Onlangs stelde iemand mij een vraag die de liefdesperikelen op de werkvloer betrof, namelijk of een werkgever tegen relaties op de werkvloer zou kunnen optreden. Ik moest glimlachen, want ooit is mij de liefde verklaard door een collega. Ik was enigszins overdonderd, want ik had dat - zoals gewoonlijk - natuurlijk weer helemaal niet zien aankomen. Thuis - ik had inmiddels al de liefde gevonden - vertelde ik het voorval aan manlief die er hartelijk om moest lachen. ,,Dat had je toch zeker wel door?” Iedereen behalve ik, geloof ik. In ieder geval, ik vond het best vervelend. We werkten nauw samen en die samenwerking voelde na het voorval enige tijd toch wat ongemakkelijk.
Om terug te komen op de vraag. In beginsel heeft de werkgever geen bemoeienis met het privéleven van de werknemer. Dat vloeit voort uit het recht op bescherming van het privéleven, dat ook doorwerkt in de arbeidsverhouding. Er kunnen zich echter situaties voordoen waardoor een inbreuk daarop wel wordt toegelaten. Er zijn tal van (Nederlandse) uitspraken te vinden op het gebied van de liefde op de werkvloer, die weergeven wanneer een inbreuk op het privéleven is gerechtvaardigd en die beschrijven wat er van werkgevers en werknemers wordt verwacht in geval van affectieve relaties. Helaas is deze column te kort om ze allemaal te beschrijven. Ik heb er eentje uitgezocht. Het volgende was het geval:
Binnen een kleine organisatie werkten twee echtelieden (tevens aandeelhouders) en een werkneemster die overigens de beste vriendin was van de echtgenote. De echtgenoot en de werkneemster gingen - zonder dat de echtgenote daarvan af wist - een seksuele relatie aan. De man ging vervolgens een relatie aan met een derde vrouw en verbrak de relatie met de werkneemster. De werkneemster maakte toen de relatie publiekelijk bekend. De echtgenoot en de werkneemster werkten daarna nog enige tijd aan een bureau tegenover elkaar, totdat de echtgenote de werkneemster op non-actief stelde en de rechter verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter oordeelde dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden die gewichtige redenen opleverden om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter overwoog hierbij dat door de affectieve relatie een onmogelijke situatie was ontstaan. Daarbij werd ook de kleine bezetting in aanmerking genomen. De echtgenoot en de werkneemster hadden moeten begrijpen dat de relatie risico’s met zich mee zou brengen. De werkneemster werd wel een ontbindingsvergoeding toegekend. Voor de vaststelling van de hoogte daarvan werd geoordeeld dat zowel de echtgenoot als de werkneemster evenveel schuld hadden. (Rechtbank Haarlem, 25 maart 2010, LJN BM 0580)
Uit andere uitspraken die gaan over affaires op de werkvloer, kunnen we onder meer afleiden dat de werknemer recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer, maar dat de liefde soms een beletsel kan zijn om de arbeidsrelatie voort te zetten. Dat is bijvoorbeeld het geval als de vertrouwensrelatie tussen de werkgever en de werknemer ernstig onder druk is komen te staan. Opgemerkt dient te worden dat bij een kleine organisatie sneller wordt aangenomen dat er een onwerkbare toestand is ontstaan, dan in een grotere organisatie. Verder kunnen we afleiden dat de werkgever niet moet stilzitten. Hij moet snel handelen en naar oplossingen zoeken waarbij hij de belangen van de werknemer in acht neemt. Die oplossing kan liggen in het aanbieden van een andere passende functie. De werknemer moet hier op zijn beurt medewerking aan verlenen.
Dus werkgevers en werknemer, dat zijn de spelregels der liefde op de werkvloer!
Martine Hofhuis,
Curaçao