COMMENTAAR - Kabinet(niet)
Kabinetten komen en gaan, maar vaak blijven de problemen bestaan. In iets meer dan een jaar tijd viel in alle landen van het Koninkrijk de regering van het betreffende land, of liep deze flink averij op. In Nederland in juli 2023 het kabinet-Rutte IV. Op Sint Maarten in mei dit jaar - al na zeventien dagen - het kabinet-Mercelina I. Op Curaçao was het in augustus plotseling politieke crisis, hoewel het kabinet-Pisas II stand kon houden door snelle toetreding van andere fracties. En Aruba begon deze week met de val van het kabinet-Wever-Croes II (MEP/Raiz).
Het coalitiesysteem blijft kwetsbaar: tenzij één partij de absolute meerderheid heeft, moeten twee of vaak meer partijen samenwerken. Dat maakt het gevoelig voor grillige individuele politici met een eigen agenda, maar zorgt ook weer voor interne checks & balances (opdat niet een machtige partij in zijn eentje de dienst uitmaakt). In het Arubaanse geval geeft de kleinste coalitiepartner Raiz (twee zetels) aan de zittende Statenvoorzitter Edgard Vrolijk (MEP) niet langer in deze positie te dulden, waarop een ander in deze functie is gekozen. Maar de véél grotere MEP (9 zetels) kan dit - natuurlijk - niet over zijn kant laten gaan, neemt partijgenoot Vrolijk in bescherming en vindt dat Raiz niet zo tegendraads mag zijn; dus biedt partijleider Evelyn Wever-Croes het ontslag van haar kabinet aan. Vanaf dat moment is het politieke bestuur in Oranjestad demissionair. Dat het vervolgens snel kan gaan blijkt wel uit het feit dat de datum voor nieuwe verkiezingen al bekend is (6 december), terwijl de kandidatenlijsten op 18 oktober gereed moeten zijn. De politieke partijen op Aruba moeten aan de bak.
Wever-Croes zat bijna drie jaar. De nieuwe stembusronde komt dus een jaartje te vroeg. De vraag is of het partijen lukt om het electoraat uit te leggen dat een regering klapt op ‘één politieke figuur’ (Statenvoorzitter Vrolijk) in plaats van op een principieel verschillende zienswijze over een groot maatschappelijk vraagstuk. Het blijkt dus weer (meer) om de poppetjes te gaan dan om de inhoud, terwijl er genoeg zaken zijn waar gekozen volksvertegenwoordigers zich écht druk over zouden moeten maken en waar de burger daadwerkelijk baat bij heeft. Zoals over de publieke financiën, die weliswaar aan de beterende hand zijn, maar nog altijd verre van gezond. Om over het bij rijkswet te regelen financieel toezicht maar te zwijgen. De gezondheidszorg en de almaar oplopende kosten enerzijds en de tekorten aan medici anderzijds. En dan de prijs die het Land en de burgerij betaalt voor het ‘overtoerisme’, waar maatschappelijke groeperingen terecht steeds meer aandacht voor vragen. En zo zijn er meer issues, die met de val van het kabinet even op de achtergrond raken, ‘on hold’ worden gezet, maar verdwijnen zullen deze problemen zeker niet zomaar. Het woord is straks aan de kiezers, om capabele en vooral ook integere leiders aan te stellen.
Op Sint Maarten zijn de contouren van Mercelina II zichtbaar, nu met iets meer steun dan de minimale meerderheid. Pisas II op Curaçao wordt dankzij de hulp van opportunistische eenpersoonsfracties ‘Pisas III’, om met een krappe meerderheid de rit tot aan de reguliere verkiezingen in maart 2025 uit te zitten. Na hun ongezouten kritiek eerst op alles wat uit het regeringscentrum kwam, komt de gretige deelname van KEM en het onafhankelijk lid Zita Jesus-Leito niet bepaald als geloofwaardig over.
Maar kabinet(wel) of kabinet(niet)… in de politiek is alles mogelijk. En dat is in het ‘moederland’ Nederland regelmatig echt niet heel veel anders.