Door Frank Kunneman
In een stichting worden nieuwe bestuursleden meestal geselecteerd en benoemd door het bestuur zelf. Dat heet coöptatie. Dat heeft voordelen en nadelen. Het voordeel is dat het de zelfstandigheid van de stichting benadrukt. Bovendien geeft het meer eenheid in het bestuur. Je hebt gelijkgestemde zielen. Daar zit ook het nadeel. Er kan inteelt ontstaan. Coöptatie kan leiden tot bestuursleden die uitsluitend worden geselecteerd omdat andere bestuursleden hen 'wel zien zitten'. Een oplossing kan zijn om te werken met vooraf opgestelde profielen en met een extern selectiebureau. Dat maakt de selectie van de bestuursleden objectiever.
Het komt ook regelmatig voor dat bestuursleden of leden van een raad van toezicht worden benoemd of voorgedragen door een persoon of entiteit van buiten de stichting. Dat kan een minister zijn, maar ook een donateur of een vakbond. Zo'n externe benoeming is alleen mogelijk wanneer dit statutair zo geregeld is. Ook dit heeft voordelen en nadelen. Een voordeel is nieuw bloed en diversiteit in het bestuur. Een nadeel is dat deze extern benoemde leden vaak in de knoei komen met hun loyaliteit. Veel voorkomende vragen zijn dan de volgende: als je bent voorgedragen door de minister, word je dan geacht ook te doen wat de minister van je verwacht? Als je door de vakbond bent voorgedragen, heb je dan het recht of zelfs de plicht om de informatie die je in het bestuur krijgt door te spelen? Word je dan geacht in die stichting het vakbondsbelang te behartigen? Of het belang van de minister? Of het belang van de politieke partij van de minister? Het antwoord op deze vragen is simpel: nee. Voor bestuurders en commissarissen staat het belang van de onderneming voorop. Dat is de leidraad. Niets en niemand anders. Het belang van de minister, donateur of vakbond mag dus nooit voorrang hebben bij de besluitvorming als dit belang indruist tegen het belang van de entiteit.
Loop je dan niet het risico dat de minister of de vakbond je weer ontslaat als je niet precies doet wat zij zeggen? Dat risico loop je inderdaad. Maar als je handelt in strijd met het belang van de stichting, dan loop je het risico van aansprakelijkheid. In de wet staat namelijk beschreven waar je loyaliteit moet liggen: bij de stichting. Dat is dus een netelige situatie, die wordt versterkt doordat de betrokkenen vaak niet weten hoe het zit en hoe het moet. De minister denkt dat hij een instructie kan geven of recht heeft op informatie van 'zijn' bestuurslid en het bestuurslid denkt dat hij de instructie moet opvolgen en informatie moet doorspelen. Dat is een zichzelf versterkend systeem. Als iedereen denkt dat het rode licht groen is, is het dan groen of rood?