Brief voorzitter Staten aan Tweede Kamer
Het Statenlid is, nadat hij zich geïdentificeerd heeft als Statenlid, onheus en op vernederende wijze bejegend; de 100-procentcontrole de toets der wet niet kan doorstaan; deze 100-procentcontrole van de burgers van Curaçao is onrechtvaardig, mensonterend en niet gebaseerd op reciprociteit.
Hij verzoekt daarom dat het Nederlandse beleid op basis van gelijkwaardig- en rechtvaardigheid wordt bijgesteld. Van onze Statenvoorzitter verwacht ik brieven op niveau. Dit is een domme brief. Ten eerste laten controleren door juridische zaken. Geheel onduidelijk is wat de Statenvoorzitter voor doel heeft, wil hij een aparte behandeling voor Statenleden? Waar is de Nederlandse douane in overtreding met de wet? Gaat het land Curaçao naar de rechter stappen eventueel? Wat is onrechtvaardig en mensonterend? Waar slaat reciprociteit op? Gaan we hier ook 100 procent controleren omdat Nederland dat met ons doet?
Dit zal ongeveer het antwoord zijn: De douane van Nederland controleert op basis van de Algemene Douanewet, Handboek Douane, onschendbaarheid van een persoon volgens de universele verklaring van de rechten van de mens en het verdrag tot bescherming van de rechten van de mens bepaalt dat niemand mag worden onderworpen aan vernederende handelingen. In de regels staat precies vermeld aan welke eisen lijfsvisitatie (art 1:28) moet voldoen en in het bijzonder dat visitatie van het onderlichaam en alleen schouwen van de openingen en holten mag worden verricht door een arts. Deze regels zijn uitstekend te vinden op internet. Deze wetgeving is verder een interne aangelegenheid van de Nederlandse overheid. Voor zover mij bekend gelden dezelfde regels voor de Douane van Curaçao. De burgers van Curaçao hebben inderdaad de pech dat vliegtuigen naar Nederland en idem naar de Verenigde Staten extra gecontroleerd kunnen worden, maar dat komt helaas door het verleden. Dat zijn verhoogde risico vluchten. Een ieder, inclusief een Statenlid kan naar de rechter stappen als men vind dat regels zijn overtreden.
Henk Pasman, Curaçao