Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Hoe is het mogelijk dat de Venezolaanse vluchtelingen die vast worden gehouden in de barakken bij Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK) bij het recente bezoek van staatssecretaris Raymond Knops en minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken niet in staat zijn gesteld met hen te spreken?
Die vraag stelt Ieteke Witteveen namens Human Rights Caribbean (HRC). Ze spreekt van een gemiste kans en geeft aan dat HRC ‘met grote teleurstelling via de media kennis heeft genomen van het bezoek’ van Knops en Ollongren aan de vreemdelingenbarak op het terrein van de gevangenis in Koraal Specht. ,,Het motief hiervan was om poolshoogte te nemen van de vorderingen van de verbouwing van de vreemdelingenbarak”, zo zegt Witteveen. ,,Er is echter met geen woord gerept over het feit dat daar Venezolaanse vluchtelingen zitten die van hun vrijheid zijn beroofd. Over deze misstanden is vorig jaar gewag gemaakt door Amnesty International, de Human Rights Watch, de Ombudsman en recentelijk Refugee International. Hoe is het mogelijk dat de vijftig gevangen vluchtelingen niet in de gelegenheid zijn gesteld om met de minister en haar delegatie van gedachten te wisselen over de schending van hun mensenrechten binnen ons Koninkrijk?”
Het directe gevolg hiervan is volgens Witteveen dat een groot aantal van de Venezolaanse vluchtelingen ‘noodgedwongen’ in hongerstaking is gegaan. ,,Minister Ollongren heeft een belangrijke kans gemist om te helpen garanderen dat in het Koninkrijk der Nederlanden een rechtvaardige behandeling van Venezolaanse vluchtelingen plaatsvindt”, aldus Witteveen namens HRC. ,,Het bezoek van de minister toont aan dat zij wel degelijk geïnformeerd is over de huidige situatie. Echter het verzuimen van het maken van direct contact met de Venezolaanse vluchtelingen terwijl zij zich op hetzelfde terrein bevonden, plaatst vraagtekens bij de gestelde prioriteiten van het kabinet. Dit baart ons grote zorgen.”
Vorige week werd deze krant gebeld door een groep Venezolanen die in de barakken van de gevangenis worden vastgehouden. De vluchtelingen gaven aan dat ze al ruim twee maanden vastzitten, uit protest in hongerstaking zijn gegaan en desnoods terug willen worden gestuurd naar hun vaderland om onder de huidige behandeling uit te komen. ,,We worden behandeld als criminelen”, zo gaf een van de Venezolanen te kennen. Gevangenisdirecteur Urny Floran liet op zijn beurt weten dat de Venezolanen op eigen verzoek langer in de barakken zitten. Ze zouden niet met eerdere vluchten mee willen zijn gegaan, omdat deze te ver van hun woonplaats in Venezuela zou landen, zo meende de gevangenisdirecteur. Verder ontkende hij dat er sprake zou zijn van een hongerstaking. ,,Ze eten gewoon”, zo benadrukte hij.
Diezelfde dag verscheen een vernietigend rapport van de internationale vluchtelingenorganisatie Refugee International. De conclusie hieruit luidde dat het lot van gevluchte Venezolanen binnen de regio op Curaçao het ergst zou kunnen zijn. In het rapport ‘Hidden and Afraid - Venezuelans without status or protection on the Dutch Caribbean island of Curaçao’ geeft Refugee International aan dat er volgens schattingen momenteel tussen de 10.000 en 13.000 ongedocumenteerde Venezolanen op Curaçao zijn. ,,De regering van Curaçao heeft niet alleen geen beschermingsregeling voor deze bevolking ingevoerd, maar ook nog eens een ‘actieve verwijderingsstrategie’ afgedwongen door Venezolanen met een irreguliere status te arresteren, vast te houden en deporteren.” De organisatie wijst erop dat Curaçao deel uitmaakt van het Koninkrijk der Nederlanden en als zodanig gebonden is aan verschillende internationale mensenrechtenverdragen en conventies, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). ,,Voor Venezolanen op Curaçao zijn deze rechten echter ontoegankelijk”.
De verantwoordelijk minister van Justitie, Quincy Girigorie, gaf meteen aan niet te zijn benaderd door de organisatie voor zijn input en wilde toen nog niet op de inhoud reageren.