COMMENTAAR: Buitenlandse betrekkingen
Veiligheid voor alles. Dus óók die van de Venezolaanse oppositiekandidaat Gonzáles die een tijdlang door de Koninkrijksambassade in hoofdstad Caracas onderdak was gegeven, voordat deze afgelopen weekend naar Spanje vertrok. Toch zijn zeker wel kanttekeningen te zetten bij het feit dat zelfs de premiers van Curaçao en Aruba hiervan niet op de hoogte zijn gesteld door het Nederlandse kabinet-Schoof. Buitenlandse betrekkingen is een Koninkrijksaangelegenheid - dus van de vier landen van het Koninkrijk: Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten - maar vooral: Venezuela is het grootste buurland van het Koninkrijk, omdat de Caribische ABC-eilanden het Zuid-Amerikaanse continent welhaast kunnen aanraken, zó dichtbij ligt het land waar Nicolás Maduro nog steeds aan de macht is. Mocht de actie een tegenreactie uitlokken, hebben Curaçao en Aruba daar als eerste mee te maken.
Buitenlandse Zaken in Den Haag zegt, maar ook de vier regeringen maken zich hieraan ‘schuldig’, wanneer het zo uitkomt dat de landen één Koninkrijk vormen - het concept waarmee BZ zelf is gekomen luidt zelfs ‘One Kingdom-Four Countries’. Maar wanneer het niet zo goed uitkomt, wordt even ‘vergeten’ dat we samen in een en hetzelfde Koninkrijk zitten. BZ lijkt regelmatig zozeer op het buitenland te zijn gericht, dat ze daar lijken te zijn vergeten dat er nog andere landen binnen het Koninkrijk zijn die door beslissingen van ‘Den Haag’ geraakt (kunnen) worden.
De premiers zijn pas op zondag ingelicht nadat Gonzáles ruim een maand onderdak had gehad; van afstemming kon op dat moment nog nauwelijks sprake zijn. Zoals gezegd is de veiligheid, ook van betrokken ambassadepersoneel, primair. Dan is op zich te begrijpen dat dit in een heel kleine groep wordt gehouden. Toch hadden de regeringsleiders in Willemstad en Oranjestad wel eerder kunnen en moeten zijn geïnformeerd. Betoogd kan worden dat de directe belangen van de eilanden (vele malen) groter zijn dan die van Den Haag alleen en die van Europese Unie, waar Nederland wel rekening mee houdt. De eerste vraag die opkomt is of het feit dat afstemming niet heeft plaatsgevonden gebaseerd is op een gebrek aan vertrouwen. Dat kan. De weifelende houding van met name premier Gilmar Pisas (MFK) van Curaçao om inzake Venezuela en Maduro een standpunt in te nemen, kan daartoe hebben bijgedragen. Anderzijds was zijn Arubaanse collega Evelyn Wever-Croes (MEP) wél duidelijker, maar werd ook zij ‘buitengesloten’. Gemis aan vertrouwen kan meespelen, maar ook de Nederlandse ‘arrogantie’, dat alleen Den Haag verantwoordelijk kan zijn voor de buitenlandse betrekkingen, kan een bepalende factor zijn.
Feit is dat de Benedenwindse ABC-eilanden ‘op een steenworp afstand’ liggen van een onvoorspelbare grote vaak boze buurman. Tot nu toe heeft het Venezuela van Maduro nog redelijke flauwtjes gereageerd; in ieder geval niet zoals Caracas tegen Peru, Panama, Argentinië en andere Latam-landen tekeer is gegaan. Maar bij Maduro weet je het nooit, dus wat niet is kan nog komen.
Het Statuut is helder en dient gerespecteerd te worden, namelijk dat ten aanzien van de buitenlandse betrekkingen wordt aangenomen, dat buitenlandse betrekkingen - wanneer belangen van Aruba, Curaçao of Sint Maarten in het bijzonder daarbij betrokken zijn, dan wel wanneer de voorziening daarin gewichtige gevolgen voor deze belangen kan hebben - Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten raken. Niet de (Nederlandse) Grondwet, maar het Statuut is de hoogste constitutionele regeling van nationale origine binnen het Koninkrijk. Dat is al sinds 1954 zo en dient te worden nageleefd, anders kunnen alle afspraken de prullenbak in.
Belangrijke zaken moeten op het hoogste politieke niveau (vertrouwelijk) worden besproken, in dit geval met beide premiers. Niet dat per se invloed op de besluitvorming moet plaatsvinden - het is informeren ‘after the fact’ - maar ten minste de minister-presidenten in staat stellen zich te oriënteren op mogelijke gevolgen voor hun land en het kunnen voorbereiden van de reactie van hun regering daarop.