Door Lodewijk Asscher
Bij de openingsbijeenkomst dinsdag in Den Haag van het VN-Decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst maakte minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - tevens vicepremier en kandidaat-lijsttrekker van de PvdA - Lodewijk Asscher bekend ruim een half miljoen euro extra uit te trekken om de slavernijgeschiedenis te onderzoeken en te herdenken.
Het was deze tijd van het jaar, oktober, in 1761, dat zeilschip d’Eenigheid van Zeeland naar West-Afrika vertrok. Met de handgeschreven instructie - ik citeer - ‘alle plaatsen aan te doen daar maar slaven te bekomen zijn’.
De tot slaaf gemaakte Afrikanen - mannen, vrouwen en kinderen - moesten direct naar de Nederlandse koloniën in Zuid-Amerika worden gebracht.
Om verkocht te worden. Het liefst - ik citeer weer - op een publieke veiling voor ‘een ‘reasonable’ prijs’.
De harteloze instructies - en het bijgehouden logboek van de reis - zijn bewaard gebleven en leveren ons, tweeënhalve eeuw later, zwart op wit, het nog altijd schokkende bewijs van schaamteloze mensenhandel. De slavernij is een schandelijke smet op onze geschiedenis.
Een schandvlek die we niet weg mogen moffelen, niet weg kunnen poetsen, maar onder ogen moeten zien. Hoe confronterend dat ook kan zijn. Het is essentieel dat we erkennen, eerlijk erkennen, wat er is gebeurd en welke sporen, diepe sporen, dat tot de dag van vandaag heeft achtergelaten.
Dat erkennen is een van de prioriteiten waarmee we het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst ingaan. Erkennen dat er racisme was en is. Erkennen dat we nog steeds niet zijn verlost van verwerpelijke vooroordelen en stompzinnige stereotyperingen uit de tijd van de slavernij.
Het valt niet te ontkennen: er wordt nog steeds - bewust en onbewust - gediscrimineerd. Op sociale media, bij sollicitaties, bij politiecontroles. Dat is pijnlijk en in strijd met onze waarden en wetten; om te beginnen met onze Grondwet, die gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod bovenaan heeft staan: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’ In ons land mag je huidskleur nooit reden zijn om te worden uitgesloten, uitgefloten, of er bij een controle door de politie te worden uitgepikt. Dat is onaanvaardbaar.
Het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst is, met steun van Nederland, door de Verenigde Naties uitgeroepen om wereldwijd in actie te komen tegen racisme en discriminatie van mensen van Afrikaanse afkomst; nazaten en nieuwkomers. Ik zie dat als een impuls om ons nog intensiever in te zetten voor een samenleving waar je niet anders dan anderen wordt behandeld, omdat je van Afrikaanse afkomst bent.
Juist van een land dat kan worden verweten dat het (in het verleden) achteraan liep bij het afschaffen van de slavernij, mag worden verwacht dat het nu voorop gaat in de strijd tegen racisme en discriminatie. Op de arbeidsmarkt. In het onderwijs. Rond het voetbalveld. Overal in de samenleving. Je hebt gelijke rechten en verdient gelijke kansen om je volwaardig te ontwikkelen. Of je nou in Ghana of in het Gooi bent geboren. Of je ouders nou van Aruba of Ameland komen.
Bij het begin van het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst heb ik een half miljoen euro extra uitgetrokken voor maatschappelijke initiatieven om discriminatie te bestrijden. Met educatieve projecten. Om bewustwording en weerbaarheid te bevorderen. Er zijn veel interessante projectvoorstellen ingediend. Er wordt zo snel mogelijk over de financiële steun aan die projecten beslist.
Uw steun is cruciaal om bewustzijn en weerbaarheid te vergroten. Daarom ben ik ook blij dat u hier allemaal bent. Om actief mee te denken en mee te doen. Dit is een strijd die we samen moeten voeren. Als bondgenoten. Niet wij tegen zij, maar zij aan zij. In een gemeenschappelijke strijd voor rechtvaardigheid, voor de ontwikkeling van gelijke rechten en gelijke kansen; fundamentele prioriteiten in het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst.
Dames en heren, het was deze tijd van het jaar, oktober, in 1761, dat zeilschip d’Eenigheid van Zeeland naar West-Afrika vertrok. Met de instructies daar - ik citeer - ‘een goede partij rijst’ te kopen, om genoeg voedsel te hebben tijdens de verdere reis. Het logboek bevestigt dat er rijst is gekocht en levert daarmee aanvullend bewijs in een onderzoek naar Surinaamse rijst.
Onderzoek van buitengewoon hoogleraar etnobotanie, Tinde van Andel. Zij kocht een zakje rijst op de markt in Paramaribo. Geen gewone rijst, voor de consumptie, maar rijst die door Marrons wordt gebruikt voor rituelen die ze hebben overgenomen van hun voorouders, die in de tijd van de slavernij van de plantages waren ontsnapt.
Ze liet de rijst onderzoeken. En wat bleek? Het is zwarte rijst die oorspronkelijk uit West-Afrika komt. Gemorste korrels moeten aan boord van schepen als d’Eenigheid zijn opgeraapt en meegenomen door de Afrikanen die tot slaaf waren gemaakt. Als tastbare herinnering aan thuis. In Surinaamse grond gezaaid en daarna van generatie op generatie geoogst. Surinaamse rijst met Afrikaanse roots.
Het is geweldig dat de geschiedenis zo wordt bekeken. Niet met een eenzijdige blik, maar vanuit verschillend perspectief, om een betere, bredere kijk te krijgen op een geschiedenis die we delen, maar ons niet blijvend mag verdelen.
Ik heb vandaag besloten voor de komende twee jaar nog ruim een half miljoen euro extra uit te trekken om de geschiedenis - en de erfenis - van de slavernij te onderzoeken en te herdenken. Het geld is bedoeld voor de jaarlijkse herdenking, voor NiNsee, voor de Black Achievement Month en voor nieuwe initiatieven om de wetenschappelijke kennis te vergroten. Juist in deze tijd van smeulende tegenstellingen en soms fel oplaaiende vreemdelingenhaat is het van belang om de verbinding en niet de verwijdering te zoeken.
U, ik, wij hebben de geschiedenis en het genetisch materiaal van onze ouders en voorouders meegekregen, maar wij zijn zelf verantwoordelijk wat we daar nu mee doen.
Waar we ook vandaan komen, we zijn hier en nu met elkaar verantwoordelijk (om ons in te zetten) voor een vrije, veilige en verdraagzame samenleving. Waar niemand discrimineert en niemand wordt gediscrimineerd. Waar we respect hebben voor elkaars geschiedenis en elkaar gevoelens. Waar we eensgezind zijn in onze afschuw over de slavernij toen en eendrachtig in onze strijd tegen discriminatie nu.
Ik voel me geweldig gemotiveerd om daar samen met u voor te strijden. Laten we met elkaar een succes maken van het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst.