Gerecht staat uitvoerig stil bij valsheid in geschrifte Tromp en Lourents
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Zelfs als het Gerecht uitgaat van de juistheid van voormalig Centrale Bank-president Emsley Tromp en hetgeen zijn toenmalige vriendin Y. de C. - in haar tweede verklaring - hebben verklaard, blijkt daaruit dat de door hem van oud-CBCS-onderdirecteur René Lourents via diens winkelbedrijf verkregen lening ‘grotendeels is aangewend voor een ander doel dan in de overeenkomst is omschreven en dat dit voor Tromp van meet af aan duidelijk was’.
,,De valsheid en de opzet hierop is hiermee naar het oordeel van het Gerecht gegeven”, aldus het vonnis van afgelopen week. ,,Daarbij zij nog opgemerkt dat het dossier geen blijk geeft van een geldstroom van Tromp naar De C. voor het hier genoemde bedrag; sterker nog, het grootste deel is overgeboekt naar de beleggingsrekening van Tromp, terwijl evenmin is gebleken van aankopen ten behoeve van de winkel voor een dergelijk bedrag.”
Afgelopen week werd duidelijk dat de ex-president van de Centrale Bank in de strafzaak-Hercules die het Openbaar Ministerie (OM) tegen hem en Lourents was begonnen, is vrijgesproken, behalve op het punt van ‘valsheid in geschrifte’. Maar daarover meldden Tromps advocaten direct te overwegen in hoger beroep te gaan, omdat de veroordeling hier hem ‘verrast’: ,,De bewijsoverwegingen die volgens het Gerecht tot de veroordeling leiden zijn daarbij voor hem onbegrijpelijk en berusten bovendien op feitelijke onjuistheden”, stelden zijn raadslieden in een persbericht.
Wat melden die bewijsoverwegingen? In verband met de overboeking van 400.000 dollar van het kledingbedrijf naar E.T. Pensioenen staat volgens het Gerecht vast dat Lourents en Tromp met elkaar zijn overeengekomen dat het bedrijf aan Tromp een faciliteit zou geven van 400.161,45 dollar, omdat De C. een faciliteit behoeft ter voorziening in haar liquiditeitsbehoefte in het kader van de voorbereidende werkzaamheden van de zaak en dat deze overeenkomst is gedateerd 20 mei 2009.
Lourents heeft op 27 mei 2009 ter verkrijging van een krediet (op een nieuw aangevraagde rekening) bij Banco di Caribe (BdC) stukken aangeleverd. Een bedrag van 400.000 dollar moest vervolgens (zo blijkt uit een intern e-mailbericht van de bank van 28 mei 2009) met spoed worden overgemaakt van de rekening van het bedrijf naar een rekening van Tromp (E.T. Pensioenen), eventueel via een tussenrekening indien de aangevraagde rekening nog niet is geactiveerd. Dat is ook gebeurd. In dit verband is verklaard dat deze transactie is verricht op verzoek van Lourents omdat E.T. Pensioenen, volgens Lourents, meubels en kledingvoorraad had voorgefinancierd. Het ging dus om een terugbetaling van voorgeschoten geld.
Blijkens de tenlastelegging is de valsheid in de leenovereenkomst gelegen in het doel waarvoor de lening is verstrekt, te weten het voorzien in de liquiditeitsbehoefte van De C. in het kader van de voorbereidende werkzaamheden voor het winkelbedrijf.
,,Het Gerecht is hieromtrent het volgende gebleken.” De C. heeft aanvankelijk verklaard dat zij nooit betrokken is geweest bij het bedrijf en dat zij nooit iets voor de winkels heeft gedaan. Zij kan zich niet herinneren dat Tromp ooit een lening van 400.000 dollar voor haar heeft geregeld. In 2022 legt zij echter een geheel andersluidende verklaring af. Zij verklaart dan dat zij zo midden 2008 is begonnen met voorbereidende werkzaamheden voor de winkels en dat zij in die periode kosten heeft gemaakt. In het begin betaalde ze veel zelf, maar de precieze bedragen weet ze niet meer. Tromp heeft in die tijd ook veel voor haar betaald. Hij betaalde ook wel dingen die verband hielden met de winkel, maar met name privédingen.
Tromp heeft verklaard dat de inkomstenbronnen van De C. door de crisis waren opgedroogd en dat zij schulden had (achterstallige belasting, creditcards en andere schuldeisers). De C. heeft hem toen om een lening gevraagd om te voorzien in haar liquiditeitsbehoefte. Daarover zijn geen formele afspraken gemaakt. Volgens Tromp zou zij eerst beginnen met de winkels en zou zij hem vervolgens terugbetalen. Hij heeft bepaalde betalingen direct voldaan vanaf zijn E.T. Pensioenrekening. Andere betalingen heeft De C. zelf voldaan. In zijn tweede verhoor verklaart hij dat de overboeking van 400.000 te maken had met de liquiditeitssteun aan De C. in verband met kosten die zij moest maken voor achterstallige privébetalingen, naar hij meent inzake belastingen en creditcardbetalingen.
Het Gerecht stelt vast, zoals al gemeld, dat de lening ‘grotendeels is aangewend voor een ander doel dan in de overeenkomst is omschreven en dat dit voor Tromp van meet af aan duidelijk was’. De ‘valsheid en de opzet’ zijn hiermee naar het oordeel van de rechter gegeven.
Werkzaam bij de CBCS
In deze zaak gaat het om twee verdachten, te weten Emsley Tromp, die van 1991 tot oktober 2017 president-directeur was van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), voorheen de Centrale Bank van de Nederlandse Antillen (BNA), en René Lourents, die sinds 1989 werkzaam was bij de CBCS, waarvan sinds omstreeks 2006 in de functie van onderdirecteur corporate relations & facilities management. Ten tijde van de tenlastegelegde feiten waren Tromp en Lourents in die functies werkzaam bij de CBCS.
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.
