Isla-besluit is een moreel vraagstuk
Toch is MSi niet gerust omdat de cruciale vraag nog steeds niet is beantwoord en zelfs niet is gesteld. Ook niet door de premier, integendeel. De cruciale vraag is niet of Isla mag voortbestaan. De cruciale vraag is of Curaçao durft en zal uitspreken dat een politieke praktijk die het vanzelfsprekend vindt dat de Isla jaarlijks (achttien) voortijdige doden veroorzaakt, moreel verwerpelijk is.
MSi stelt vast, niet triomfantelijk, maar met pijn, schaamte en bezorgdheid voor de morele toekomst van Curaçao, dat geen andere politieke partij ooit de vraag heeft gesteld of economie mag leiden tot (achttien) doden. Nota bene door beleid dat bewust afziet van maatregelen tegen de oorzaken van hun dood, zelfs na gerechtelijke uitspraken dat dergelijke maatregelen technisch mogelijk zijn en door de regering moeten worden opgelegd.
Het gaat niet om de politieke praktijk alleen. Geen enkele maatschappelijke instantie heeft uitgesproken dat leven prioriteit heeft en dat economie ondergeschikt is en dat daarom de Isla en het overheidsbeleid met betrekking tot de Isla een moreel deficit vertonen. Geen kerk, geen synagoge, geen tempel, geen moskee heeft uitgesproken dat geen enkel beleidsargument (achttien) doden rechtvaardigt.
Geen VBC, geen KvK, geen vakbond durfde het aan en de toerismesector verleidt zelfs toeristen om Bleinheim te bezoeken, de dodelijkste plek van Curaçao. Met hun stilzwijgen geven zij economie het primaat en categoriseren zij de Isla-doden als ‘collateral damage’: onvermijdelijke onbedoelde schade, de onvermijdelijke tol voor enkele procenten BNP. Maar stelde de premier niet onlangs dat als hij moet kiezen tussen gezondheid en economie, hij zal kiezen voor gezondheid, en stelt dat MSi niet gerust? Nee.
De door de premier bedoelde keuze, ligt niet in de toekomst. Die keuze ligt er al jaren en ligt er NU. Hij had die keuze dus al jaren geleden kunnen maken en hij kan hem NU maken, zonder enig onderzoek.
Als doctor in de (politieke) wetenschap weet hij immers dat wetenschap niet kan beslissen in morele vraagstukken. Voor de keuze tussen economie en leven is dus geen enkele uitslag van geen enkel onderzoek van geen enkele expert van doorslaggevend belang. Het is noch een technische, noch een economische beslissing, maar een politieke en dus een morele beslissing. Het Ecorys-rapport A Sustainable Future for Curaçao, wijst daar op pagina 17 in andere bewoordingen nota bene zelf op. Toch stelt de premier zijn keuze afhankelijk van onderzoek.
Het ontgaat hem dat hij daardoor de schijn wekt dat achttien doden voor hem niet doorslaggevend zijn om NU al voor gezondheid te kiezen.
Een passage in zijn brief aan minister Donner versterkt die schijn: ‘de regering zal (...) aspecten als economisch belang versus de gezondheid (...) terdege afwegen en balanceren, waarbij het aspect van gezondheid een zware wegingsfactor zal worden toebedeeld’. De premier zegt dus niet: geen doden door economie, maar hij zegt: we moeten doden afwegen tegen centen. Daardoor blijft de deur open voor stuitende discussies over de vraag hoeveel doden acceptabel zijn.
De premier belooft aan minister Donner dat hij zal afwegen en balanceren; hij vindt dus dat hij niet hoeft te kiezen.
Door het nalaten van die morele keuze, door hem, door de politiek, door het electoraat en door alle genoemde instanties, is de morele status van Curaçao in het geding. Mede daarom is MSi ongerust over de ethische principes in het aanstaande gesprek van de premier (over onder meer die achttien doden, mogen we hopen tenminste) met de man die tot zijn politieke vrienden rekent Holocaust-ontkenner Ahmadinejad, de president van Iran.
Edgar A. Leito, voorzitter Movementu Solushon Isla, Curaçao