Hof: Voor kredieten drie maanden of korter voorlopig hoger

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De maximaal in rekening te brengen rente (APR = Annual Percentage Rate) bedraagt 27 procent. Dat had de Centrale Bank CBCS al opgelegd aan zogeheten microkredietverstrekkers en dat is nu ook in hoger beroep door het Hof goedgevonden.

microkredietBehalve voor kredieten met een zeer korte looptijd, namelijk van niet meer dan drie maanden; daarvoor heeft het Hof zelf in de zaak voorzien door te bepalen dat voorlopig - voor de periode van 1 juni 2021 tot 1 juni 2023 - een maximum rentepercentage van 45 procent geldt.
Het Hof heeft gisteren vonnis gewezen in de zaak van vier op Curaçao gevestigde ‘microlenders’ tegen de CBCS. Het gaat om Joyfields International bv, RHM Management and Investment Company nv, Continual bv en Cash Services nv, die zich verzetten tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg in november 2018.
In mei het jaar ervoor had de Centrale Bank medegedeeld dat vanaf 5 mei 2017 in de Provisions on the Disclosure of Pricing Information on Consumer Credit (APR Provisions) voor consumentenkrediet een maximum APR zal worden opgenomen en dat vanaf die datum - met een overgangsperiode van twee maanden - een maximale APR van 27 procent geldt.
CBCS heeft hier de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen (LTBK) aan ten grondslag gelegd. Volgens de CBCS biedt de LTBK de wettelijke basis voor het vaststellen van een maximum APR. ,,Maximering van de APR heeft tot doel consumenten te beschermen tegen uitbuiting.”

Daarmee wordt ook een kader gesteld waarmee de integriteit en de stabiliteit van de financiële markten van Curaçao en Sint Maarten worden bevorderd. En zo wordt ook bijgedragen aan de belangen die de LTBK beoogt te beschermen, waar volgens de CBCS onder meer het borgen en bevorderen van een gezond en integer financieel systeem onder valt. Voor dat laatste verwijst de CBCS tevens naar de in het Centrale Bank-statuut aan de CBCS opgedragen taak om de gezondheid van het financiële systeem van Curaçao en van Sint Maarten te bevorderen.
De microkredietverleners stellen zich echter op het standpunt dat de CBCS ‘niet bevoegd is’ om een maximum APR vast te stellen, omdat daarvoor geen wettelijke grondslag bestaat. Het vaststellen van een maximumprijs voor kredietverlening met het oog op de bescherming van consumenten is volgens hen een maatregel die alleen door de wetgever (regering en parlement samen, red.) kan worden vastgesteld.

Met 27% APR rendabele bedrijfsvoering mogelijk
Daarbij wijzen Joyfields, RHM, Continual en Cash Services op de gevolgen die de maatregel heeft voor hun bedrijfsvoering en op de beperking van de contractsvrijheid die daarvan het gevolg is. Doordat met de maatregel feitelijk microkredietverstrekkers van de markt worden verwijderd, betreft dit een afweging die alleen door de wetgever kan worden gemaakt.
Deze microlenders betogen verder dat consumentenbescherming niet de taak is van de CBCS. Uit het Centrale Bank-statuut en de toelichting daarop volgt volgens hen dat de toezichthoudende taak van de Centrale Bank beperkt is tot het financieel verkeer en financiële stabiliteit.
In dat verband wijzen zij erop dat in Hoofdstuk V van de LTBK (‘De reikwijdte van het toezicht’) uitsluitend monetair toezicht en bedrijfseconomisch toezicht worden genoemd, waarbij het monetaire toezicht gericht is op het handhaven van de waarde van de geldeenheid - de gulden - en het bedrijfseconomische toezicht op de liquiditeit en de solvabiliteit.
Consumentenbescherming is een vorm van gedragstoezicht en is hier geen onderdeel van. De vier bedrijven merken in dat verband nog op dat ook in Nederland het gedragstoezicht niet is neergelegd bij de Centrale Bank DNB, maar bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Kortom, dat de bevoegdheid om een maximum APR-rente vast te stellen kan worden afgeleid uit de taak van de CBCS om een gezond en integer financieel systeem te bevorderen, is volgens de microkredietverstrekker ‘onjuist’.

