Kustwacht bang?
Als de kustwacht onder werktijd vergadert of actie voert (lees: staakt), althans een flink deel ervan, omdat de leden zich bedreigd voelen bij de uitoefening van hun beroep, dan is er heel wat mis. Dan is de criminaliteitssituatie kennelijk nóg veel ernstiger dan gedacht of het zit fout bij de kustwachtorganisatie. Of allebei. Natuurlijk, ook een kustwachtfunctionaris dient zijn of haar werk zo veilig mogelijk uit te kunnen oefenen. En ook moet het commando ervoor zorgdragen dat hun ondergeschikten niet onnodig in een gevaarlijke situatie worden gebracht. Maar iedereen die bij de politie, douane, marechaussee of kustwacht solliciteert, weet dat het geen baan is zonder gecalculeerde risico’s. Dat zij de ‘vijand’ zijn van de onderwereld, van het boevengilde en de misdaad. Dus moeten ze wel tegen een stootje en zelfs stoot kunnen. Anders zijn kustwachters niet geschikt voor hun belangrijke met belastinggelden betaalde vak. Vakbond NAPB spreekt van regelmatige intimidatie. Bedreiging en intimidatie zijn nooit goed te praten, ook niet als het andere beroepsgroepen betreft, het is echter zeer de vraag of zorgen daarover voldoende rechtmatige reden is om gelijk het werk neer te leggen. Is de situatie op of rond het eiland dusdanig verergerd dat zelfs kustwachters hun leven niet meer zeker zijn? Zo ja, dan dient dit urgent en glashard te worden aangetoond en onderbouwd, want dan is ook het gevaar voor de burger die beschermd dient te worden vele malen groter dan tot nu toe aangenomen. De minister van Justitie moet deze vraag klip en klaar (kunnen) beantwoorden. Of is er iets anders aan de hand? Worden individuele leden van het kustwachtkorps geïntimideerd om bijvoorbeeld motieven in de privésfeer? Een heldere analyse is op zijn plaats. Of zijn het de bonden die roet in het eten gooien, want op Aruba en op Sint Maarten werden patrouilles nog gewoon uitgevoerd? Op Curaçao zijn de kustwachters gelukkig ook weer aan het werk gegaan. Eerder al verklaarde minister Navarro (PAIS) van Justitie dat de herstructurering en opschoning van de diverse opsporingsinstanties maar langzaam en moeizaam verlopen. Hij vergelijkt dit proces als de beweging van een ‘mammoettanker’; moeilijk bij te sturen en met veel tegenkrachten. In een situatie als waarin Curaçao zich bevindt, maar ook Bonaire, met te veel criminaliteit en een niet eenvoudig te monitoren kust - dichtbij het Zuid-Amerikaanse continent - die soms veel weg heeft van een gatenkaas, moeten alle zeilen worden bijgezet. ‘Ta basta awor’ geldt óók voor de kustwacht en de ambtenarenbonden, die tot nu toe richting het publiek te vaak de indruk wekken eerder blokkades op te werpen dan proactief en constructief mee te werken aan een veiliger land.