Ex-bestuurders Ennia beklagen zich: Verregaande verwijten

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De zogenoemde exhibitievordering, waarbij eigenaar Hushang Ansary en de ex-bestuurders van Ennia inzage willen in alle stukken, is volgens Ennia en Centrale Bank CBCS ‘een wassen neus’. Het gaat hen enkel om het verder vertragen van de procedure, die al meer dan een jaar geleden in gang is gezet.

enniaOp hun beurt menen Ansary en de zijnen dat het in de aansprakelijkheidsprocedure tegen hen gaat om ‘verregaande verwijten’. Mede daarom willen zij volledige inzage in alle bewijsstukken die verzekeringsmaatschappij Ennia en toezichthouder Centrale Bank CBCS tegen hen hebben. Maandag beslist de rechter hierover.
Van een zogeheten ‘fishing expedition’ is volgens de advocaten van Ansary cum suis geen sprake. Het klopt dat de Ansary en de rest van de gedaagden inzage in veel stukken vragen - qua hoeveelheid - en ook is het juist dat het gaat om stukken over een langere periode, geven advocaten Mirto Murray en Karan Doekhi toe.
Punt is echter dat het in de gestelde aansprakelijkheden de volledige periode beslaat, vanaf de overname van Ennia door Ansary van Delta Lloyd in 2005/2006 tot het moment van het op verzoek van de CBCS door het gerecht uitspreken van de noodregeling in juli 2018.

Inzage in al die stukken is relevant, zegt de verdediging, om een volledig beeld te krijgen van de indertijd spelende situatie. Ansary en de zijnen weten dat er ‘niet slechts een paar documenten zijn die in hun voordeel kunnen spreken’; het gaat hier om een totaalpakket aan stukken die in samenhang beoordeeld kunnen worden en niet in beperkte mate en afzonderlijk van elkaar.
Ennia - dat wil zeggen de vijf Ennia-bedrijven, die sinds de noodregeling worden bestuurd door de Centrale Bank CBCS - had eerder al aangeboden om de gedaagde eigenaar Ansary inzage te geven in een deel van de gevorderde bescheiden. De advocaten van Ennia/CBCS stellen echter dat toewijzing van de exhibitievordering zal kunnen leiden tot ‘vele maanden vertraging’. Dit terwijl de procedure al sinds eind 2019 loopt en feitelijk inhoudelijk nog niet eens is begonnen.
De hoeveelheid documenten waarvan Ansary een afschrift vordert, in combinatie met de ‘ondoordringbare, chaotische administratie’ die de ex-bestuurders bij Ennia hebben achtergelaten, zal het de verzekeraar onmogelijk maken om binnen een redelijke termijn aan een veroordeling te kunnen voldoen, met als gevolg daarvan ‘grote vertraging’. ,,Daarvoor zullen de polishouders de prijs moeten betalen”, is de vrees.
Bovendien, de aandeelhouder en de voormalige bestuurders Abdallah Andraous, Ralph Palm, Nina Ansary (dochter van de 95-jarige eigenaar) en eigenaarsmaatschappij Parman International bv ‘beschikken al’ over de stukken waarvan zij nu een kopie willen. Aldus de advocaten Karina Keizer, Sabine Altena en Michiel van den Brink namens Ennia/CBCS.

Hushang en Nina Ansary alsmede Andraous gebruikten namelijk voor hun e-mailcorrespondentie privé-e-mailaccounts. Dat betekent dat zij - en juist Ennia en de CBCS niet - toegang hebben tot de door hen gevoerde correspondentie met de verzekeringsmaatschappij. Ook veel andere stukken uit de administratie zijn de afgelopen jaren per e-mail aan hen gestuurd.
Daarop geven de raadslieden namens Ennia/CBCS een hele reeks voorbeelden, ter illustratie van hun stelling dat Ansary al heel veel bescheiden ontving en heeft, van zowel de toenmalige directie en de later (door de Centrale Bank aangestelde, red.) zogeheten ‘stille curatoren’.
Deze voorbeelden, waarvan er vele zijn, laten zien dat de exhibitievordering ‘een wassen neus is’. Zij hebben daar helemaal geen belang bij, want ze beschikken al over bescheiden die relevant kunnen zijn voor hun verweer. Hun belang is het verder vertragen van de procedure.

