Abdallah Andraous (Parman) bevestigt dat rekeningen Ennia toebehoren
Van een onzer verslaggevers
Willemstad/New York - De Amerikaanse rechter in New York heeft gisteren opnieuw duidelijk gemaakt dat de gelden van Ennia Caribe Leven (ECL) bij Merrill Lynch in de Verenigde Staten in ieder geval zo spoedig mogelijk terug moeten naar huidige bestuurders - en dus hun gezag - van het Leven-verzekeringsbedrijf op Curaçao.
Dat wil dus zeggen naar de Centrale Bank CBCS, die in verband met de noodregeling het bestuur van de verzekeraar en entiteiten tijdelijk heeft overgenomen om de solvabiliteitspositie te herstellen.
Ook ten aanzien van de gelden van investeringsmaatschappij Ennia Caribe Investments (ECI) maakte rechter Martin Glenn duidelijk dat die beheerd dienen te worden door de bestuurders van ECI; eveneens CBCS dus, aldus het advocatenteam van de CBCS/Ennia.
De Ennia-werkmaatschappijen Leven, Schade en Zorg hebben - zodra beschikt kan worden over de rekeningen bij de Amerikaanse bank Merrill Lynch - voorlopig voldoende liquiditeit om aan hun uitkeringsverplichtingen te voldoen. Zo meldde de Centrale Bank onlangs.
Onder aandeelhouder Parman van de Amerikaanse eigenaar Hushang Ansary hebben Ennia Caribe Holding (ECH) en de investeringsmaatschappij ECI gelden van de polishouders uit de verzekeraars (Leven, Schade en Zorg) gehaald, volgens de CBCS tot een totaal van ruim 1,5 miljard gulden. ,,De verzekeraars lopen op die manier een groot risico omdat ze afhankelijk zijn van de terugbetaling door ECH en ECI.”
Allebei de personen die gisteren in New York voorafgaand aan de zitting een ‘declaration’ hebben ingediend (Lesley-Ann Brodie namens CBCS/Ennia en Abdallah Andraous namens Parman/Ansary) zijn tijdens de zitting gehoord.
Andraous bevestigde tijdens deze zogenaamde ‘cross examination’ onder ede dat de gelden op de rekening van ECI aan ECI toebehoren en die op de rekening van ECL aan ECL. Daarmee was voor de rechter voldoende gezegd en liet hij blijken dat die gelden dus ook naar de bestuurders van die entiteiten terug moeten, stelt het juristenteam van de Centrale Bank.
Om mogelijke belangen van derde crediteuren van ECI te beschermen dient nog afgesproken te worden dat een (klein) deel van de gelden op de Merrill Lynch-rekening van ECI ‘apart zal worden gehouden’ door CBCS/ECI, bijvoorbeeld op een zogeheten escrow-rekening.
Aanstaande maandag moeten partijen een ‘concept order’, een soort vonnis voor de rechter, indienen waarin uiteen wordt gezet op welke wijze gewaarborgd zal worden dat dit kleine deel ECI apart wordt gehouden. Daarna volgt als het goed is op korte termijn bevestiging van die order, eventueel later gevolgd door een uitgebreider vonnis. Daarvoor is nog geen datum vastgesteld.
De zitting gisteren ging om toegang tot de gelden bij Merrill Lynch. Bij de zitting in december heeft al ‘recognition’ ofwel erkenning plaatsgevonden. De volgende stap is bepaling dat de ‘foreign representative’ namens de Ennia-entiteiten nu ook daadwerkelijk kan beschikken over alle gelden en rekeningen bij Merrill Lynch. Omdat Parman zich daartegen blijft verzetten moet er een order komen.