Van onze correspondent
Den Haag - Een groot deel van de Tweede Kamer wil van demissionair premier Mark Rutte opheldering over de manier waarop de Nederlandse regering omgaat met Sint Maarten. Aanleiding is het besluit van de Rijksministerraad (RMR) op 23 april om Sint Maarten de vijfde tranche liquiditeitssteun te verlenen en het vervolgens opschorten van dat besluit in mei.
De Sint Maartense premier Silveria Jacobs vindt dat Nederland ‘valsspeelt’. De vragen zijn gesteld door D66, GroenLinks, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en BIJ1. De woordvoerders vinden het vreemd dat in april nog werd gezegd dat Sint Maarten aan alle voorwaarden voor steun had voldaan en dat staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties vervolgens in mei de uitvoering van het besluit toch opschortte.
,,Klopt het dat de reden van het opschorten van de liquiditeitssteun niet lag in de vooraf gestelde voorwaarden om de 5e tranche liquiditeitssteun te verlenen?” vragen de fracties. Zij wijzen daarbij op artikel 12 van het reglement van orde van de Ministerraad, waarin staat dat een minister of staatssecretaris in geen geval handelt tegen het besluit van de raad. De conclusie van de vragenstellers is dat Knops dit wel heeft gedaan, ervan uitgaande dat het reglement van orde ook geldt voor RMR.
Over de rechtmatigheid van het besluit om de toekenning van steun aan Sint Maarten op te schorten willen de vragenstellers meer details: ,,Op grond van welke specifieke grondslag is besloten geen uitvoering te geven aan het RMR-besluit van 23 april? Kunt u verwijzen naar een artikel in het reglement van orde, het Statuut of een andere afspraak die is erkend en vastgesteld door alle landen en openbare lichamen in het Koninkrijk?”
Het besluit van 28 mei van de RMR om niet over te gaan tot betaling van de steun wordt door staatsrechtgeleerden, ‘onder wie professor mr. Gerhard Hoogers’, gezien als ‘een poging het handelen van de staatssecretaris’ achteraf met terugwerkende kracht te legaliseren, aldus de vragenstellers. De Kamerleden vinden dat Knops eigenstandig heeft gehandeld zonder dat daar een besluit van de RMR aan ten grondslag lag.
Rutte zou volgens de partijen in overleg moeten gaan met Curaçao, Aruba en Sint Maarten om het reglement van orde van de RMR aan te passen ‘waardoor dergelijke situaties en onduidelijkheid niet meer voorkunnen komen’. Voorkomen moet worden dat uitvoering van besluiten van de RMR onzeker wordt, vinden zij.