Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Bepaalde structuren voor samenwerking en overleg tussen de eilanden zijn sinds de staatkundige veranderingen van 10-10-’10 achterhaald en moeten herzien worden.
De premiers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten willen daar werk van maken, zodat zij elkaar beter kunnen helpen in geval van een crisis of calamiteit.
Minister-president Evelyn Wever-Croes van Aruba, Eugene Rhuggenaath van Curaçao en Leona Marlin-Romeo van Sint Maarten hebben de bereidheid hiertoe gisteren uitgesproken. Dit gebeurde in het kader van het tweedaags intereilandelijk overleg met de titel ‘All Hands on Desk CAS-BES Disaster Coordination’ dat Rhuggenaath momenteel faciliteert op initiatief van de Sint Maartense premier.
Gisteren was de eerste dag van het overleg. Daarbij is, tijdens het bespreken van de geleerde lessen met betrekking tot orkaan Irma op Sint Maarten, geconstateerd dat de samenwerkingsstructuur is ‘vervallen’. Sinds Aruba, Curaçao en Sint Maarten autonome landen zijn geworden binnen het Koninkrijk der Nederlanden en Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) de status van bijzondere gemeenten hebben verkregen, is niet duidelijk wat de eilanden van elkaar kunnen verwachten.
Zo werd gisteren bekendgemaakt tijdens een persconferentie waarbij de drie minister-presidenten, hun crisis-coördinatoren en generaal Peter Jan de Vin van Defensie een samenvatting gaven aan de pers over wat zij de eerste dag hebben gesproken. Ook de gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao, Defensie en de Vertegenwoordiging van Nederland waren aanwezig bij het overleg. Net als het Rode Kruis, rampencoördinatoren van de BES-eilanden en andere functionarissen die belast zijn met crisisbeheer.
Vandaag, tijdens de tweede dag van de sessie, zal een praktische uitwerking volgen van de ‘lessons learned’ die reeds kan gelden voor het huidige orkaanseizoen, zo meldt de regering in een persbericht. Ook zal bepaald worden hoe Nederland, als partner in het Koninkrijk, formeel bij dit traject betrokken moet worden.