Door Anouk Balentina
Al jaren wordt er geklaagd dat de afvaldump te Parkietenbos op Aruba vol is, dat de buurtbewoners daardoor constant leven met enorme stankoverlast van deze afvalberg die meer dan regelmatig in de fik staat, waardoor zij blootgesteld worden aan wie weet wat voor enge giftige stoffen. Alsof dat niet al voldoende is, wordt op het terrein van de stinkende afvalhoop ook nog in de open lucht kadavers en medisch afval verbrand, hetgeen ook weer stank en rook oplevert. En daar bovenop heb je ook nog een zogenaamde incinerator of vuilverbrandingsoven die eigenlijk bedoeld is de openluchtverbrandingen te doen stopzetten door die activiteiten over te nemen. Maar, niet dus, want nu de incinerator in werking is gesteld gaan de openluchtverbrandingen nog gewoon door. In de incinerator wordt namelijk nu bovendien rioolslib van de defecte rioolwaterzuiveringsinstallatie te Bubali verbrand. De aanvoer is echter dusdanig groot dat die stinkende poepsmurrie eerst te drogen wordt gelegd, voordat het verbrand wordt. En dat 24 uur lang. Je kunt je de enorme poeplucht plus de vreselijke vliegenplaag niet eens voorstellen.
Wat kun je doen?
Als eenvoudige burger wil je hiertegen opkomen. Wat kun je doen? Je begint met de politie en overheidsdiensten te bellen. Maar de politie geeft aan dat de activiteiten die in en om de Parkietenbos-landfill geschieden door de overheid, zijn toegestaan en dat zij geen reden zien om op te treden. Overheidsdiensten pakken óf de telefoon niet op óf verwijzen naar andere zogenaamde verantwoordelijke diensten dan wel schermen ze met redenen om niets te doen, want voor wat daar gebeurt, is (volgens hen) een hindervergunning afgegeven. Kortom, je loopt tegen een muur van bureaucratie aan en niemand doet wat.
Omdat je niet wil opgeven ga je een stap hoger; je benadert de minister die verantwoordelijk is voor de landfill of parlementariërs die de overheid op het matje kunnen roepen. De politiek reageert anders. Die luistert netjes en zegt dat het inderdaad zo niet langer kan. Dit klinkt overtuigend, doch vele ministers verder geloof je niet meer in mooie toezeggingen van bewindslieden. Parlementariërs hebben een scala aan mogelijkheden om een minister ter verantwoording te roepen voor zijn of haar (wan)beleid. Ze kunnen vragen stellen die schriftelijk beantwoord dienen te worden. Ze kunnen hem of haar ook op het matje roepen om mondeling vragen te beantwoorden. Er bestaat zelfs de mogelijkheid om een parlementaire enquête uit voeren om de onderste steen boven te krijgen. Echter, gezien de samenstelling van het parlement - waarbij een grote meerderheid de zittende regering ondersteunt - is het moeilijk voldoende parlementariërs mee te krijgen om de voornoemde middelen, behalve schriftelijke vragen stellen, in te kunnen zetten.
Zelf actie
Dan maar zelf actie ondernemen. Dat betekent verdiepen in de materie, die vooral een juridische is. Immers, je moet de onderliggende regelgeving onderzoeken en begrijpen hoe de processen werken. En dan kom je erachter dat er juridisch toch best veel mis is. Zo is er een overheidsbedrijf Serlimar, dat bij wet is opgericht en aangewezen om de hele afvalketen van Aruba af te wikkelen. Toch heeft dit bedrijf al jaren geen wettelijk verplichte hindervergunning of een ontheffing daarvan. En krijgen private ondernemingen zonder aanbesteding de bevoegdheid om bepaald soort afval te verbranden in de open lucht of in een vuilverbrandingsinstallatie c.q. incinerator. De ene ook zonder een hindervergunning en de ander via een stilletjes afgegeven hindervergunning, waar beslist wat op aan te merken valt. Wat nu?
LAR-procedure
Je kunt een bestuursrechtelijke of administratieve procedure beginnen tegen de overheid, een zogenaamde LAR-procedure. De overheid is degene die verantwoordelijk is voor het afgeven van vergunningen. Een dergelijke procedure, die er in beginsel is om de burger te faciliteren in zijn strijd tegen Goliath, zit echter vol juridische valkuilen en obstakels. En je moet een heel lange adem hebben, want de overheid heeft wettelijk maanden de tijd om te reageren op een LAR-bezwaar en doet dat zelfs dan nog niet eens, waardoor je wel naar de LAR-rechter kan gaan maar die zal in beginsel de overheid opdragen om alsnog met een beslissing te komen. Door tijd rekken kan het proces soms jaren duren. Enig lichtpuntje is dat een dergelijke procedure niet veel kost, als je het zelf allemaal doet en geen gebruik maakt van een dure advocaat.
