Isla kan niet zonder BOO
In het Antilliaans Dagblad van 30 juni laat Isla weten de BOO-centrale te willen opereren, maar niet als zij verantwoordelijk wordt gehouden voor de uitstoot van BOO. Isla moet vanaf 2010 voldoen aan de jaarnorm van 80 microgram per kubieke meter (?g/m3) zwaveldioxide (SO2) op straffe van 75 miljoen gulden boete, maar Isla rekent erop dat zij daar onder uit kan komen door te wijzen naar de BOO, de ‘grote vervuiler’!
Een stukje BOO-geschiedenis is op zijn plaats om te begrijpen welk slim spelletje Isla hier denkt te kunnen spelen. Het hele BOO-idee komt van Isla, die altijd haar eigen energiecentrale heeft gehad. In 1994 besloot Isla de raffinaderij te upgraden (IRUP) om meer winst te maken. De energiebehoefte van Isla zou door IRUP enorm toenemen en de slecht onderhouden Isla-energiecentrale moest worden opgeknapt en uitgebreid. Dit plan werd het BOO-project genoemd. PdVSA en overheid zouden financieren, zowel IRUP (330 miljoen dollar) als BOO (220 miljoen dollar). De uitstoot van SO2 zou door BOO enorm toenemen, maar door een 200 meter hoge BOO-schoorsteen zou de vervuiling op leefniveau (de immissie) afnemen.
In 1997 zouden IRUP en BOO afgerond zijn. BOO zou ook aan Aqualectra leveren, maar was primair een energiecentrale voor Isla en stond op dezelfde plek waar zij altijd stond. PdVSA trok zich als investeerder terug uit het BOO-energieproject (zij voorzag een slecht rendement) en na jarenlange onderhandelingen kwam financiering met buitenlandse investeerders rond. De belastingbetalers op Curaçao hebben honderden miljoenen meebetaald aan IRUP en BOO. Isla zag een deel van haar vervuiling nu via BOO het milieu ingaan. BOO, gerund door CUC, was namelijk contractueel verplicht Isla asfalt te gebruiken als brandstof. Asfalt is de belangrijkste bron van alle zwavel in de lucht. Waar de milieunormen eerst alleen voor Isla golden, golden die vanaf 2003, toen BOO operationeel werd, voor BOO en Isla tezamen.
BOO is een fiasco geworden, de burgers zijn opgelicht. Curaçao kan zonder BOO, maar …Isla kan niet zonder BOO. Isla is als enige raffinaderij ter wereld volledig afhankelijk van een ‘externe’ energieleverancier. Een leverancier die problemen heeft door verouderde, ondeugdelijke installaties die zij heeft moeten overnemen van Isla. Al in 2005 stelde Smoc voor de rechter dat de BOO niets anders is dan de oude Isla-energiecentrale in een nieuw jasje. Smoc eiste dat de overheid (de verweerder) de normen voor SO2 en fijn stof (TSP) moest handhaven voor Isla en de BOO tezamen.
In het vonnis van 2009 stelde de bestuursrechter Smoc in het gelijk: ,,Zowel voor de raffinaderij als CUC geldt dat zij slechts in gebruik mogen zijn met inachtneming van de immissienormen voor sulfur dioxide (onder andere jaargemiddelde van 80 microgram/m³) en TSP (onder andere jaargemiddelde van 75 microgram/m³). Beide inrichtingen dienen er bij het in werking hebben van de inrichting zorg voor te dragen dat de immissie in elk geval het maximum niet overschrijdt, terwijl de verweerder bevoegd is om aan Isla en CUC maxima op te leggen teneinde te voorkomen dat alle immissieruimte door hen beiden of een van hen wordt opgesoupeerd”.
Duidelijk stelt het vonnis dus dat de 80 microgram/m3 jaarnorm voor SO2 geldt voor immissie van Isla en CUC (BOO) tezamen! De overheid heeft aangegeven te zullen handhaven volgens dit vonnis. Isla is tegen het vonnis in beroep gegaan. Over twee weken volgt uitspraak. Verwacht wordt dat Isla weer zal verliezen. Isla beseft dit en komt tot overmaat van ramp haar ‘eigen’ BOO als grootste obstakel tegen. Isla lijkt namelijk de enige partij die BOO, haar ‘oude’ energiecentrale, kan opereren. Maar als Isla als beoogde operator verantwoordelijkheid weigert voor de uitstoot van BOO, lijkt het einde van BOO, en daarmee van Isla, zeer dichtbij gekomen.
Peter van Leeuwen is voorzitter van de Stichting Schoon Milieu Op Curaçao (Smoc).