Zachte heelmeesters
Honderd gulden. Dat bedrag krijgen burgers en criminelen van de autoriteiten als zij hun illegale vuurwapen uiterlijk eind augustus van dit jaar inleveren. Het is één van de maatregelen die minister Nelson Navarro van Justitie afgelopen maandag aankondigde in de strijd tegen de toenemende criminaliteit op het eiland.
Honderd gulden. In het milieu van de georganiseerde misdaad staat dat bedrag gelijk aan nog minder dan niets. Honderd gulden. Minister van Justitie en OM, we hebben het wel over zware criminelen die tonnen uitloven voor het neerschieten van hun vijand. Mensen die met de handel in drugs in een fractie van een seconde veel meer verdienen dan wij met ons allen in één jaar. Individuen die hun blaffer, revolver dus, koesteren en het alleen maar afstaan als het uit hun handen wordt geschoten. Maar belangrijker nog: mensen die alleen de wet van de jungle kennen en respecteren. Die mensen dus, die met één goed gericht schot of met meerdere kogels uit een automatisch vuurwapen hun vijanden in koelen bloede liquideren, zouden nu, als door een wonder getroffen, hun wapens in komen leveren?
Niets doen is onder de gegeven omstandigheden uiteraard geen optie. Maar om een halfslachtige maatregel af te kondigen waar een beetje crimineel echt niet wakker van ligt is, hoe goed bedoeld ook, géén optie. Welbeschouwd zeggen wij met deze maatregel nu tegen de criminelen: Oké, u krijgt nog één laatste kans van ons. En daarna gaan we wel met harde hand optreden.
De tijd van een allerlaatste kans is echter al lang voorbij. Zolang wijken niet uitgekamd worden en criminelen niet de hete adem en de harde hand van justitie in hun nek voelen, zal de situatie onveranderd blijven. Overigens is het niet de eerste keer dat er een inleveractie van wapens wordt georganiseerd. Bij de persconferentie van afgelopen maandag moest hoofdofficier De Jong het antwoord schuldig blijven hoeveel wapens er destijds werden ingeleverd. Het feit dat er nu wederom zo’n actie nodig is, rechtvaardigt het vermoeden dat het vorige initiatief weinig zoden aan de dijk heeft gezet.
Er was een tijd dat onze samenleving de koelbloedige afrekeningen binnen het drugscircuit slechts van films en boeken kende. Maar die praktijken behoren al jaren tot de realiteit van onze samenleving. Tegen deze achtergrond moet de gemeenschap lering trekken uit de manier waarop andere landen succesvol korte metten maakten met de gewelddadige misdaad. Het land kan het zich niet veroorloven om niet op te treden, en zachte heelmeesters werken niet.
Als de samenleving nu niet drastisch optreedt, is de kans groot dat we morgen door een schietincident worden opgeschrikt dat nog angstaanjagender is dan de liquidatie vorige week bij luchthaven Hato. De criminelen hebben ons al laten zien dat geen enkele plek op het eiland veilig is voor hen. Justitie en OM moeten nu hard optreden opdat burgers zich op alle openbare plekken veilig kunnen blijven begeven.