Onderwijsinspecteur wordt in het ongelijk gesteld

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De herexamenresultaten biologie van twee vsbo-examenkandidaten van het Omega College zijn alsnog geldig verklaard door de rechter. De inspecteur onderwijs keurde de resultaten eerder af, waardoor de leerlingen geen eindcijfer ontvingen en niet slaagden.

De beschikking van de inspecteur wordt nu door het gerecht vernietigd. En zo wordt in het vonnis uitgelegd: ,,Dat betekent dat de cijfers die de leerlingen hebben gehaald bij het herexamen biologie van 20 juni 2024 nog geldig zijn en moeten worden vastgesteld zonder dat de leerlingen opnieuw een herexamen hoeven te maken.” Voor zover bekend, gebeurt het niet vaak dat de onderwijsinspecteur op deze manier wordt gecorrigeerd.
Een minderjarige jongen en meisje haalden eerst een onvoldoende voor het centraal schriftelijk examen voor het vak biologie. Daarna deden ze mee aan het herexamen. Dit herexamen is vervolgens nagekeken door hun docent biologie als eerste corrector en door een tweede corrector/gecommitteerde.
,,Deze gecommitteerde heeft geweigerd om de cijfers van de leerlingen vast te stellen omdat zij een ‘gut feeling’ had dat iets niet klopte. Zij vond het onder meer opmerkelijk dat de leerlingen veel hogere scores hebben gehaald voor het herexamen dan het examen dat ze in het eerste tijdvak hebben gemaakt”, zo wordt verslag gedaan in het vonnis. Op basis hiervan heeft de directeur van het Omega College de inspecteur gebeld en hem in kennis gesteld van de ontstane impasse. Die besliste uiteindelijk om de examens ongeldig te verklaren.
De inspecteur heeft volgens de (ouders van de) leerlingen in strijd gehandeld met de wet en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het zorgvuldigheidsbeginsel en het beginsel van ‘fair play’.
Daartegenover stelt de inspecteur dat de processen-verbaal van de middelbare school met betrekking tot het toezicht bij het afleggen van het herexamen niet gedetailleerd genoeg zijn opgesteld. Omega is nalatig geweest. Maar, zo oordeelt het gerecht: ,,Dat dat vragen oproept bij de inspecteur is begrijpelijk. Echter, het nalaten van de middelbare school op zich rechtvaardigt niet zonder meer de beslissing van de inspecteur om het herexamen van de leerlingen ongeldig te verklaren.”
De rechter vindt dat op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel de inspecteur de feiten en belangen zorgvuldig had moeten onderzoeken en had moeten vaststellen welke feiten en belangen hij bij zijn oordeel betrekt. Ook had hij de betrokkenen op een correcte manier moeten bejegenen en de procedure correct moeten volgen om tot een deugdelijke beslissing te komen. ,,Hij had dus in ieder geval de middelbare school moeten vragen om nadere informatie en eventuele (bewijs)stukken over wat zich precies heeft voorgedaan tijdens het herexamen”, aldus het vonnis.