Allen voor één
De woorden van premier Hodge van het transitiekabinet in zijn nationale rede voor radio en televisie zijn niets anders dan ter voorbereiding van de bevolking op nog meer te nemen maatregelen. Het zou volgens hem zelfs ‘misdadig’ zijn om geen maatregelen te treffen die tot doel hebben het wegwerken van de uiterst precaire financiële situatie waarin de overheid (weer) verkeert. Het is goed dat de regering open en helder communiceert met de burgers, ook om ze klaar te stomen voor pijnlijke besluiten die iedereen zal voelen. Maar op een bepaald moment kan het niet bij aankondigen alleen blijven, vooral als het gaat om de actie die van de overheid zelf wordt verwacht om te snijden in de eigen uitgaven. Tot nu toe wordt de rekening vooral eenzijdig bij anderen gelegd in de vorm van een uitgeklede zorgverzekering tegen een hogere prijs (premie). Iedereen beseft dat het met de ziekteverzekering ZV, alsook met de ouderdomsvoorziening AOV niet langer zo door kon gaan. Maar als iedereen dat weet, moeten de lasten daarvan ook door iedereen worden gedragen. Hodge verklaarde in zijn toespraak dan ook dat na verbetering van de pas aangenomen wet basisverzekering ziektekosten ‘iedereen’ hieronder zal vallen. Met andere woorden: ook de duizenden ambtenaren die via hun halsstarrige vakbonden tot nu toe buiten schot zijn gebleven. Terecht was daarover de maatschappelijke verontwaardiging direct al erg groot. Als alle groeperingen om een offer wordt gevraagd en daarbij bovendien wordt benadrukt dat van de zwaarste schouders de grootste bijdrage wordt verlangd, is het onbegrijpelijk dat deze algemene regel plotseling niet voor overheidsdienaren zou gelden. De toen pas aangetreden transitieregering heeft zich begin dit jaar laten overrompelen door de ambtenarenbonden en te snel - zonder slag of stoot - gewonnen gegeven. Een beginnersfout, maar wel een met grote gevolgen, vooral ook omdat van dit tijdelijke takenkabinet werd verwacht de vuile klusjes te zullen klaren, de zakelijke confrontatie aan te gaan met belangengroepen en orde op zaken te stellen, zoals Hodge nu zelf in zijn rede aangeeft. De transitieregering is nu bijna twee maanden verder. Van de zes maanden die zij heeft gekregen. De tijd gaat wellicht sneller dan verwacht. Voor inwerken en oriënteren is verder geen tijd meer. Hodge en zijn ministers zullen de zeilen moeten bijzetten, zeker als zij willen waarmaken wat ze zeggen: niet alleen de symptomen bestrijden, maar de problemen bij de bron aanpakken. Daar moet iedereen een bijdrage aan leveren: één voor allen, allen voor één.