Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Raad van Commissarissen van de Centrale Bank CBCS heeft het directielid Leila Matroos-Lasten een sanctie aangezegd; naar verluidt krijgt zij vooralsnog een formele waarschuwing in de ‘kwestie-Neysa’ die de CBCS al enkele maanden achtervolgt. Deze voorlopige sanctie kan nog worden gewijzigd zodra daar aanleiding toe bestaat.
Het al dan niet door haar verplicht opnemen van vakantiedagen - waarover de laatste dagen in diverse media is gespeculeerd als mogelijke sanctie - staat hier in principe los van, maar werd Matroos-Lasten al eerder dringend verzocht, onder meer in verband met het feitenonderzoek dat door het Openbaar Ministerie (OM) is opgestart.
Zo verneemt het Antilliaans Dagblad uit meerdere welingelichte bronnen. Alles wijst erop dat de RvC van de CBCS heeft vastgesteld dat sprake is geweest van schending van de geheimhoudingsplicht door Leila Matroos-Lasten, destijds als waarnemend president maar tegenwoordig is zij directeur-secretaris van de CBCS.
De RvC heeft geoordeeld dat dit zeer ernstig is. Toch zou er door de raad ook rekening zijn gehouden met de omstandigheden waaronder Matroos-Lasten heeft gehandeld, toen zij op 22 maart een intern en vertrouwelijk memo van de CBCS over op dat moment nog kandidaat-minister Neysa Schoop-Isenia doorstuurde naar de privémail van Financiënminister Kenneth Gijsbertha (MAN).
Schoop-Isenia, die zich mede hierdoor op een bepaald moment terugtrok voor het ministerschap, deed bij de Landsrecherche aangifte tegen de CBCS en ook Matroos-Lasten persoonlijk. De RvC van de CBCS had direct al een eigen onderzoek aangekondigd. Na hoor en wederhoor van onder andere de Raad van Bestuur (RvB), waar Matroos-Lasten op dat moment met alleen nog financieel-economisch directeur José Jardim deel van uitmaakte, zijn eerst de feiten komen vast te staan.
Matroos-Lasten, die vanaf haar aantreden als directeur op 17 november 2017 tot aan de benoeming op 13 juni 2019 van Bob Traa als nieuwe CBCS-president belast was met het interim-presidentschap, kreeg een week de tijd om te reageren. Zij heeft aangegeven het oneens te zijn met de waarschuwing en verweert zich hiertegen. Het is nog onduidelijk hoe de RvC daarop reageert, maar het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat de raad zijn standpunt op dit moment zal wijzigen.
Conform het Centrale Bankstatuut kunnen ‘op aanbeveling van de Raad van Commissarissen’ de president en de directeuren door de Landen Curaçao en Sint Maarten bij met redenen omkleed landsbesluit ‘worden geschorst of tussentijds ontslagen’. Dus niet de RvC zelf schorst of ontslaat, maar de landen, ofwel de vermogensgerechtigden op aanbeveling van de RvC.
In het geval van Matroos-Lasten lijkt sprake van een pakket aan maatregelen. Eerder al door Traa vervroegd, met ingang van medio juni, door de RvC te benoemen tot president van de CBCS, vooruitlopend op zijn definitieve aanstelling.
Dat kon de raad doordat de RvC al op 11 maart aan beide ministers van Financiën van Curaçao en van Sint Maarten de aanbeveling had gedaan om Traa aan te stellen, maar omdat sindsdien drie maanden waren verstreken geeft dat de RvC de mogelijkheid om zelf een president of directeur te benoemen. Met de versnelde aanstelling van Traa werd Matroos-Lasten door de RvC uit voorzorg uit de frontlinie gehaald. Daar lijkt nu, in ieder geval voorlopig zo verneemt deze krant, de voorgenomen waarschuwing als sanctiemaatregel bij te komen.
Wat betreft de al dan niet verplichte vakantie; dit houdt dus verband met het feitenonderzoek dat door het OM is begonnen en inmiddels - in het kader van de onafhankelijkheid - overgedragen aan de Landsrecherche op Aruba onder de aansturing van de waarnemend procureur-generaal van Aruba. Mocht op zeker moment blijken dat Matroos-Lasten wordt aangemerkt als verdachte, dan kan naar het oordeel van de commissarissen het directielid van de CBCS in ieder geval niet langer aanblijven en zal de voorlopige sanctie naar alle waarschijnlijkheid worden aangepast.
Op pagina 7
Schending geprobeerd weg te poetsen