Door Ron Gomes Casseres
Doorbreken van de vicieuze cirkel, integer, geloofwaardig, daadkrachtig, solidair en duurzaam, vrede, rust en welvaart, hoop en vertrouwen. Dat zijn slechts enkele van de woorden die we terugvinden in de titels van regeerprogramma’s en -akkoorden van de afgelopen vijfentwintig jaar.
Beleidsvoornemens
Bestrijden van de werkloosheid door versnelde economische ontwikkeling en sanering van de overheidsfinanciën heette het te zijn in 1977. Doorbreken van de vicieuze cirkel en herstel van de economie middels onder andere overleg met sociale partners en partnerschap voor nieuwe werkgelegenheid was het streven vijftien jaar geleden, in 1998. Daadkrachtig regeren mochten we verwachten in 2004, en in 2010 was het solidariteit dat we tegemoet zouden kunnen zien. Dat werd omgevormd tot vrede, rust en welvaart in december 2012 maar al enkele maanden later, in 2013, heette het, van eenzelfde coalitie, hoop en vertrouwen dat werd nagestreefd. Terwijl wij juist die prosperidat, welvaart, zo hard nodig hebben.
De werkelijkheid
We hoeven in de geschiedenis niet erg ver terug te gaan om te concluderen dat er van al die mooie woorden nauwelijks iets terechtkomt. De solidariteit die in 2010 werd toegezegd ontaardde al snel in de grootste tegenstellingen die onze democratie ooit heeft gekend. De vrede en rust die we zouden gaan genieten na 2012 is niet het gevoel van onzekerheid en onveiligheid dat wij vandaag beleven. En de hoop en het vertrouwen die daarna in 2013 werden beloofd, vinden we niet terug in de benoemingen in het bestuur van overheidsbedrijven en in de door de eigen interne accountant afgekeurde wijze van subsidiering van een nieuwe (overheids?)stichting. Het is misschien een gek die nog waarde hecht aan hetgeen politici accorderen om samen een coalitie te vormen of overeenkomen om samen te gaan regeren. Van die geloofwaardigheid - al in 2004 beloofd door de toenmalige coalitie - is van politici van alle kleuren en contreien helaas te vaak niet veel terug te vinden. Ja, het is misschien een gek die hier nog waarde aan hecht, maar ik wil graag denken dat het wel degelijk anders kan, ook op Curaçao.
De verantwoording
Vroeg in de regeerperiode van elke regering stappen de ministers naar de Staten om hun regeerprogramma te verdedigen. Dat laat soms op zich wachten: het maken van die mooie programma’s geniet vaak niet veel prioriteit, misschien omdat diezelfde politici daar niet echt in geloven. Traditiegetrouw staan ze daarna allemaal wel braaf in de Staten om die regeerprogramma’s te verdedigen. Nu is dat voor de meeste politici een koud kunstje: plannen schrijven met mooie toekomstbeelden en luchtkastelen beloven zijn voor elke eloquente politicus heel gemakkelijk. Anders is om die plannen ook waar te maken of om uit te leggen waarom dat niet is gelukt, wanneer het wel zal gaan lukken of wat daarvoor concreet gedaan dient te worden.
Een probleem in de Curaçaose politiek is nu juist dat politici niet zakelijk ter verantwoording worden geroepen als doelstellingen van beleid niet bereikt worden. Dat gebeurt wel, zult u misschien zeggen, door de stemmer. We weten echter dat in ons land steeds emotioneel en op de persoon wordt gestemd en niet op basis van beleidsvoornemens en de resultaten daarvan. Daardoor voelt de politiek niet de noodzaak om zich te verantwoorden voor wat wel en niet is bereikt van die beloofde beleidsvoornemens; door de stemmer wordt daar toch niet op afgerekend, die lijkt daar niet in geïnteresseerd te zijn.
Hoe dan wel?
Een kenmerk van elk systeem van corporate governance is dat het bestuur ter verantwoording wordt geroepen. We horen de overheid als aandeelhouder dat ook vaak zeggen als commissarissen en directies van overheidsbedrijven door haar ter verantwoording worden geroepen omdat zij hun strategische en financiële plannen niet bereiken. Het zou dan ook geheel aanvaardbaar moeten zijn als ook de Staten, en dan de coalitie en de oppositie gezamenlijk, de regering op heel zakelijke wijze jaarlijks ter verantwoording roepen voor de resultaten van het in het afgelopen jaar gevoerde beleid. Daar zijn legio mogelijkheden, zelfs vereisten, voor in onze bestaande staatkundige structuur en wetten.
Verantwoording afleggen tegenover het in regeerprogramma’s beoogde beleid kan geschieden wanneer de jaarlijkse begrotingen ter goedkeuring aan de Staten worden overgelegd. De ellenlange betogen die nu worden afgestoken lijken daar echter weinig op. Er wordt (zowel in de begroting als in de discussie daarover) haast nooit een verband gelegd tussen begrotingscijfers en beleidsdoeleinden terwijl er ook, anders dan de begrote bedragen, nagenoeg geen objectieve maatstaven worden gesteld voor de beoordeling naderhand van de resultaten van het beoogde beleid. Een gemiste gelegenheid dus om jaarlijks die mooie woorden uit de regeerprogramma’s en -akkoorden aan de kaak te stellen in plaats van politiek te bedrijven.
Datzelfde is ook het geval wanneer jaarrekeningen aan de Staten worden aangeboden ter goedkeuring daarvan. Onze wetgeving vereist niet alleen (financiële) toelichtingen over het betrokken dienstjaar, maar tevens een verslag daarover. Dat verslag dient een uiteenzetting te geven in hoeverre beleidsvoornemens, die tevoren waren geformuleerd, ook gerealiseerd zijn. Dat is een uitstekende gelegenheid om op zakelijke wijze de regering en de ministers ter verantwoording te roepen over de resultaten van het gevoerde beleid vergeleken met wat werd beoogd in regeringsprogramma’s en beleidstoelichtingen op begrotingen. Ook dat is echter totnogtoe een gemiste kans om gezagsdragers ter verantwoording te roepen.
’Nil Voluntibus Arduum’
Het regeerprogramma voor de periode 1999-2002 droeg die Latijnse hoofdtitel. ‘Niets is moeilijk voor hen die willen’ is daarvan een letterlijke vertaling. ‘Es ku realmente ke, por’ en ‘Werkelijk willen is kunnen’ waren de vertalingen die eraan werden gegeven in dat regeerprogramma. Het tegengestelde is tevens waar: zo maar mooie doelstellingen op schrift stellen zonder dat de wil er is om ze ook echt te verwezenlijken, zullen ook nooit gerealiseerd worden. Vage en algemene doelstellingen vermelden zonder de concreet te verwachten resultaten en tijdpad te vermelden en daarover ter verantwoording te worden geroepen, zullen ook voor altijd luchtkastelen blijven. Daarmee zal die vicieuze cirkel ook nooit worden doorbroken naar een meer daadkrachtige, duurzame, welvarender en solidaire samenleving. Een samenleving van parlement en stemmers die gezagsdragers op zakelijke wijze ter verantwoording roept, en waar emotie, partijdiscipline en persoonsgebondenheid niet meer de boventoon zullen voeren. Dat zou hoop en vertrouwen scheppen voor een beter Curaçao, beter voor iedereen.