Het Hof vindt, na afweging, dat de Centrale Bank wel mocht besluiten om een maximum APR in te voeren. Het percentage van 27 procent vindt het Hof aanvaardbaar, behalve voor kredieten met een looptijd van korter dan drie maanden. Daarvoor heeft het Hof nu voor de periode van 1 juni dit jaar tot 1 juni 2023 een maximum rentepercentage van 45 procent vastgesteld. Daarna kan ook voor kortlopende kredieten een definitief percentage worden vastgesteld.
De vier microkredietondernemingen Joyfields International, RHM Management and Investment Company, Continual en Cash Services betogen dat de invoering van een maximum APR van 27 procent tot gevolg heeft dat hun bedrijven in de bedrijfsvoering op een zodanige wijze worden beperkt dat een rendabele voortzetting is uitgesloten. Dat is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Zij hebben hun bedrijven met toestemming van de overheid opgebouwd, zonder dat aan de ontheffingen een dergelijk voorschrift was verbonden. Met een zo vergaande beperking van hun ondernemersvrijheid konden en hoefden zij ook geen rekening te houden.
Zij bestrijden dat exorbitante rentepercentages en kosten bij consumenten in rekening worden gebracht. Ook voeren zij aan dat niet duidelijk is op welke wijze het percentage van 27 procent tot stand is gekomen. De CBCS heeft ter onderbouwing daarvan slechts in algemene zin verwezen naar Europese regelgeving en naar de situatie in Nederland en op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Volgens de microlenders heeft de CBCS nagelaten om de specifieke omstandigheden op Curaçao te betrekken.
Voorts, zo stellen zij, heeft de CBCS geen enkel onderzoek verricht naar de vraag welke invloed een maximum APR van 27 procent zal hebben op de continuïteit van hun bedrijven en de werkgelegenheid die zij verschaffen. Uit het voor hen opgestelde rapport van BDO, het recentere rapport van Endymion en het rapport ‘Prijsanalyse van Payday leningen’ van Curaçao Financial Group (CFG) van 31 augustus 2020 blijkt volgens deze vier microlenders wat hun bedrijfskosten zijn en dat de continuïteit van hun zaken direct in gevaar komt bij de invoering van dit rentepercentage.
Ook betogen Joyfields, RHM, Continual en Cash Services dat de Centrale Bank niet heeft onderzocht of de invoering van een maximum APR daadwerkelijk zal leiden tot extra bescherming van kwetsbare consumenten. In dat kader hebben zij in de procedure bij het Hof het ‘Bevindingenrapport: Shon Fia klantonderzoek’ van Grant Thornton (GT) van 18 augustus 2020 overgelegd.
Uit dit onderzoek kan volgens hen worden afgeleid dat de consumenten aan wie zij kredieten verlenen niet bij banken terechtkunnen voor een kortdurende lening. Deze consumenten zullen daardoor in het illegale circuit terechtkomen, waarin zij geen enkele bescherming hebben. ,,CBCS gaat hier volledig aan voorbij.”
De Centrale Bank heeft ten onrechte een vergelijking gemaakt met de situatie in Nederland, terwijl de situatie op Curaçao niet geheel vergelijkbaar is, onder meer omdat aanbieders van microkredieten volgens hen op Curaçao van oudsher een maatschappelijk nuttige functie vervullen. De microlenders betogen tot slot dat de CBCS een (veel) te korte invoeringstermijn heeft vastgesteld en verzochten het Hof in elk geval een langere invoeringstermijn te bepalen.
Aanvankelijk was de Centrale Bank voornemens een percentage van 24 procent te hanteren, maar volgens de CBCS is dit na overleg met de sector verhoogd naar 27 procent, waarbij onder meer de door diverse kredietverstrekkers overgelegde bedrijfsgegevens betrokken zijn.

Over het effect van het voorschrift op microkredietverstrekkers geeft de Centrale Bank aan dat zij er zich rekenschap van heeft gegeven dat dit voor appellanten mogelijk ‘een uitdaging’ zal zijn voor hun bedrijfsvoering en de continuïteit daarvan. Dit doet er volgens de CBCS echter niet aan af dat consumenten beschermd moeten worden tegen hoge kosten bij het afsluiten van een krediet.
De vier bedrijven hebben niet aannemelijk gemaakt dat geen enkel bedrijfsmodel meer mogelijk zal zijn. Uit de overgelegde rapporten volgt volgens de CBCS dat met het huidige bedrijfsmodel van appellanten een hoger rendement nodig is om de operationele kosten te dekken. Dat aanpassingen in de bedrijfsvoering noodzakelijk zullen zijn, is volgens de CBCS ook niet in geschil. Niet gebleken is echter dat dergelijke aanpassingen onmogelijk zijn. In dit verband wijst de Centrale Bank erop dat inmiddels nieuwe ontheffingen aan nieuwe ondernemers zijn verleend waarin een APR van 27 procent is opgenomen. Daaruit blijkt volgens de CBCS dat een rendabele bedrijfsvoering wel degelijk mogelijk is.
Het argument dat kwetsbare consumenten niet terechtkunnen bij een reguliere bank maakt niet dat te hoge rentes in rekening zouden mogen worden gebracht. De CBCS ziet het als haar verantwoordelijkheid om consumenten daartegen te beschermen. Dat dit mogelijk betekent dat (sommige) microkredietverstrekkers geen kortlopende leningen voor relatief lage bedragen meer kunnen aanbieden, is dan onvermijdelijk. De CBCS heeft nog opgemerkt dat tegen illegale praktijken moet worden opgetreden door de daartoe bevoegde overheidsinstanties.
Joyfields International, RHM Management and Investment Company en Continual werden waren vertegenwoordigd door advocaten S. Hortencia en G Roth; Caribbean Cash Services door M. Bonapart en P. Tweeboom; en de CBCS door H. Weijand en F. de Bruijn.

Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.