Vertrouwen
‘Pas, trankilidat i prosperidat’ (vrede, rust en voorspoed). Daarop is het deze week getekende regeerakkoord 2012-2016 gebaseerd. Ook met het uiterlijk vertoon - in witte kleding en het loslaten van vredesduiven - voelen de leiders van de samenwerkende partijen PS, PAIS, PNP en het onafhankelijke Statenlid Sulvaran haarfijn aan dat Curaçao weer rust nodig heeft. Op hoofdlijnen ademt het regeerakkoord de noodzakelijke rust uit, zoals de expliciete keuze voor een constructieve benadering van de koninkrijkspartners en het ‘loslaten’ van de onafhankelijkheidswens. Maar er zijn ook onderdelen die nog onduidelijk zijn, zoals hoe wordt omgegaan met de consensusrijkswetten. En controversieel is de 80/20-wet, uit de koker van Pueblo Soberano, waar de overige aanstaande coalitiepartijen vermoedelijk alleen met grote tegenzin mee hebben ingestemd, wetende dat dit zeker onder het bedrijfsleven tot verzet zal leiden.
Naast vrede, rust en voorspoed is vooral vertrouwen nodig. Sterker, zonder vertrouwen geen voorspoed en waarschijnlijk ook weinig rust. Voor het vertrouwen zijn de ogen vooral gericht op PS-voorman Wiels, die tegenwoordig zo hevig afgeeft op het kabinet Schotte van de afgelopen twee jaar, maar daar zelf als tweede grootste regeringspartij wel deel van uitmaakte en dus mede verantwoordelijk is voor het tot een dieptepunt gedaalde vertrouwen en daar zelf ook actief aan bijdroeg met zijn verbaal geweld richting met name bedrijven. Nu vraagt hij in het hol van de leeuw, de VBC, de hand van de particuliere sector. Vraagt hij vertrouwen. Vertrouwen krijg je niet voor niets. Vertrouwen moet je verdienen. Dat kan alleen door dag en nacht dingen te zeggen en vooral dingen te doen die op lange termijn het vertrouwen winnen.
Vertrouwen wint iemand ook met transparantie, dat beseffen de partijen zelf ook. Vandaar de ‘transparante’ ondertekening van het akkoord op het Brionplein. Maar die transparantie dient consequent te zijn. Tot nu toe echter weet de bevolking niet wie de kandidaat-ministers zijn van PS. Ook het tijdelijke karakter van het ‘transitiekabinet’ is niet per se vertrouwenwekkend, alsof de partners zelf nog niet zo zeker van elkaar zijn en eerst in ondertrouw gaan alvorens te beslissen definitief het ‘jawoord’ te geven. Dat hoeft op zich nog niet slecht uit te pakken voor de onderlinge verhoudingen, maar overtuigt de buitenwacht niet en wekt twijfel bij investeerders en afnemers.
Feit is dat Curaçao en het establishment - evenals Wiels zelf - momenteel weinig andere keus hebben dan om elkaar het vertrouwen te geven. Veel alternatieven zijn er niet. En wat de PS-leider sinds 20 oktober, de dag na de verkiezingen, zegt is niet onredelijk en klinkt regelmatig zelfs positief en doordacht. Samen. Eenheid. Produceren. Genereren. Of bepaalde proefballonnetjes ook werken, zoals het voorstel om 2 procent van de omzet van bedrijven te storten in een sociaal fonds, is maar de vraag; ondernemingen krijgen het het komend jaar al voor hun kiezen met hogere werkgeverspremies AOV en ziektekosten - met overigens alle gevolgen van dien voor de consumentenprijzen. Maar het idee om de te grote sociaaleconomische en maatschappelijk kloof te dichten, is uiteraard goed. Niet alleen door te geven, maar vooral door te leren en er voor te werken.
So far so good. De komende weken, maanden en jaren moet blijken wie de ware Wiels is. Daarbij kan hij niet iedereen te vriend houden en zal zijn achterban - met name het hogere kader ervan - regelmatig brommen. En anderen zullen vanaf nu nauwlettend, 24/7, met argusogen in de gaten houden of Wiels echt is te vertrouwen.