Het populisme is geen nieuw fenomeen maar bestaat sinds mensenheugenis. Het is omdat het nu (weer) oplaait in Europa en Amerika dat het weer zoveel aandacht krijgt. In onze contreien, de Cariben en Latijns-Amerika, is het altijd actueel.
De populist gaat als volgt aan het werk: eerst creëert de populist een scheiding tussen enerzijds ‘het volk’ en anderzijds een lokale en een externe groep die tegen ‘het volk’ zijn. Deze twee groepen (intern en extern) vormen samen de tegengroep, oftewel de vijand van het volk.
De ondernemers en vermogenden worden door de populist vaak als de lokale vijand bestempeld. Ze worden dan aangesproken als de kapitalist, oligarchischt, uitbuiter en dergelijke. Tot de groep lokale vijanden behoort ook vaak de gevestigde orde (establishment), de immigrant of een bepaalde etnische groepering.
De externe vijand kan ook vele vormen aannemen, zoals de (ex-)kolonisator, de Europese Unie (Brussel) voor de populisten in Europa, het Amerikaanse imperialisme voor Latijns-Amerika, politiek Den Haag voor ons maar ook het IMF of de Wereldbank.
Wat de populist dan probeert te doen, is het aanwakkeren van haatgevoelens bij ‘het volk’ jegens de vijand. Hij zaait haat. Dat doet hij in al zijn speeches en op een gestructureerde wijze in de (sociale) media. Al de problemen van ‘het volk’ en al het slechte wat er gebeurt, is de schuld van de vijand.
Als de populist erin slaagt om ‘het volk’ te overtuigen wie de schuldige is van zijn leed, wint hij aan sympathie en populariteit. De populist is de enige die nu echt iets doet voor ‘het volk’. De liefde voor de populist kan zo ver gaan dat ‘het volk’ hem al zijn misdaden vergeeft. Dat de populist corrupt is (geweest), veroordeeld is of met louche figuren omgaat wordt hem niet zo zwaar aangerekend. Ach, de anderen doen het ook.
De populist, eenmaal gekozen, wil alle macht. Hij probeert via hiaten of wijzigingen in de Grondwet en andere constitutionele regelingen meer macht naar zich toe te trekken. Hij probeert de geloofwaardigheid van belangrijke instituties zoals de rechtspraak, het Openbaar Ministerie, Algemene Rekenkamer, de koning/gouverneur en anderen te ondergraven. Volgens de populist staan ze allemaal aan de kant van de vijand en zijn ze niet te vertrouwen. Voor de oppositie bestaat weinig respect.
Vervolgens gaat de populist de uitgaven voor sociale voorzieningen en subsidies op de begroting flink verhogen en neemt het veel personeel in dienst. Hiermee wil hij dan zijn positie consolideren.
Wat er dan gebeurt, is dat de staatschuld enorm stijgt maar ook de inflatie en de rente. Hoge inflatie en rente is zowel slecht voor de minder bedeelden (minder bestedingsruimte) als de ondernemers (minder investeringen). En als de staatschuld niet meer financierbaar is dan volgen er belastingverhogingen. Er treedt dan een situatie van stagflatie (economische stagnatie met hoge inflatie) op.
De populist zal dan proberen de schuld van de achteruitgang in koopkracht en economische activiteiten weer in de schoenen te schuiven van de vijand. De schuld is weer van het IMF, van Brussel, van de immigranten, enzovoort.
Kortom, het populisme leidt tot meer armoede. Het populisme houdt zoveel van de armen dat hij ze vermenigvuldigt.
Dit artikel is geïnspireerd door een filmpje in het Spaans dat mij is verzonden via de sociale media. De auteur is mij niet bekend. Het staat op mijn FB-wall.
Etienne Ys (oud-premier van de Nederlandse Antillen voor PAR), Curaçao