Wat bezielde Nederland?
Relaties in het Koninkrijk op het spel gezet en de positie van de gouverneurs ondermijnd
Door René Zwart
Het akkoord dat Nederland en Aruba hebben bereikt om de begroting door een team van onafhankelijke deskundigen te laten toetsen, kan niet verhullen dat de verhoudingen tussen de landen van het Koninkrijk zware averij hebben opgelopen. Of beter gezegd: zijn toegebracht. Want alleen al door te dreigen met het beknotten van het budgetrecht van het land Aruba heeft de Nederlandse regering een grens overschreden die ook Curaçao en Sint Maarten te denken moet geven.
Dat het kabinet Rutte het niet eens is met de wijze waarop Aruba de crisis aanpakt, dat kan. Daar mag het uiteraard ook nog wel wat kritisch van zeggen. Wat echter niet kan, is dat het ene land het andere land op dit vlak de wet wil voorschrijven. Financieel beleid is een autonome aangelegenheid van de individuele landen. Dat weet ook minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maar al te goed.
Het is daarom ongehoord dat Nederland zelfs maar heeft willen overwegen om op grond van artikel 43 van het Statuut voor het Koninkrijk Aruba te dwingen de bepaald niet succesvolle Nederlandse aanpak van de crisis te adopteren. Het Statuut biedt het Koninkrijk (vanwege de overmacht van Nederlandse bewindslieden in de Rijksministerraad moet dat gelezen worden als Nederland) uitsluitend de mogelijkheid tot ingrijpen als de mensenrechten, de rechtszekerheid of de deugdelijkheid van het bestuur in het geding is. Sterker nog, dan is het Koninkrijk verplicht om op te treden. Toen de situatie op Curaçao daar in 2011/2012 onder het kabinet Schotte om schreeuwde, gaf Den Haag overigens niet thuis. Des te merkwaardiger is het dat Nederland de afgelopen weken wel dreigde Aruba onder curatele te plaatsen terwijl daar in de verste verten geen sprake is van twijfel over de mensenrechten, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur.
Dat Nederland desondanks de werking van artikel 43 geheel naar eigen inzicht heeft willen oprekken, maakt helder dat Den Haag anno 2014 er niet voor terugdeinst om de democratische grondrechten van de Koninkrijkspartners te schenden. Gouverneur Fredis Refunjol werd in een onmogelijke positie gemanoeuvreerd door hem te instrueren de door de Staten goedgekeurde begroting niet te ondertekenen, daarmee het budgetrecht van de Staten met voeten tredend. Ook al is de instructie inmiddels ingetrokken, het instituut gouverneur - afgezant van de koning - heeft een flinke deuk opgelopen.
De grote vraag is natuurlijk wat Nederland heeft bezield om zich op dit staatsrechtelijke dwaalpad te begeven. Feit is dat het Den Haag al veel langer stoort dat Aruba niet, net als Curaçao en Sint Maarten, onder het regime van het College financieel toezicht valt. Die landen hebben daarmee ingestemd in ruil voor miljarden aan schuldsanering. Aruba is dat niet aangeboden en het (rechtse) politieke klimaat in Nederland is er ook niet naar om dat alsnog te doen. Een ander feit is dat Aruba bij het bestrijden van de crisis voor een andere koers heeft gekozen dan Nederland. Rutte c.s. hebben de rekening van de crisis eenzijdig bij de burgers gelegd en dan met name bij de meest kwetsbaren zoals ouderen, gehandicapten, andere groepen die afhankelijk zijn van sociale voorzieningen plus de honderdduizenden die hun baan zijn kwijtgeraakt of hun huis noodgedwongen - en veelal met een forse restschuld - hebben moeten verkopen. De Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Paul Krugman hekelde Nederlands defensieve aanpak onlangs nog tijdens een spreekbeurt in Rotterdam. Het kabinet Rutte heeft de ooit zo sterke Nederlandse economie kapot bezuinigd, betoogde hij. En dat allemaal om het heilige doel te realiseren: het begrotingstekort zo snel mogelijk onder de Europese norm van 3 procent krijgen. Dat premier Mark Rutte daar zo aan hecht, laat zich simpel verklaren. Alleen zo maakt hij kans om zijn hang naar een mooie Europese baan waar te maken.
