Door Bas Jussen
Voor even werden zij, dansend rond de opflakkerende vlammenzee, bevrijd van het juk der slavernij. Hun ziel onttrok zich aan de ketens die hun lichamen gevangen zouden houden totdat zij zich bij hun voorvaderen konden voegen. Een goed meester wist dat zelfs voor de meest volgzame onderdaan een vlucht uit de harde werkelijkheid van alledag onontbeerlijk was. Daarom werd het stoken der ovens dikwijls gecombineerd met feestelijkheden. Gerard Eickelboom wist hoe hij de rust moest bewaren op zijn plantage.
Op de ochtend van de bewuste feestdag hadden alle slaven, onder leiding van de oude bomba Sebastiaan, zich bij de slavenbel opgesteld. Met een gevoel voor ritme dat alleen de zwarten bezaten, zongen ze liederen voor hun meester en de opzichters, die verheugd toekeken bij het plezier dat de slaven aan hun onderwerping bleken te beleven, onwetend over de ware woorden die in een vreemde taal over hun tongen rolden. Vervolgens werden de oven en een diepe kuil volgeladen met de takken die zij gedurende de laatste week in de wijde omtrek rond het landhuis hadden verzameld. Onder luid gejuich stak Sebastiaan het hout aan met een fakkel. De negers sprongen in het rond, wild stampend met hun voeten, waarbij het stof opstoof van de droge aarde. Ze wierpen hun handen in de lucht en verwrongen hun gelaten in opzienbarende grimassen. De ogen gesloten of juist wijd opengesperd alsof hun grote oogballen op het punt stonden uit de kassen te rollen en in het stof te vallen. Hun dikke rode lippen trilden en een enkeling maakte zelfs bijtende gebaren, daarbij de bovenlip hoog optrekkend als was hij een razende hond. Het was een merkwaardig schouwspel zoals Wouter dat alleen kende uit de verhalen van de dominee, als deze sprak over heidense volkeren, van iedere vorm van christendom of cultuur verstoken. De hossende, schreeuwende, bezeten negers deden hem denken aan een tafereel dat hij ooit had gezien op een schilderij van Jeroen Bosch, vol met harige duivels en demonen verwikkeld in een macaber offerfestijn dat het bloed in de aders deed stollen. Het schilderij verbeeldde de Apocalyps. Ja, ze hadden wel wat weg van die enge duiveltjes op het schilderij. Waarom werden deze goddelozen ook eigenlijk niet bekeerd tot het christendom, zoals dat volgens Maarten in de katholieke Spaanse koloniën gebeurde? Wouter nam zich voor het aan de dominee te vragen.
De slaven beschikten over een conditie beter dan die van een renpaard en dansten onvermoeibaar door. Af en toe rustte een van hen even uit op een dikke kei, om na slechts luttele minuten weer bruisend van energie het ritueel te hervatten. Wouter keek verbaasd toe, zo vol leven had hij hen tijdens het plantagewerk nimmer uitgezien! Na enige tijd verschenen Maria en Flora ten tonele met een grote schaal die zij amper konden dragen. Op de schaal lagen grote lappen gebraden geitenvlees, omringd door vers fruit. De slaven hadden twee geiten van oom Gerard gekregen die boven een buitenvuur waren gebraad en het resultaat loog er niet om. Tevens brachten zij twee manden vol tropisch fruit en vers gebakken brood, waarvan de geur hen uit de feestroes rukte. Hun neusgaten waren Wouter altijd al belachelijk, zelfs aapachtig, voorgekomen maar nu leken de negers wel te briesen als een stier die een rode lap gadeslaat, alvorens aan te vallen.