Je kunt ook een civiele procedure beginnen. Een kort geding. En dat kan tegen de instellingen die actief zijn op de Parkietenbos-landfill omdat ze aantoonbaar hinder veroorzaken, zelfs met vergunning. Maar je kunt ook de overheid civielrechtelijk aanpakken op grond van een onrechtmatige overheidsdaad, doordat zij de illegale activiteiten gewoon blijven toestaan. Het klinkt makkelijk, maar is het niet. Het kost geld, want het is beter om gebruik te maken van een advocaat. Je moet ook griffiegeld en deurwaarderskosten betalen en je loopt altijd kans om bij verlies veroordeeld te worden in de kosten van de tegenpartij(en).
Een buurtbewoner is uiteindelijk en in alle wanhoop toch naar de kortgedingrechter gestapt. En die gaf haar gelijk en droeg de overheid op om zijn aanwijzingen in acht te nemen om de hinder te doen verminderen, op straffe van een dwangsom van 5.000 florin per overtreding ten bate van het Rode Kruis. En daar schuilt dan weer een addertje onder het gras, want je moet bij overtreding van het vonnis - wat constant gebeurt omdat de overheid lak heeft aan de aanwijzingen van de rechter - een proces-verbaal laten opmaken door een deurwaarder die 450 florin kost, anders komt er geen proces-verbaal. Als je geluk hebt, krijg je die weer terug van de overheid, maar dat is niet altijd zeker. Om steeds weer nieuwe rechtszaken in te stellen, of de dwangsom steeds te betekenen, daar heb je als simpele burger niet genoeg geld voor.
Strafrecht
Een derde mogelijkheid is het strafrecht. Bij strafbare feiten kan een burger daarvan aangifte doen bij de politie, maar ook bij het Openbaar Ministerie (OM). Zoals hierboven al aangegeven, hoef je vanuit het politiekorps niet veel te verwachten. Aangifte bij het OM blijft dan over. Maar ook hier weer schuilt een addertje onder het gras. Als eenmaal de aangifte is gedaan, is het OM aan zet. Zij gaan een strafrechtelijk onderzoek verrichten om zelf te kunnen oordelen of inderdaad sprake is van strafrechtelijk vervolgbare feiten. Dat onderzoek wordt gedaan door… de politie. Dit proces kan lang duren, mede omdat strafbare feiten in de hindersfeer wettelijk gezien niet als zwaar worden aangemerkt. Daardoor krijgt de opsporing van zwaardere delicten voorrang. Bovendien kan de officier van justitie beslissen dat, ook al is er sprake van mogelijke strafbare feiten, hij het niet zwaar genoeg acht om tot strafvervolging over te gaan. Dit wordt het opportuniteitsbeginsel genoemd. Daar komt nog bij dat als het politieke ambtsdragers betreft, het OM nog voorzichtiger zal zijn met een eventuele vervolging. Als burger die aangifte heeft gedaan, moet je bovendien gissen naar wat het OM gaat doen. Terugkoppeling gebeurt niet en je mag blij zijn als je na enkele jaren een brief krijgt, wat er gedaan is met de aanklacht. Als de officier van justitie aangegeven heeft dat hij niet tot vervolging over zal gaan, dan kan je je als burger nog wenden tot het Hof van Justitie met verzoek om de aangifte te bestuderen en eventueel de officier opdracht geven toch tot vervolging over te gaan. Ook hier vergt dat weer de nodige juridische kennis, want als je te lang wacht dan kan je deze zogenaamde artikel 15 Wetboek van Strafvordering-procedure niet meer doen.
Bewijsbaar onrecht
De conclusie die uit het voorgaande getrokken kan worden is, dat het voor een gewone burger zonder voldoende financiële middelen niet eenvoudig is op te komen tegen bewijsbaar onrecht. Terwijl in het geval van het Parkietenbos het toch mensenrechten zijn die met voeten getreden worden. Zijn recht op een gezond leven in een leefbare en veilige omgeving wordt al jaren aangetast. En de overheid die een verplichting heeft om hier zorg voor te dragen, doet al jaren niks. Die paar mensen die bij de Parkietenbos-landfill wonen zijn gewoon ‘collateral damage’.
De auteur van deze opiniebijdrage, Anouk Balentina, is (wetgeving)jurist op Aruba. Zij voert samen met anderen al lange tijd een strijd tegen de overlast van vuilnisstortplaats Parkietenbos.