Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Alle in eerste aanleg veroordeelde gedaagden in de Ennia/Ansary-zaak geven via hun respectieve advocaten aan tijdig hoger beroep te hebben ingesteld.

AnsaryDe meesten met dezelfde gemachtigde, een enkele heeft een geheel nieuwe advocaat in de arm genomen voor het vervolg van de aansprakelijkheidsprocedure van de Ennia-verzekeringsgroep tegen de aandeelhouders en voormalige bestuurders/commissarissen. Ennia wordt in dezen, in verband met de noodregeling, aangestuurd door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS).
Op maandag 29 november 2021 werd door rechter Eveline Nootenboom-Lock in deze zaak vonnis gewezen in eerste aanleg. Alle gedaagden werden veroordeeld. Zij hadden zes weken de tijd om hoger beroep in te stellen. Tot afgelopen maandag 10 januari.
Op de vraag aan het gerecht of dit ook is gebeurd, en tijdig, ontving de redactie nog geen antwoord. Maar de gemachtigden van de gedaagden stellen tegenover het Antilliaans Dagblad dat dit wel het geval is.
Het gaat om Hushang Ansary, wonend in Houston, Texas, Verenigde Staten; de besloten vennootschap Parman International bv, gevestigd op Curaçao; Abdallah Andraous, wonend op Sint Maarten; en Ralph Palm, wonend op Curaçao. Zij hadden en hebben nog steeds Mirto Murray en Karan Doekhi van Murray Attorneys at Law als advocaten.
Nina Ansary, de dochter van Hushang Ansary, wonend in Los Angeles, Californië, VS, had hen eerder ook als haar raadslieden, maar zij maakte in verband met het hoger beroep de overstap naar een team van VanEps Kunneman VanDoorne geleid door Roderik van Hees en Rogier van den Heuvel, die samenwerken met Susheel Kirpalani van Quinn Emanuel Urquhart & Sullivan in New York.
Tot slot de zesde gedaagde, Gijsbert van Doorn, wonend op Curaçao, die in eerste aanleg apart van Ansary en de zijnen procedeerde en dat opnieuw doet met Jeroen de Baar en Ursus van Bemmelen van BBV Legal als zijn gemachtigden.
Ook in hoger beroep staan zij tegenover dezelfde eisers: de nv’s Ennia Caribe Holding, Ennia Caribe Leven, Ennia Caribe Schade en Ennia Caribe Zorg alsmede de bv EC Investments, alle gevestigd te Curaçao, met Sabine Altena, Karina Keizer en Michiel van den Brink van Ox & Wolf Legal Partners.
Het door het Hof uitgestuurde - geanonimiseerde - vonnis werd eind november vergezeld van een persbericht: ,,De gedaagden zijn veroordeeld tot betaling van schadevergoeding van - voor alle gedaagden samen en alles opgeteld - ruim 1 miljard gulden”. Het gerecht heeft vastgesteld dat na de overname van Ennia in 2006 door Ansary sprake is geweest van een wijziging van het beleid en van transacties en uitgaven ‘die zeer nadelig waren voor Ennia’. Voor zover de gedaagden daarvan als bestuurders of toezichthouders een ernstig verwijt kan worden gemaakt, zijn zij voor de door Ennia geleden schade aansprakelijk gehouden.
,,Het gerecht heeft hierbij veel gewicht toegekend aan het feit dat Ennia een verzekeraar is en aan het belang van de (pensioen)polishouders dat Ennia ook op langere termijn aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen.”
De gedaagden zijn ieder (deels hoofdelijk) veroordeeld tot betaling van de volgende bedragen: Hushang Ansary 1.007.434.964 gulden; Nina Ansary 945.457.270; Abdallah Andraous 237.233.274; Ralph Palm 237.233.274; Parman International bv 188.975.969; en Van Doorn 15.555.737.


