Van onze correspondent
Den Haag - Het verdrag dat de humanitaire hub op Curaçao moet regelen zal maximaal een jaar geldig zijn.
Dat antwoordt minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken op vragen van de commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer. Zoals al eerder bekend werd, regelt dit tijdelijke verdrag onder andere de civiele aard van de hulpverlening aan Venezuela. Er wordt nog steeds over onderhandeld met de Verenigde Staten.
Wegens die lopende onderhandelingen kan Blok nog niets concreets zeggen over de inhoud van het verdrag. Hij zegt dat het nieuwe verdrag niets te maken heeft met de status of forces agreement (Sofa-verdrag), de aanleiding voor de vragen van de commissie. Er is wel een verband met het Forward Operation Location (FOL)-verdrag, blijkt uit het antwoord van de minister. ‘Privileges en immuniteiten’ uit dat verdrag zouden van toepassing worden verklaard op het civiele Amerikaanse personeel voor de hub.
In de onderhandelingen wordt gesproken over de kosten voor het gebruik van de faciliteiten op Curaçao. Het verdrag kan onmiddellijk in werking treden, zodat de hulpverlening naar Venezuela kan zodra dit mogelijk is. ,,Over de essentie van de afspraken kan gezegd worden dat het humanitaire karakter van de hub en de civiele aard van de operatie voorop staan.” Blok zegt ook nog dat er geen plannen zijn om Aruba en Bonaire erbij te betrekken.
Over de door de Staten aangenomen afkeurende motie over het beleid van de minister, zegt Blok alleen nogmaals dat het besluit is genomen in nauwe samenwerking met de regering van Curaçao. Hij zegt begrip te hebben voor de zorgen die in het Curaçaose parlement leven over de samenwerking met de VS bij de hulp. ,,Het is daarom belangrijk te benadrukken dat het hier om de opslag en doorvoer van humanitaire goederen als voedsel en medicijnen gaat, en dat het een civiele humanitaire operatie betreft.” Inwoners van Curaçao moeten er zo weinig mogelijk hinder van ondervinden, aldus Blok.