Inbraakgolven
Kortgeleden werd er bij mij ingebroken. Dit gebeurt de laatste tijd regelmatig op Bándabou. Ook elders op het eiland. Een familielid logeerde in een appartement in een beveiligd resort in de stad. Zaterdagnacht mochten zij tot hun afgrijzen ongewenste bezoekers ontvangen. Ze vertrokken met de nodige spullen. Vorige week sprak ik met vrienden die in Hanenberg wonen. Ze vertelden me dat in hun buurt binnen 1 maand 3 inbraken waren. Camera’s en sensoren werden gesloopt en, eenmaal in huis, werden geld en sieraden meegenomen. Ook werd gesproken van pogingen tot inbraak. ’s Nachts wordt met grote stenen gegooid op de daken van huizen in Hanenberg. De politie komt en onderzoekt, maar weet niet wat te doen om nieuwe inbraken te voorkomen. Alsof de politie verlamd is. Ondertussen voelen veel mensen zich niet langer veilig. Een van de bewoners formuleerde het zo: ,,Ik betaal netjes mijn belastingen, dan mag ik toch van de overheid verwachten dat ze mij als burger bescherming bieden!” Zeker, dat mag verwacht worden. Nu komt het meest zorgwekkende: mensen durven geen open brief te schrijven met hun naam eronder uit angst voor wraak van criminelen. Nog erger, er zijn mensen die om diezelfde reden niet eens de politie durven roepen om aangifte te doen.
Een van de slachtoffers van inbraken vroeg mij een stuk te schrijven voor de krant. Ik doe dat graag, want ik denk dat de politie (en ook de minister van Justitie) deze feedback nodig heeft. In ieder geval denk ik dat veel frequenter en effectiever moet worden gesurveilleerd. Verder zal het huidige preventieve beleid op de schop moeten. Want zoals het nu gaat, gaat het niet langer.
Brede Kristensen,
Curaçao