‘Oplossing polishouders duldt geen enkel uitstel

In een eerder stadium hebben Ansary c.s. ervoor gekozen om alleen globaal verweer te voeren, maar - en tegelijkertijd - wel een zeer uitgebreide exhibitievordering in te stellen. Naar de stellige mening van Ennia/CBCS is het enige doel van deze strategie om ‘de procedure zoveel mogelijk te vertragen’.
De advocaten die optreden namens de verzekeringsmaatschappij, en dit tegen haar eigen aandeelhouder en ex-bestuurders, benadrukken dat ‘een oplossing voor de problemen bij Ennia in het belang van de polishouders geen enkel uitstel duldt’.
ansaryAnsary cum suis hadden hun inzagevordering kunnen en moeten specificeren en concretiseren. Zij hebben dat echter bewust niet gedaan; zij hebben een zo ruim mogelijke exhibitievordering ingesteld met geen ander doel dan vertraging van de aansprakelijkheidsprocedure tegen hen en een ‘fishing expedition’.
Dit laatste ontkent de verdediging van de Amerikaanse miljardair. Hij en de voormalige bestuurder van Ennia spreken van een ‘ongeoorloofde wanverhouding’. Het verzoek tot inzage is niet ‘zomaar’ een verzoek, maar - zo noemen zij het zelf - een ‘eigenaardige’.

De eigenaardigheid zit erin dat Ansary inzage vraagt in bescheiden die weliswaar tot het juridisch eigendom van Ennia worden gerekend, maar dezelfde stukken komen indirect via de aandeelhouderspositie van Parman International, alsmede Ansary zelf, zijn dochter Nina Ansary en Andraous in eigendom aan hen toe.
Zij hebben voor de ontstane situatie niet gekozen; deze is aan hen opgelegd, aldus hun advocaten Murray en Doekhi. Opgelegd vanwege de per 4 juli 2018 uitgesproken noodregeling bij de Ennia-entiteiten. Het gevolg is onder andere dat de CBCS aan zichzelf bij Ennia de positie van bestuurder ‘heeft toegemeten’, stellen zij, en de administratie van de verzekeraar ‘onder zich houdt’.
,,In reactie hierop zal de CBCS wel aanvoeren dat dit recht haar conform de wet toekomt”, maar daar gaat het hier volgens de gemachtigden van Ansary niet om. Van belang is dat de Centrale Bank, na de hoedanigheid van bestuurder van Ennia te hebben ingenomen, de Ennia-bedrijven erop laat aansturen om hun voormalige bestuurders en hun aandeelhouder aan te spreken.

Dit doet de CBCS, terwijl zij toegang heeft tot de volledige administratie, terwijl Ansary en de overige gedaagden dat niet meer hebben en ook niet zonder meer lijken te krijgen als het aan Ennia ligt. ,,Dit creëert per definitie een ongeoorloofde wanverhouding tussen partijen”, aldus de juridische verdediging, die aangeeft dat deze situatie de ‘procesrechtelijke belangen schaadt’ van Ansary c.s.
Onder meer zouden CBCS en Ennia weigeren om de jaarrekeningen over 2016 tot en met 2018 over te leggen, omdat die nog door de controlerend accountant en de aandeelhoudster moeten worden goedgekeurd. Volgens de advocaten van Ansary verliezen de door de CBCS bestuurde Ennia-entiteiten hierbij uit het oog dat deze aandeelhoudster Parman International is. ,,Waarom zij de jaarrekeningen over genoemde jaren niet zouden mogen zien, is dus volstrekt onduidelijk.”
Dat het verstrekken van bepaalde correspondentie in strijd zou zijn met ‘privacy-rechten’, raakt naar de mening van de raadslieden van Ansary ‘kant noch wal’. Er is geen interesse in privémailberichten, maar wel in correspondentie over onderwerpen waarover de ex-bestuurders een verwijt wordt gemaakt.
Overigens is volgens Ansary en de zijnen in de aansprakelijkheidsprocedure, waarin Ennia en Centrale Bank schadevergoeding van 854 miljoen gulden claimen, sprake van ‘kansloze verwijten en vorderingen’.

Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.