De ambities van zijn Arubaanse ambtgenoot Mike Eman zijn van een geheel andere dimensie. Die wil van zijn land een vijfsterrensamenleving maken: niet alleen vijfsterrenhotels voor de toeristen, maar voor de eigen bevolking ook vijfsterrenwoonwijken, vijfsterrenonderwijs en vijfsterrengezondheidszorg. Het kabinet Eman heeft - geheel in lijn met de visie van Krugman - gekozen voor een offensieve aanpak van de crisis. Het beleid richtte zich op handhaving van de koopkracht en het aanjagen van de economie. De prijs die daarvoor wordt betaald, is dat er meer tijd nodig is om het begrotingstekort terug te dringen. Nu de Arubaanse economie een gezonde structurele groei van rond de 3 procent vertoont, is de weerstand sterk genoeg om het mes te zetten in de overheidsuitgaven. Daarin overtreffen de ambities van Oranjestad die van Den Haag. Blijft Nederland gewoon doorgaan met meer geld uit te geven dan er inkomsten zijn, Eman c.s. werken toe naar een begrotingsoverschot en het afbouwen van de staatsschuld.
De in de afgelopen maanden doorgevoerde hervormingen en bezuinigingen van Aruba zijn verhoudingsgewijs veel ingrijpender dan die van Nederland. Toch vindt Den Haag het niet genoeg. Zonder dat hem daar naar werd gevraagd, herhaalde minister Plasterk waar hij maar kon dat hij zich zorgen maakte over de Arubaanse financiën. Enkele weken geleden repte hij plotseling over een mogelijke aanwijzing.
Het moet de bewindsman en anders zeker zijn ambtenaren duidelijk zijn dat voor zo'n ingreep geen aanleiding en al helemaal geen juridische grond is.
Bronnen in Den Haag wijzen er op dat Plasterk - na zijn echecs met het AIVD-afluisterschandaal en de superprovincie rond het Binnenhof ook wel aangeduid als de 'minister van niks tot nergens' - niet de kwade genius is (zijn weinig daadkrachtige optredens duiden er ook niet op dat dat in zijn aard ligt) maar - dankbaar dat Rutte hem de hand boven het hoofd heeft gehouden - braaf uitvoert wat die hem opdraagt. Het heeft er veel van weg dat de minister-president van Nederland een persoonlijke rekening heeft te vereffenen. Bekend is dat hij geen enkele affiniteit met het Caribisch deel van het Koninkrijk heeft. Het moet de man ook steken te worden vergeleken met Eman en met grote regelmaat te moeten horen: ,,Hadden wij maar zo'n premier, een man met visie en bevlogenheid."
Gegeven de reputatie van Rutte als drammer die niet naar anderen wil luisteren, mag het een wonder heten dat het Eman is gelukt zijn ambtgenoot ervan te weerhouden het Koninkrijk op te blazen. Want dat was wel de waarschijnlijke consequentie geweest van een staatsrechtelijk onhoudbare aanwijzing aan Aruba.
Dat neemt niet weg dat de reeds aangerichte schade groot is. Eman, hartstochtelijk pleitbezorger van een constructieve samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk, zal zich afvragen of dat wel zin heeft met dit Nederland dat de kleinere partnerlanden - alsof het voor 1863 is - met een ongekend staaltje van machtspolitiek op de knieën probeert te dwingen. Daarnaast is het gezag van de gouverneur ernstig aangetast. Je zou zelfs kunnen spreken van een mini-constitutionele crisis want het vertrouwen van de Staten en de bevolking in de vertegenwoordiger van de Kroon is door toedoen van Den Haag geschonden. Door Refunjol te verbieden de begroting te tekenen, is het land Aruba immers rechtstreeks in zijn belangen geraakt.
Toch kan de bevolking opgelucht ademhalen. Als het kabinet Eman zich niet met hand en tand had verzet tegen het onder toezicht komen van het Cft was het perspectief voor de burger uiterst somber geweest. Daarvoor hoeven de Arubanen alleen maar naar de buren te kijken. De door het Cft afgedwongen maatregelen op Curaçao hebben vooral de brede middenklasse keihard getroffen en de economie volledig doen vastlopen.
Het valt de Arubaanse regering te prijzen dat het de wijsheid heeft weten op te brengen om bereid te zijn tot een compromis waarmee Nederland geen al te groot gezichtsverlies lijdt. Het zou Den Haag niet misstaan dat te belonen met het aanbod om de Arubaanse overheidsschuld, net zoals die van Curaçao en Sint Maarten, te herfinancieren tegen de voor Nederland geldende rente van circa 2 procent. Dat zet meer zoden aan de dijk om de zorgen over de Arubaanse financiën weg te nemen dan drammerige machtspolitiek te bedrijven.
Ook al lijkt er een streep gezet onder de controverse tussen Den Haag en Oranjestad, het zou nuttig zijn als de roekeloze handelwijze van Nederland alsnog ter beoordeling aan de Raad van State wordt voorgelegd.