Op afstand
Tijdens een eerder seminar over de wet en code Corporate Governance, zei toenmalig MCB-directeur Ron Gomes Casseres zeer treffend: het gaat niet (alléén) om de regeltjes die bedacht zijn om het besturen van overheidsbedrijven in het gareel te laten lopen, maar vooral om de ‘mensen’ die deze regels dienen toe te passen. Als die mensen de afspraken, richtlijnen en zelfs wetten aan hun laars lappen, ben je even ver, of eigenlijk, verder van huis.
De theorie is eenvoudig. Bij ondernemingsrecht aan de Universiteit van Curaçao wordt als eerste geleerd: ‘Het is belangrijk dat er bestuurderszelfstandigheid is en er binnen een nv/bv niet telkens bij de aandeelhouders aangeklopt hoeft te worden. Dit kost te veel tijd en geld en te veel meningen’. En: ‘De RvC heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de ondernemingsleiding. Hij beschikt echter niet over bevoegdheden om het bestuur opdrachten te geven’.
In de praktijk trekt de huidige MFK/PS/MAN-regering bij overheids-nv’s alle macht naar zich toe. Dat gebeurde, naar nu pas is gebleken, onlangs met de ‘machtiging’ om als individuele minister op te treden als aandeelhouder. En als de modelstatuten overheids-nv’s worden ingevoerd, zijn deze weer helemaal verworden tot ambtelijke diensten met als hoogste ambtenaar de voormalige ceo, die precies doet wat de minister hem opdraagt.
Hebben de RvC en/of de AVA dan helemaal niets te zeggen? Wel degelijk, maar in het belang van de nv én de samenleving werken directie en commissarissen samen om de doelstellingen van de onderneming en aandeelhouder te realiseren. RvC en AVA zullen daarbij hun eventuele aarzelingen - laat staan verwijten - niet in de openbaarheid brengen, omdat zoiets bankiers/financiers, leveranciers en afnemers doet afschrikken en dit funest kan zijn voor het voortbestaan van de overheids-nv. Overigens geldt óók voor de persoonlijke aansprakelijkheid van commissarissen.