Ansary was ‘feitelijk bestuurder’
In het vonnis van 29 november vat het gerecht eerst de gang van zaken binnen Ennia samen vanaf het moment dat Hushang Ansary in 2006 Ennia overnam totdat op 14 juli 2018 de noodregeling over Ennia werd uitgesproken. Het gerecht bespreekt daarna de maatstaf voor de beoordeling van de vorderingen van Ennia. Het gerecht overweegt dat Ennia weliswaar een commerciële onderneming is, maar dat vanwege de aard van haar onderneming en het maatschappelijk belang van die onderneming een hogere mate van zorgvuldigheid van Ennia moet worden verwacht dan van een gewone commerciële onderneming. Dat heeft volgens het gerecht ook tot gevolg dat van de raad van bestuur (RvB) en de raad van commissarissen (RvC) van Ennia een aangescherpte norm voor zorgvuldig bestuur en beheersing van risico’s mag worden verwacht.
Het verweer dat de gedaagden in dit verband in eerste aanleg voerden, namelijk dat van een bestuurder van Ennia dezelfde mate van zorgvuldigheid mag worden verwacht als van de bestuurder van, bijvoorbeeld, een kleine supermarkt - door het gerecht het ‘supermarkt-verweer genoemd - wordt in het vonnis als ‘geheel onjuist’ van tafel geveegd.
Het gerecht stelt in het vonnis vast dat, na de overname van Ennia door Hushang Ansary in 2006, de vennootschapsstructuur en het beleggingsbeleid van Ennia zo zijn gewijzigd dat het belang van Ennia en de polishouders niet meer voorop stond. Volgens het gerecht is daarmee binnen Ennia in belangrijke mate niet voldaan aan de bijzondere zorgplicht voor bestuurders en commissarissen van een levensverzekeraar.
Tot de bestuurders rekent het gerecht ook Hushang Ansary. Hoewel hij formeel alleen (indirect) grootaandeelhouder en commissaris bij Ennia Caribe Holding was, bepaalde hij het beleid binnen Ennia als ware hij bestuurder. Het gerecht stelt vast dat hij daarom heeft te gelden als ‘feitelijk bestuurder’.
De schadevordering van Ennia was gebaseerd op verschillende concrete verwijten aan het adres van de gedaagden. Het gerecht heeft die verwijten onderzocht en ten aanzien van ieder van de gedaagden beoordeeld of zij aansprakelijk zijn en wat de hoogte van de schade is.
Het belangrijkste verwijt dat Ennia aan de gedaagden maakt, is dat zij de belangen van Ennia verkwanseld hebben bij het doen van een belegging in de Amerikaanse onderneming Stewart & Stevenson LLC, een onderneming waarover Hushang Ansary de volledige zeggenschap had. Het verwijt komt er in de kern op neer dat door de gedaagden met, voornamelijk, financiële middelen van Ennia een risicovolle investering is gedaan, maar dat de opbrengst van deze investering bijna volledig ten goede is gekomen aan Hushang en Nina Ansary.
Het gerecht heeft de schade die Ennia hierdoor heeft geleden begroot op 743.940.000 (bijna 744 miljoen) en Hushang en Nina Ansary hoofdelijk veroordeeld tot vergoeding van dit bedrag.
Een tweede belangrijk verwijt dat Ennia aan de gedaagden maakt, is dat er zeer aanzienlijke (dividend)uitkeringen zijn gedaan, zonder dat daar besluitvorming aan ten grondslag lag en zonder dat het vermogen van Ennia hiervoor toereikend was. Het gerecht heeft Parman International, Hushang en Nina Ansary, Andraous en Palm in dit verband hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van 188.975.969 (bijna 189 miljoen).
De overige verwijten waarvoor het gerecht schadevergoedingen heeft toegewezen, betreffen excessieve en onzakelijke uitgeven aan onder meer donaties aan, met name, organisaties in de Verenigde Staten, beloningen van commissarissen, vergoedingen aan personen die geen werkzaamheden voor Ennia hebben verricht, en de kosten voor het veelvuldig gebruik van een privéjet door Hushang Ansary en zijn echtgenote.

Gedaagden en hun rol

  • Hushang Ansary is (indirect) grootaandeelhouder en was commissaris van Ennia Caribe Holding;
  • Parman International is de aandeelhouder van Ennia. Via deze vennootschap werden de aandelen in Ennia gehouden door, onder meer, Hushang Ansary (77,1 procent), zijn dochter Nina Ansary (15,9 procent) en Abdallah Andraous (1 procent);
  • Nina Ansary, naast (indirect) aandeelhouder was zij ook commissaris bij Ennia Caribe Holding;
  • Andraous, minderheidsaandeelhouder en ex-bestuurder bij verschillende Ennia-vennootschappen;
  • Palm, voormalige bestuurder bij verschillende Ennia-vennootschappen;
  • Van Doorn, oud-bestuurder bij verschillende Ennia-vennootschappen.

Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.