Van onze correspondent
Den Haag - De situatie in de Point Blanche-gevangenis op Sint Maarten leidt in de Tweede Kamer tot frustratie. Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming zei gisteren in het Vragenuur die frustratie te delen.
Hij liet doorschemeren dat een aanwijzing voor Sint Maarten dichterbij komt.
VVD-Tweede Kamerlid André Bosman vroeg zijn partijgenoot naar een reactie op de brief van het College voor de Rechten van de Mens aan de Raad van Europa. Bosman verbaasde zich erover dat het college adviseert dat Nederland ingrijpt, omdat het daarmee de verantwoordelijkheid voor Sint Maarten naar zich toetrekt. Ook de ambtelijke notities voor Dekker en staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Koninkrijksrelaties, die vorige week via Nieuwsuur zijn uitgelekt, werden aangehaald.
De landen zijn volgens het Statuut zelf verantwoordelijk en alleen het Koninkrijk kan worden aangesproken als verdragspartner, niet het land Nederland. Bosman citeerde de Sint Maartense minister Cornelius de Weever van Justitie die heeft gezegd: ,,Als de problemen maar groot genoeg zijn, dan wordt het vanzelf het probleem van het Koninkrijk.” SP-Tweede Kamerlid Ronald van Raak noemde De Weever een ‘weerbarstige’ die hulp ‘niet omarmt, maar frustreert’.
Minister Dekker deelt de zorgen en uitgangspunten van Bosman en de frustraties van Van Raak. Hij herinnerde aan de afspraken die in oktober met De Weever zijn gemaakt over verbeteringen in de gevangenis, die onvoldoende worden nageleefd. ,,We blijven drukken en hebben de terugzending van in Nederland opgevangen gedetineerden naar Sint Maarten opgeschort. Sint Maarten moet eerst zijn verantwoordelijkheid nemen.” Er zitten nog 23 gedetineerden in Nederland, waarvoor Sint Maarten de rekening betaalt. Drie gedetineerden die in aanmerking kwamen voor voorwaardelijke vrijstelling zijn wel teruggestuurd.
De minister wees wel op de waarborgfunctie voor de mensenrechten (artikel 43 Statuut, red.) als er geen vooruitgang wordt geboekt. Dan is Nederland als grootste land wel de aangewezen partij om in te grijpen. Bosman: ,,Dan hoor ik het kabinet zeggen dat het mogelijk tijd is voor een aanwijzing.”
Nederland heeft er alles aan gedaan, door naast de opvang ook bijstand te verlenen in de vorm van advies en expertise, aldus de minister. ,,Hiervan wordt onvoldoende gebruik gemaakt. Wij proberen de druk op allerlei manieren op te voeren. De financiële teller voor de opvang van gevangenen tikt door, terwijl Sint Maarten dat geld beter op een andere manier kan aanwenden. Wij denken na over vervolgstappen vanuit het Koninkrijk.” In de uitgelekte ambtelijke notities wordt omschreven hoe dit uiteindelijk tot ingrijpen, zoals een aanwijzing, kan leiden.