Déjà vu
Het jongste onderzoeksrapport over de financiële en vooral economische situatie van Curaçao, opgesteld door TAC, heeft een hoog déjà vu-gehalte. Het lijkt allemaal al zo bekend: Curaçao scoort onder de maat, kan een stuk beter, heeft in potentie veel mogelijkheden, maar het komt er niet uit. Ook de in kaart gebrachte zwakheden en zelfs de opgesomde sterke punten van Curaçao klinken bekend in de oren. Dat klopt ook, want ze zijn niet één, twee of drie keer eerder, maar al vaker dan dat, door zowel eigen als externe deskundigen ontleed en opgeschreven. Wat de financiën betreft al door de Commissie Van Lennep, gevolgd door het IMF-rapport (International Monetair Fonds), met daarna meer het accent op de economie aan de hand van het IDB-rapport (Inter-American Development Bank), het Rapport Wijze Mannen, de FIAS-studie (Foreign Investment Advisory Service) en de Fiscale Commissie met ‘Removing Obstacles to Growth and Restoring Jobs in Curaçao; Issues, Strategic Agenda, And Implementation’. Veel issues zijn daarom reeds bekend. Toch valt het op dat TAC - naar eigen zeggen ‘a leading provider of economic, financial & risk advisory services’ - vooral de nadruk legt op productiviteit. Of beter gezegd in het geval van Curaçao: een te lage arbeidsproductiviteit. Met andere woorden: de factor arbeid scoort te laag. En zelfs met relatief veel inzet van de andere klassieke productiefactor, kapitaal (investeringen), schiet de Curaçaose economie tekort. Niet alleen ten opzichte van supermachten, maar ook vergeleken met ‘benchmark-landen’ als Barbados, Trinidad en de Bahama’s. TAC komt dan ook met een cocktail aan medicijnen, waarvan de voornaamste ook het meest voor de hand ligt, namelijk beter opgeleide en hoger gekwalificeerde werknemers die voldoende beroepsvaardigheden bezitten om goed geëquipeerd hun job te kunnen doen. Maar óók het arbeidsethos, de houding op de werkvloer, dient flink te worden opgeschroefd. Dit moet vrijwel automatisch tot een hogere productiviteit en winstgevendheid leiden, aldus de opstellers. En daarmee tot de broodnodige lange termijn economische groei. Niet onnodig besteedt TAC - wetende dat al een reeks rapporten is voortgebracht, maar die daarna snel in de la verdwenen - veel aandacht aan de uitvoering. Het opschrijven van bevindingen en aanbevelingen is niet het moeilijkste deel van de klus. De moed en durf om als collectief over te gaan tot implementatie, zullen bepalen of Curaçao daadwerkelijk tot actie overgaat of dat het over een paar jaar weer een déjà vu heeft.