Openbare orde en rust
In verband met het tragische schietincident vorige week op Hato waarbij twee doden en zes gewonden zijn gevallen, publiceren het Antilliaans Dagblad en Èxtra gezamenlijk een opiniebijdrage in het Nederlands en Papiaments. Hiermee wordt getracht de aandacht van de politiek te vragen voor de aanpak van een groot en serieus probleem waarmee de Curaçaose samenleving wordt geconfronteerd.
Wat moet een regering doen? Over het antwoord op deze vraag, daar wordt heel verschillend over gedacht. Maar over één ding zijn allen het eens: de voornaamste taak van de overheid is de veiligheid van haar burgers te garanderen, al het andere komt daarna.
Die visie is door de voormalige Amerikaanse president Lincoln - inderdaad, degene die de slavernij afschafte - kernachtig omschreven: ,,Government should do for people only what they cannot do better by themselves.”
Die veiligheid kent drie aspecten:
1. Bescherming tegen buitenlandse vijanden. Dat is een taak van de krijgsmacht. Defensie is volgens het Statuut van het Koninkrijk een Koninkrijksaangelegenheid. Curaçao schuilt dus, militair gezien, onder de paraplu van Nederland (en de Verenigde Staten). En dat kost Curaçao helemaal niets; de kosten worden grotendeels gedragen door de Nederlandse belastingbetaler;
2. Bescherming tegen natuurgeweld. Curaçao is gezegend met een ligging buiten de orkaanzone. Ook hoeven de eilandbewoners hier geen hoge dijken te bouwen om de zee tegen te houden en zijn er ook geen hoge bergen die verwoestende lawines kunnen veroorzaken. Dus op dit beleidsterrein hoeft de overheid eveneens nauwelijks kosten te maken, behalve het vrij houden van rooien en duikers voor het geval het eens erg hard en lang regent;
3. Openbare orde en rust, dat wil zeggen bescherming tegen de ‘reguliere’ criminaliteit. Helaas lijkt het erop dat de regering in Willemstad deze taak niet (helemaal) onder controle heeft. Het dramatische incident op Hato afgelopen week onderstreept dat nog eens. Maar er speelt al veel langer veel meer.
Iedereen weet dat criminaliteit van alle tijden en van alle plaatsen is; het Bijbelboek Genesis spreek er immers al over. Maar dat wil niet zeggen dat er niets aan gedaan kan worden en dat wij alles maar - als een natuurverschijnsel - moeten laten gebeuren.
Het aantal atrako’s (overvallen) ligt hier verhoudingsgewijs ongeveer dertig (30!) keer zo hoog als in Nederland; de hoeveelheid levensdelicten ligt hier circa twintig (20!) keer zo hoog als in Nederland; en het aantal verkeersdoden ligt hier plus minus vijf (5!) keer zo hoog als in Nederland. De vergelijking met de grootste partner in het Koninkrijk dat bovendien in een ander werelddeel ligt, gaat lang niet altijd op. Maar de cijfers zijn wel veelzeggend.
Mensen op Curaçao betalen allemaal belasting aan de regering om deze kerntaak voor allen uit te voeren, ook de allerarmsten leveren via de omzetbelasting een bijdrage aan de pot met publieke middelen. Het mag bij openbare orde en rust géén argument zijn dat het geld ontbreekt.
Die publieke middelen (dus geld wat van ons allemaal is!) worden, zo kan men dagelijks zien, onder andere gebruikt voor blinkende dienstauto’s met chauffeur voor de ministers (en dienstauto’s zonder chauffeur voor hooggeplaatste publieke dienaren). Het lijkt erop dat die auto’s soms/vaak niet alleen in het dienstbelang worden gebruikt maar door sommige bewindslieden ook om hun kinderen naar school te brengen of om boodschappen te doen.
Ook is de reislust van menig minister vaak - op z’n zachtst gezegd - sterk ontwikkeld en een bewindspersoon wordt, vanzelfsprekend, vergezeld door zijn ambtenaren. Het nut van die vele dienstreizen, waaronder soms heel ver naar bijvoorbeeld China, is niet steeds direct duidelijk.
Een politicus zou kunnen tegenwerpen dat een besparing op dat budget niet zo heel veel uitmaakt op de totale overheidsbegroting. Maar al de antieke wijsgeren wezen erop dat iemand die niet tevreden is met weinig, nooit tevreden is. En een publieke dienaar dient zichtbaar zuinig om te gaan met het (schaarse) geld van anderen.
De regering vraagt offers van allen, dan hoort het politieke bestuur te laten zien dat zij zelf ook bereid is een stap te zetten. Bijvoorbeeld van nu af aan alle ministers in de eigen auto naar Fòrti en alleen maar reizen per comfort class (dat is nog altijd luxer dan economy class maar beduidend goedkoper dan business of first class).
Want de regering moet terug naar de kern van haar taak: het waarborgen van de veiligheid van de burgers. Die immers betalen de regering om dat doel te realiseren. Wat nodig is, om opnieuw Lincoln aan te halen, is: ,,Government of the people, by the people, for the people”. Dat draagt zeker ook bij aan de openbare orde en rust. Veiligheid is primair.