RvA: Mening sociale partners nodig over leeftijdsverlaging
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Raad van Advies (RvA) mist het maatschappelijk draagvlak bij het wetsvoorstel van de partij MAN waarin voorgesteld wordt de leeftijd voor het minimumloon te verlagen van 21 naar 18 jaar.
Het voorstel houdt in dat het volwassen minimumloon niet vanaf 21 jaar geldt maar vanaf 18 jaar. De RvA stelt: ,,Gelet op de mogelijke effecten van de in het initiatiefontwerp voorgestelde verlaging van de leeftijdsgrens op onder meer de arbeidsmarkt, de economische groei, de productiviteit en het prijspeil, acht de Raad het gewenst dat direct overleg met de sociale partners en de regering omtrent het initiatiefontwerp wordt gevoerd. Door de sociale partners die de belangen van het bedrijfsleven en de werknemers behartigen te horen en de regering te benaderen om de macro-economische effecten hiervan te berekenen kan er voor het initiatiefontwerp maatschappelijk draagvlak (acceptatie) worden gecreëerd.” Dat overleg is ook belangrijk voor het bepalen van een termijn waarop de wet ingevoerd wordt, zo voert de RvA nog aan.
De RvA vindt het in het verlengde hiervan dan ook kwalijk dat de opmerkingen van de Sociaal-Economische Raad (SER) niet meegenomen zijn in het wetsvoorstel. De SER brengt immers overheid, bedrijfsleven en vakbonden samen.
Waar de RvA ook nog een opmerking over maakt is het uitgangspunt van de initiatiefnemers dat een 18-jarige dezelfde kosten voor levensonderhoud heeft als een 21-jarige. ,,Uit de Memorie van Toelichting volgt evenwel niet dat die stelling op verricht onderzoek berust. De Raad is van mening dat onderzoek naar de sociaaleconomische positie van jongeren geboden is ter staving van dat standpunt. Uit dat onderzoek moet bijvoorbeeld komen vast te staan of de jeugdige werknemer tussen de 18 en 20 jaar de lasten van een eigen huishouding heeft. Volgens de Raad staat het vast dat een eigen huishouding extra kosten met zich meebrengt. Thuiswonende jongeren hebben deze kosten niet. Echter is een eigen huishouding als eerste stap in de volwassen levensloop van jongeren hier te lande - in vergelijking tot bijvoorbeeld Nederland - nog geen vanzelfsprekende mogelijkheid.”
De RvA is het volgens de opstellers van de wetswijziging eens dat het verlagen van de leeftijdsgrens overeenkomt met anderen wetgeving, zowel nationaal als internationaal, waarin 18 jaar als de volwassen leeftijd beschouwd wordt.
Maar, zo voegt de RvA eraan toe: ,,Voor de verlaging van de leeftijdsgrens waarop het recht op het volwassenminimumloon ontstaat van 21 naar 18 jaar moet de veranderde maatschappelijke opvattingen omtrent de positie van jongeren op sociaaleconomisch gebied in het bijzonder komen vast te staan.”
