet onverplicht is, blijkt uit het feit dat wanneer de regels onjuist worden toegepast het Koninkrijk als verdragspartij in gebreke kan worden gesteld door de Europese Commissie (dat is reeds gebeurd bij het onjuist toepassen van de EU-douaneregels door de Arubaanse en Curaçaose douaneautoriteiten).

Terug naar de btw. Het heeft er alle schijn van dat Aruba en Curaçao op grond van de Landspakketten die voorliggen in het kader van de Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) een btw-stelsel zullen gaan invoeren. Een dergelijk stelsel zou met gemak kunnen aansluiten bij het bestaande EU-rechtelijke btw-systeem, of op zijn minst bij de EU-rechtelijke begrippen. En waar de lokale economie dat vereist, kan daarvan worden afgeweken. De rechters in de Caribische delen van het Koninkrijk zouden daarmee kunnen putten uit een bijna onuitputtelijke bron van uitspraken van het Europese Hof van Justitie over begrippen uit de btw-richtlijn. Overigens deed het Gemeenschappelijk Hof van Justitie dat reeds ten aanzien van het belastingplichtige begrip in de Arubaanse Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten en stond de Hoge Raad dat ook toe, ondanks dat het Arubaanse recht over autonome begrippen beschikt. Overname van het EU btw- systeem zou bovendien een harmoniserende werking hebben. Dat zou het goederen- en dienstenverkeer tussen de Caribische delen vergemakkelijken. Eenvormigheid van de regelgeving zou immers dubbele heffing voorkomen en tegelijkertijd ook het risico op geen heffing wegnemen. Dat vergemakkelijkt het (vrije) verkeer, net als binnen de Europese interne markt. Bovendien is een btw-systeem eenvoudiger dan het voorgestelde Curaçaose abb-systeem, zoals ook reeds door Hans Ruiter in het Antilliaans Dagblad bepleit in zijn opinie ‘De abb op Curaçao; bezint eer ge begint (2)’. Dit Europese ‘btw-wiel’ zou mijns inziens dan wel eens een vliegwiel kunnen worden.

De auteur, mr. Wessel Geursen, is medeauteur van het boek Capita selecta Caribisch fiscaal recht en senior legal adviser bij De Brauw Blackstone Westbroek in Amsterdam en buitenpromovendus aan de Vrije Universiteit (VU).

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.