Vierde en vijfde tranche afvloeiingsregeling
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Refineria Isla bv heeft nog 27 miljoen gulden nodig om onder andere de verplichtingen aan ex-werknemers na te komen. Het gaat om de vierde en vijfde tranche van de afvloeiingsregeling.
De voormalige exploitant van de olieraffinaderij op Curaçao is in overleg met de overheid over de mogelijkheid om olieproducten te verkopen waarop vorig jaar beslag is gelegd. Dat bevestigt Lucas Beaujon, human resource manager bij Refineria Isla, dochtermaatschappij van het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA. Volgens Beaujon heeft Refineria di Kòrsou (RdK) op 15 september 2020 beslag laten leggen op één miljoen vaten ruwe olie, eindproducten en semi-eindproducten met een marktwaarde van 105 miljoen gulden. ,,Daarvan zou de 27 miljoen betaald moeten worden”, zegt Beaujon.
Door het uitblijven van de laatste twee tranches van de afvloeiingsregeling is er onrust ontstaan onder een deel van de ex-medewerkers van Isla. Een afvaardiging van Curaçao Energy & Petrochemical Cooperative (CEPC) en Grupo 6 heeft gisteren een brief overhandigd aan minister-president Gilmar Pisas (MFK). In de brief uitten de organisaties hun bezorgdheid over de situatie.
RdK, eigenaar van de installaties en terreinen, speelt geen rol in het uitvoeren van de afvloeiingsregeling van de bijna 900 ex-medewerkers van Refineria Isla, maar denkt wel mee over de mogelijkheid om de olieproducten waar beslag op is gelegd te verkopen. ,,Het gaat erom of dat juridisch kan”, zegt RdK-directeur Marcelino de Lannoy. ,,We zijn er nog niet uit.” De Lannoy ziet liever een andere oplossing. ,,Het mooiste zou zijn als PdVSA besluit olie te leveren aan RdK, zodat wij die op basis van onze Ofac-licentie kunnen verkopen. Dat moet dan wel voor 31 december gebeuren, want dan loopt de licentie af”, zegt De Lannoy. De verkoop van de Venezolaanse producten is alleen mogelijk met groen licht van de Office of Foreign Assets Control (Ofac) in Washington in verband met de Amerikaanse sancties tegen de Venezolaanse regering.
September vorig jaar was er nog sprake van dat RdK zélf een deel van de olieproducten waar beslag op is gelegd zou verkopen om de uitbetaling van de vierde en vijfde tranche van de afvloeiingsregeling veilig te stellen. ,,Dat klopt”, zegt De Lannoy nu. ,,Maar het was de bedoeling dat de vakbonden PWFC en Apri mee zouden doen met de beslaglegging. Dat hadden de bonden toegezegd, maar dat is niet gebeurd.”
Beaujon wijst erop dat Refineria Isla al 75 procent van de kosten in verband met de afhandeling van de verplichtingen aan de ex-medewerkers heeft betaald. ,,Van het totale bedrag van 110 miljoen gulden is 83 miljoen uitbetaald.” Dat betreft de eerste drie tranches van de afvloeiingsregeling en verschillende inhoudingen, bijvoorbeeld in verband met de afdracht van belastingen, het pensioenfonds en lijfrentes. Beaujon: ,,Voor de vierde en vijfde tranche zijn de ingehouden belastingen en premies al betaald aan de fiscus.” Van de 27 miljoen gulden worden de bedragen aan werknemers betaald, inhoudingen aan derden (exclusief belasting en premies) en een aov-uitkering van gepensioneerden van 60 tot 65 jaar.
Foto: Een delegatie van Curaçao Energy & Petrochemical Cooperative (CEPC) en Grupo 6 heeft gisterochtend een brief overhandigd aan premier Gilmar Pisas. Daarin uitten de organisaties, namens de ex-medewerkers van Refineria Isla, hun bezorgdheid over het uitblijven van de vierde en vijfde tranche van de afvloeiingsregeling. Vanaf Fort Amsterdam ging de groep naar het Wilhelminaplein.