Massaal stortten de slaven zich op de schaal. Gretig rukten zijn met de handen het vlees los en propten het in hun mond. Sommigen slikten de hap door zonder ook maar een maal te kauwen. De kinderen probeerden zich tussen de volwassenen te wringen om ook een stuk vlees te bemachtigen. Er bleek genoeg voor iedereen. Hendrik sloeg het eetfestijn glimlachend gade. Toen de berg geitenvlees tot een klein hoopje was geslonken, stapte hij naar voren. Sebastiaan maande de anderen tot stilte. Het duurde enige seconden voordat de rust was teruggekeerd, maar toen de slaven waren bedaard, kon je dan ook een speld horen vallen. Alle ogen waren verwachtingsvol gericht op hun vertrouwde opzichter, die hen vriendelijk toelachte. De ogen van de slaven fonkelden. Hendrik schraapte zijn keel en rechte zijn rug als was hij de burgemeester die op het punt stond vanaf zijn balkon een toespraak te houden. ,,Beste vrienden”, sprak hij in de taal van de slaven: ,,We weten allemaal dat dit een zware tijd is voor het eiland, iedereen voelt de hitte van de zon.” Vervolgens veegde hij illustratief het zweet van zijn voorhoofd met de palm van zijn hand en wees hij in de richting van een dorre vruchtenboom die zielig stond weg te kwijnen. ,,Ondanks deze ellende heeft shon Eickelboom hier op de plantage een heerlijke tijd. Hij is tevreden met jullie werk en dat wil hij belonen.” De glimlach op Hendriks gezicht werd nog breder en over zijn schouder wees hij op oom Gerard. Deze stond, leunend op zijn wandelstok, op enkele meters afstand. Hij stak zijn bleke, knokkelige hand in de lucht en oogde als een wuivend geraamte. Een verplichte glimlach wrong zich tussen de diepe groeven in zijn gelaat. Het was even stil, toen ontstond er geroezemoes. Wouter begreep er geen woord van. Bomba Sebastiaan, die na zijn lange dienstjaren op de plantage goed Hollands praatte, vertaalde voor de jongen wat de opzichter zojuist had gezegd. De slaven werden duidelijk enthousiast. Een blanke die zo goed over hen sprak. Zelfs de moeite nam om tegen zijn zin naar hen te lachen, zoals zij dat zo vaak naar de blanken moesten doen, dat betekende wat. Hendrik besloot hen niet langer te later wachten. ,,Op deze heugelijke dag heeft jullie meester dan ook besloten jullie te overladen met geschenken!”, riep hij luidkeels. De mannen, vrouwen en kinderen sperden hun monden open. Tussen hun volle lippen toonden ze hun parelwitte tanden en lachten alsof hun leven er vanaf hing. Ze prezen hun shon, maakten gebaren van dankbaarheid en de oude Sebastiaan greep zelfs de hand van Hendrik vast en schudde deze met alle kracht die nog in zijn kapot gewerkte lichaam aanwezig was. Jan, die voor deze gelegenheid naar de plantage was gekomen, zette onder luid gejuich een zak tabak neer. Maarten, die een dag vrijaf had gekregen op de scheepswerf, droeg samen met Ernst-Jan een grote kist uit het landhuis. Hieruit toverden zij een veelvoud aan flessen rum. Tevens haalden zij kralen en schelpen uit hun zakken die ze over de grond strooien. Kirrend van plezier wierpen de kinderen zich op deze giften. Maria deelde ondertussen kleine stukjes textiel uit aan de vrouwen. Hiermee konden zij hun kapotte kleding oplappen.
Wouter had verwacht dat er ook voor hen, de blanke werkers, giften zouden volgen. Maar toen de avond viel, het kreupelhout nog slechts smeulde en een deel van de slaven laveloos verspreid over de plantage lag, had hij nog niets ontvangen. Natuurlijk was er ook een glas rum voor hem ingeschonken. Flora en Maria hadden ook aan hen geitenvlees uitgereikt, maar er waren geen bijzondere feestelijkheden voor hun eigen volk georganiseerd. Dit schoot hem toch wel in het verkeerde keelgat, per slot van rekening werkte ook hij hard en had hij er ooit loon voor ontvangen? Op wat zakgeld na had Wouter slechts onderdak en voedsel gekregen, maar dat kregen de slaven toch ook?! Stond hij niet gelijk met hen op, nog voordat de ochtendzon de heuvels streelde? Begaf hij zich niet elke dag naar hetzelfde veld? Zweette hij niet onder dezelfde brandende zon?! Je verveelde je rot op deze grote rotsblok in de Caribische Zee, er was niets te beleven. En eindelijk als er een feest werd gegeven, was het ter ere van deze zwarte heidenen die hun tijd verdeden met het opvoeren van duivelse dansen en het slaken van helse kreten, waarin ze de blanken hoogstwaarschijnlijk ook nog vervloekten. Wouter schudde het hoofd en draaide zich om.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.